| |
| |
| |
Rob Schouten Gedichten
Epiek
voor Gerrit Komrij
Van kindsbeen viel allicht wat soep te trekken
Wanneer je klokke twaalf eenzaam tot ridder wies.
Bedekte je met gildedoeken dan je groeischeut kies
En sprak je ‘Liever eigen vingers dan moe's lakens plekken’
Dan mocht, volgens oud kaarsrecht, je een dwerg verwekken,
Bij een dame die juist droomde van het Gulden Vlies.
Je brak voor haar een ei op het Wedgwood ontbijtservies
En dekte daarna het geweven tafelkleed met bonte vlekken.
De vader/vorst ontving je in zijn dertien slaapvertrekken
En sloeg je met een zwabber tot Eeuwig Keizerlijk Markies
Een bloedend kruis was voortaan je ontwapenend devies.
Je mocht je Gotisch panorama ogenblikkelijk betrekken.
Van daaruit kon je soms de eenhoornstallen ruiken
Maar meestal zat je er maar wat te fnuiken.
| |
| |
| |
Het staat vandaag nog te bezien
(op lichtzinnige doch zwaarmoedige toon)
voor Boudewijn Büch
Het staat vandaag nog te bezien,
is er al iemand aan begonnen?
Ik heb voldoende alcohol verzonnen,
zolang de voorraad strekt
is er nog roes voorhanden bovendien.
Ik ben er niet, aan mijn afwezigheid te zien,
wie voor de afloop van een droom vertrekt
moet in de schaduw zonnen.
Nu is m.i. dit genoeg geronnen
en worden doodsstuipen verstrekt.
Wie oplet merkt misschien.
Het staat vandaag nog te bezien
| |
| |
| |
Gedicht
Nu dicht ik wel maar net zo lief speel ik piano,
Wat resulteert in een belabberd rijmwoord; Och,
Verzucht ik, was het maar weer wereldoorlog
Dan liet ik het wellicht bespelen door Ciano
Maar schoonzoons van de Duce schijnen niet meer te bestaan. O
Muze, neig in 's dichtersnaam uw smaakvol oor! Doch
Tevergeefs gesmeekt... of... nee?... Hoor! Toch:
Door mijn hoofd schicht plotseling een kano.
Godin, heb dank! De val heb ik in elk geval gehaald;
De rest is meestal weinig meer dan kinderspel.
Ik kan dan ook vrijblijvend peinzen ‘Stel nu eens dat ik bestsell,
Zou ik dan ook worden vertaald?
En word ik op den duur misschien bekender
Dan Georg Trakl “Voll Fürchten der Hollander”?’
| |
Stand hier die poesie pate
Tegen geblomd behang, de poes spinnend op schoot,
Het beste paard, kanariepiet niet te vergeten,
Tragisch gehangen aan één poot,
De andere hem slordig afgereten.
De serreramen angstig volgescheten,
Het voedertrogje bloedig rood,
De Meistersinger in het graan gebeten,
Bekweelt een martelaar zijn heldendood?
De oude bes aait, zucht en laat een wind
Onder haar stemmig zwart fluweel;
Drukt haar een pastorale schuld
Als zij het poortje open vindt
En de gewetenloze moordenaar in 't vensterlijk struweel
Alweer een nieuwe buit beloert met eindeloos geduld?
| |
| |
| |
Met het oog op de nacht
Nu komen vlinders de odeur uitkammen.
Ik voel mijzelf een schommelstoel
En schommel wild om een of ander doel
Voor eeuwig in mij in te dammen.
Concert voor drie afsluitende scharnieren;
In de pauze drink ik mijn absinth.
Mij vrolijk dansend met z'n vieren.
Nog één keer met de kamenier;
Tevreden afvegen met ongebruikt carbonpapier.
Zo heb ik ook nog wat plezier,
Is het niet bo dan desnoods hier.
| |
Kreutzersonnet
Het heeft tot niets geleid, het omslaan van het titelblad;
De kinderloze reuzen aan de achterkant stemden
Hun vertolking niet af op mijn proces-verbaal. Men bezat
Toen nog geen perfect synchroon werkende remmen
En voer maar wat op kruisers binnen in een tsarenstad.
Een met een dolle dolk vermoorde pianiste stremde
De vooruitgang daar. De daders vluchtten met het klad
Onder het volk. Mijn nazet: kaken op gevoelens klemmen.
Het heeft tot niets geleid; aan de gedregde strijkstokken
Zijn weliswaar vier slaven blijven hangen maar geen haan
kraait naar de daders, die schaamteloos staan door te slaan,
Pruiken te vertrappen en heilige verwaandheden te schokken.
Woedende wervelkolken op de cerebrale oceaan;
De thee wordt koud, de machteloze woorden stokken.
| |
| |
| |
Rozenkrans
Help mij, grote rozenkrans, nu ik mijn klachten zit te pellen
Met alle Weesgegroetjes van Haar Perfection,
Ik zal Haar naam en heel die santenkraam uitspellen
Vanaf de Vastenavond totaan de Circoncicion:
- Navaja-Dolorès-y-Crucificcion!...
Christus mocht aan 't kruis nog wat absint bestellen... -
Wanneer ik dus beland ben bij je Ascencion...
Ahasverus, leen me dan een zucht van jóu om bij mij op te wellen!
- O Todas-las-Santas! Jullie glazen ruitjes zijn van dezelfde makelij,
(Maar dan tweedehands) als de minsten van die flessen,
Die ze met een knuppel stukslaan op de Quasimodo...
Maar, o Quasimodo, jij komt ook maar niet dichterbij;
Jammer voor de knots! Nu heeft alleen nog tokkelen mijn interesse...
- Se habla español: Paraque... raquando?...
| |
Chapelet
À moi, grand chapelet! pour ègrener mes plaintes,
Avec tous les Ave de Sa Perfeccion,
Son nom et tous les noms de ses Fêtes et Saintes...
Du Mardi-gras jusqu'a la Circoncicion:
- Navaja-Dolorès-y-Crucificcion!...
- Le Christ avait au moins son éponge d'absinthe... -
Quand done arriverai-je à ton Ascension!...
- Isaac Laquedem, prête-moi ta complainte,
- O Todas-las-Santas! Tes vitres sont pareilles,
Secundum ordinem, à ces fonds de bouteilles
Qu'on casse à coups de trique à la Quasimodo...
Mais, ô Quasimodo, tu ne viens pas encore;
Pour casse-tête, hélas! je n'ai que ma mandore...
- Se habla espanol: Paraque... raquando?...
|
|