Achter het deurtje bevond zich niets dan een ruimte van ongeveer een meter lang en tachtig centimeter hoog.
Ze klopte op de deur van de meisjeskamer en ging, zonder het antwoord af te wachten, naar binnen. De oudste van de twee sprong van haar bed en stelde zich voor. ‘Geraldine Masefield.’ Een te korte pony gaf haar gezicht iets kwets-baars. Het andere meisje zat met hoog opgetrokken knieën, een vinger tussen haar tenen, en verroerde zich niet.
‘En dat is Mae?’
‘Ja, dat is Mae,’ zei Geraldine.
‘Hallo Mae.’
‘Hihihi.’ Haar gezicht verdween achter haar knieën.
‘Moeten jullie je 's morgens niet wassen?’
‘We gaan 's avonds in bad,’ antwoordde Geraldine. Iedere avond.’
Mae floepte haar vinger tevoorschijn, keek op en zei: ‘Allemaal.’ Ze was een kleine copie van Penny Masefield.
De jongenskamer was nagenoeg een zaaltje. Hadden de meisjes hun poppen, spelletjes en spulletjes grotendeels op planken staan, hier was gestrooid met autootjes, stukjes van een puzzle, papiertjes, dozen en doosjes en brilmonturen.
‘Daar is ze,’ zei een jongetje met een bol snoetje plechtig. Hij had een donkerblauwe en een felblauwe sok aan.
‘Is ze,’ zei een kleinere broer die gehurkt voor een kipauto zat. In de laadbak lagen een schoen en een aftandse beer met twee pleisters kruiselings over zijn neus.
‘Philip en Arthur?’
‘Ik,’ zei de kleinste.
‘Ben jij Arthur?’
‘Ik.’
‘Niet ik.’
‘Nee, jij bent Philip.’
‘Ja. En Donnie slaapt nog,’ zei hij, rende naar het bed tegen de muur en sloeg op de bult onder de dekens.
Ik zal 'm wel wakker maken,’ zei Anna.
‘Nee, wacht...’
Hij sleepte een garage over het zeil en tilde die uit alle macht boven op zijn broer. ‘Dat krijgt 'm er wel uit.’
Het hielp meer dan hij verwachtte: Donnie schoot onder het gevaarte vandaan zodat het kantelde en tegen hem aanviel. Hij zette het op een huilen en wilde naar zijn ouders. Anna hield hem tegen.
‘Ik heb gehoord dat je je zo goed kunt aankleden.’ Ze ontving een paar stompen tegen haar heupen.
‘Dat kan ik, dat kan ik,’ schreeuwde hij.
‘Je hebt twee verschillende sokken aan.’
‘Kan me niks schelen.’ Hij trok zich los en stapte snel in zijn schoenen opdat er niets meer aan veranderd kon worden.
Donnie was opgestaan en verwisselde zwijgend zijn pyjama voor zijn ondergoed. Het was een mooie, slanke jongen met donker haar. Wantrouwend sloeg hij Anna gade.
‘Hallo,’ zei ze.
‘Hallo,’ antwoordde hij.
Ze hielp Arthur in de kleren die hij haar als een prop had aangereikt. Arthur vond alles best zolang hij de beer en de schoen mocht vasthouden en tenslotte wilde hij haar zijn schoen wel geven als hij de beer kon houden. Anna stemde toe en hij volgde haar even later, mak als een lam, naar beneden.
‘De honden eten 's avonds,’ zei Geraldine. De keukenvloer lag bezaaid met droog hondevoer, de meeste brokjes van een vervaarlijke hardgele of roze kleur.
‘Voor papa naar bed gaat.’ Ze zette komvormige borden op tafel en twee kartonnen pakken. ‘Suikerberen,’ zei Arthur.
‘Geen suikerberen,’ zei Geraldine. ‘Volgende week.’
‘Nu wil ik echt niet naar school,’ klaagde Mae.
‘Jij mag thuisblijven,’ zei Donnie, ‘jouw school is vandaag gesloten.’
‘Ja, want jij bent dom,’ zei Philip.
‘Zeg jij terwijl ik meer dan twee jaar ouder
ben.’ Ze stak triomfantelijk haar tong uit.