Wim Meulenkamp Picnic
- Een valse firbank -
Het Café Afro-Asiatique liep iedere avond tegen zeven uur weer nerveus vol met haar semi-distingué clientèle. De neger-kelners in hun rode fraques snelden dan af en aan, met zicht- en vooral hoorbaar genoegen de bestellingen voor zich uit roepend: - ‘Ses cocktails en dwie fwikandellen met bwood!’
Aan tafel 4 wierp Marianne Dram haar hoofd tamelijk modieus naar achter, het zenuwachtige, zojuist kortgeknipte haar in de nek.
Arend B. Caball, een rijzig en iets te volslank figuur, te danken aan zijn volmaakt gebrek aan wilskracht, auteur van werken als ‘Decadentie tussen IJssel en Donge’, ‘2099, een fin-de-siècle’, en ‘Turner, vaag en voos’, had zojuist een torpedesque aardigheidje gelanceerd, het kleine gezelschap in giechelende verrukking brengend.
‘Trouwens, diezelfde Arthur Annesley Ronald Firbank mag zich binnenkort onwettig peetvader van een mijner verhalen noemen. Ik ben van zins een woordentapijtje à la notre cher maître te knopen. Jullie zullen van mijn uitgever of van mijn advocaat horen.’
‘Oh, maar je moét ons gewoonweg iets uit je nieuwe werk voorlezen. Ik hoop dat het weer zo ondeugend is.’
‘Ma chère, mijn werk is nooit ondeugend, het is...’
‘Ah, hoe piquant!’
Jonkheer Van Mehrschaum, door intieme vrienden ‘Nectar’ genoemd, bleef nog steeds verveeld-blasé in de galmende eetgeklikklak-ruimte van het Café kijken. Waarom precies wist hij zelf ook niet, maar iedere keer wanneer Arend Caball het woord voerde, kroop het gevoel zijn nauwe broekspijp omhoog dat de jongeman té enthousiast was en té...
‘Dieu, kijk eens wie daar aankomt!’
Hanna Claerendal, een halfbloed van zéér lage adel, die er ondanks haar vluchtige lipstickcharme uitzag als een maandagochtend-Rossetti, wees met belangnagelde vinger in de richting van de ingang.
Quirinus Aflegger, een tuberlesque Raphaëlportret, met een voorkeur voor Poe, die, zo fluisterde men, gepaard ging aan een onverbloemde liefde voor cocaïne en de verkopers daarvan, kwam decoratief-tragisch binnen.
‘We hopen allemaal heel devoot dat je morgen ook kunt komen. Wat zou een “déjeuner dans l'herbe” zijn zonder jou?!’
‘Een mislukking, ik weet het.’
‘Het zou bovendien eens iets anders zijn voor Nectar, hij is de laatste tijd zo bezig-bezig.’
‘Men zegt dat hij vorige week drie uur heeft doorgebracht in een door Berlage ontworpen toilet...’
‘Ooooooh!!!’
‘...en dat hij kort daarna werd gezien op het trottoir voor een door De Klerk ontworpen slachthuis en dat hij zich toen, en plein public nota bene, verscheidene malen heeft..., de rechtszaak is over tien dagen,’ zo fluisterde Hanna Claerendal gewillig in het oor van Arend Caball. De obsessie van de jonkheer was ook hem bekend.
‘Nee, nee, blijf af...’
‘Toe, eventjes maar, één keertje...’
Iedereen begon scandaleus door elkaar te kwitter-kwetteren.
- ‘Dwie koffie, een glas watew en twee powties vlugzout!’
‘Je zúlt moeten toegeven dat het geheel nogal vulgair aandoet.’
Een platvloerse zon besproeide gouden de waggel-wiegende korenvelden, vizioenen van Tahitiaanse dansen tevoorschijn roepend.