Maatstaf. Jaargang 25(1977)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Ricardo Reis Oden Heb niets in je handen, noch Een herinnering in de ziel, Dan zal, wanneer de laatste obool Men je in de handen legt, En men je handen openvouwt, Niets je ontvallen. Welke troon wil men je geven Die Atropos je niet ontneemt? Welke lauweren die niet welken Onder Minos' oordeel? Welke uren die ook jou niet Maken tot de dunne schaduw Die je zijn zult als je gaat De nacht in en naar 't einde van de weg. Pluk de bloemen maar laat ze Los eer je ze hebt bezien. Ga zitten in de zon. Doe afstand En wees koning van jezelf. (19.6.1914) [pagina 36] [p. 36] De rozen uit de tuinen van Adonis, Die vluchtige, Lydia, rozen, heb ik lief, Die op de dag dat zij geboren Worden, op die dag ook sterven. Het licht voor haar is eeuwig, zij gaan open Reeds bij opgegane zon, en zij verwelken Eer Apollo's wagen zijn Zichtbare baan heeft afgelegd. Maken wij zo ons leven tot een dag, Onwetend, Lydia, uit vrije wil, Dat nacht is voor en na De spanne die wij duren. (11.7.1914) Vorige Volgende