dochter en oogappel van Victoria en Albert, uitgehuwelijkt aan prins Friedrich Wilhelm van het feodale Pruisen, baart in 1859 met gevaar van eigen leven onze Wilhelm. Het regiment doktoren, dat is aangetreden, raakt zo gepreoccupeerd met het in leven houden van de jonge moeder, dat het kind aan zijn lot wordt overgelaten. Pas later ontdekt men enige fabricagefouten bij de kleine man, zoals een te korte linkerarm en evenwichtsstoornis, handicaps die Wilhelm als adolescent wist te overwinnen. Van Geuns en Debusscher menen, dat 's mans twijfelachtige loopbaan als keizer niet zo zeer de schuld is van deze arm, maar meer moet worden gezien als een reactie op het gedrag van zijn hoogbegaafde maar drammerige moeder, die te pas en te onpas met opa en oma in Engeland schermde. Tafereel met grootouders. Links grootmoeder van moeders kant koningin Victoria, rechts grootvader van vaders kant Wilhelm 1. Het kleine anglofiele prinsje is met ridderordes behangen. Manége. De moeder stond erop om van het papjong een goed ruiter te maken. Zo behoorde bij de strenge opvoeding, ter hand genomen door een calvinistische gouverneur, Herr Hintzpeter, behalve Latijn, Grieks en strategie, ook het leren van een handwerk. Mutatis mutandis had Beatrix zich naast haar studie in Leiden ook nog als nettenboetster of biezenmatster moeten bekwamen, in plaats van zich als toekomstig vorstin met boetseren ledig te houden. Studententijd in Bonn. ‘Education sentimentale’. Afgewezen door een volle nicht, Elizabeth, zoals in die tijd wel meer voorkwam. Later trouwt Elizabeth met Serge, grootvorst van Rusland en gouverneur van Moskou, en Wilhelm met de docile Augusta Viktoria van Sleeswijk- Holstein. Jachtscène. In zijn kazerne-jaren leerde Wilhelm de cameraderie van heren onder elkaar op waarde schatten. Zijn hele leven bleef hij van kinderlijke grapjes houden als ‘wie de broek
gespannen staat, een gek die er niet op slaat’... Allegorische voorstelling met borstbeeld. Voor Augusta was haar man nummer één. Zes zoons en een dochter schonk ze hem als dank voor het grote geluk van arm, onbeduidend prinsesje tot keizerin gebombardeerd te zijn. Om met haar eenvoudige bloemetjesbehang-smaak geen vestimentaire faux-pas te maken, liet ze haar garderobe door haar echtgenoot uitzoeken. Kinder, Kirche, Küche. Hun enige dochter bracht het later tot moeder van koningin Frederika van Griekenland en grootmoeder van Sophie van Spanje. Na haar dood in 1921 gaat Wilhelm nog een tweede huwelijk aan met Hermina van Reuss. Oberste Kriegsherr in '14-'18. Afwezig op kardinale momenten. Kleinschalig. Naar hot kijkend als het haar moest zijn en omgekeerd. Met een burgeroorlog op til, wordt hij op 18 november 1918 door zijn neef, Max van Baden, tot aftreden gedwongen - met behoud van de titel koning van Pruisen. Deze wordt hem echter na een paar dagen ook afgenomen. Exil in Doorn. Wilhelmina laat haar vroegere speelkameraadje (zomers aan zee) uren lang in de kou op het perron van grensstation Eysden wachten, alvorens er door gespoord mag worden naar Amerongen, waar - naar het heet - Graaf Bentinck onmiddellijk een kop ‘Engelse’ thee moest maken. Wilhelmina weet de geallieerden van zijn lijf te houden, maar zal hem nooit met een bezoekje vereren. De persmuskieten stomen wel in grote getale toe. Wilhelm wrijft ze zijn memoires onder de neus, waarin hij de oorlogsschuld van zich af probeert te schrijven. In Doorn voelt de ex-keizer zich beter in zijn element: het bestieren van een landgoedje ligt hem meer dan het regeren van een rijk. Af en toe doet hij nog wel eens hele domme dingen, zoals het verzenden van een gelukstelegram aan Hitler bij de bezetting van Parijs. Het doek valt. In 1941 sterft Wilhelm. De Nederlandse kunst is een Sliedrechtse kunst:
degelijke musici (Concertgebouworkest), sappige schilders (Appel & Co), zich verkneukelende schrijvers (Heeresma, Hermans). Het is toch mooi, dat we tussen al die omzwalpende polderjongens, ook een sophisticated tekenend heer (Nol van Geuns) erbij gekregen hebben.