Maatstaf. Jaargang 25(1977)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] J. Eijkelboom Gedichten Gedragen kleding 1 Hun eens per week gewassen voeten in veelvuldig gestopte sokken in eeuwig gepoetste bottines gingen tweemaal 's zondags ter kerke in onwennig statige tred. Jij, vader, sprong er nog uit in je dure lakense jas, je streepjesbroek die - hoe is het godsterwereld mogelijk - fantasiebroek genoemd werd (en misschien nog wel wordt). Door een broeder werd je berispt toen jij, op klaarlichte zondag, een brief op de post ging doen en daarmee and'ren iiet werken terwijl het nog sabbat was (ook droeg je een zomerkostuum). Tussen dat volk bleef je leven, goedsmoeds. Ik heb 't ze nooit vergeven. Jou wel, maar veel te posthuum. [pagina 75] [p. 75] 2 Dan was er die kennis die niet naar de kerk ging maar wel steeds de schrift in het midden bracht. Hij heeft meer verstand dan menig predikant, zo werd van hem gezegd. Ook hij stapte op zondag statiger dan anders maar wandelde liever - alleen, ongetrouwd - in 't lommerrijk stadspark en sprak dan van ‘deez’ tempel van ongekorven hout.’ Iedere ketter heeft zijn letter, zei eens mijn moeder fel. Zo had ik haar nooit gehoord. Ik schrok, al bekoorden zulke snel rijmende woorden mij wel. 3 Ik heb dat rare geloof als een jasje uitgedaan. Ik was nog maar veertien jaar en voelde mij begenadigd, als was er een wonder geschied. Toch, zonder kleerscheuren is het niet gegaan. Later kwam het besef: je bent voorgoed beschadigd, te nauwer nood gered. Ik trok geen jas uit maar een huid en moest het voortaan zonder doen, moest achter een - door de geest uit de fles - snel opgetrokken rookgordijn verdwijnen voor wie alles ziet, ook al bestaat hij niet. [pagina 76] [p. 76] Gered Op een nacht lag ik wakker en hoorde mijn hart niet meer slaan. Ik ging dus dood, niet uitverkoren of wedergeboren. Ontdaan dacht ik: voor eeuwig verloren. Ik had, als ik kon, wel op willen staan maar waarom zou ik mijn ouders storen? Het was gedaan, het was gedaan. 'k Viel in slaap onder stil geschrei, een slaap waar ik niet in bleef. Angst begon later te tanen, vooral toen de meester eens zei: bekeringen gaan gepaard met tranen. Ik had gehuild en was dus safe. Vorige Volgende