Cola Debrot De semantiek van de waterstraal
Naar aanleiding van de herdruk van ‘Mijn Dagboekbladen uit Genève’ ontving ik van W.F. Hermans uit het 17e arrondissement van Parijs een brief waarin hij mij om nadere toelichting verzocht ten aanzien van het verschil dat ik op blz. 21 maak tussen de begrippen ‘jet d'eau’ en ‘fontaine’.
Ik heb getracht aan zijn verzoek te voldoen en heb in mijn antwoord niet alleen het Frans maar ook nog andere talen, waaronder het Spaans en Papiamento, bij betrokken. Dit antwoord wordt, met enkele irrelevante wijzigingen van redactionele aard, gepubliceerd in de hoop dat zich een hulpvaardig linguist mag melden die bereid zal zijn nadere gegevens voor de kennis, van duistere of heldere aard, omtrent dit onderwerp te verschaffen.
b.w. - Hartelijk dank voor je brief. Ik ben blij dat de dagboekbladen je enig plezier hebben verschaft. Voor wat de relatie tussen ‘jet d'eau’ en ‘fontaine’ betreft het volgende. Ik wilde met mijn interpretatie niet anders zeggen dan dat de fontein van Genève, die in feite een ‘jet d'eau’ is, in mijn verbeelding zich als een ‘fontaine’ voordoet. De ‘Semantiek van de waterstraal’ wordt in het Frans door de relatie van drie, niet van twee begrippen bepaald. Het Frans maakt duidelijk onderscheid tussen ‘jet d'eau’, ‘fontaine’ en ‘source’. Als wij deze begrippen aan het woordgebruik van bepaalde dichters willen verbinden, denken wij bij ‘jet d'eau’ in het bijzonder aan Baudelaire, bij ‘source’ vooral aan Lamartine en bij ‘fontaine’ aan de ballade van Villon, met de onvergetelijke regel: ‘Je meurs de soif auprès de la fontaine’. ‘Jet d'eau’ past bij de beschaafde dandy, ‘source’ bij de ‘lacs’ en ‘vallons’ van de natuurminnaar, de minnaar van de poëtische natuur wel te verstaan, en ‘fontaine’ zeer speciaal bij Villon en andere dichters die artefact en natuur in verbinding met elkaar trachten te brengen. Het lijkt mij niet toevallig dat je belangstelling hebt voor de ‘semantiek van de waterstraal’.
Een van de voortreffelijke, bijzonder appreciabele eigenschappen van je werk is dat je de neiging vertoont techniek als natuur en natuur als techniek te interpreteren. Je staat dus dichter bij Villon dan bij Baudelaire en Lamartine. Als ik precies moet zijn, zou ik er nog op moeten wijzen dat het woord ‘bron’ ook figuurlijk als in ‘bronnenonderzoek’ of ‘bronnen van informatie’ kan worden gebezigd. In de andere Europese talen worden deze drie of vier begrippen niet op overeenkomstige wijze vertolkt. Het Engels kent alleen de woorden ‘fountain’ en ‘source’. Bij de vertaling van ‘Le Jet d'Eau’ van Baudelaire heeft dit herhaaldelijk de nodige problemen opgeleverd. Ik laat hier de eerste strofe van dit gedicht volgen, eerst in het origineel, vervolgens in de vertaling uit ‘Flowers of Evil’ van George Dillon en Edna St. Vincent Millay.