[Nawoord]
Dit nummer kwam tot stand in samenwerking met dr. Uwe Martin, directeur van het Goethe Institut te Amsterdam, en werd geredigeerd door Martin Ros en Gustav Adolf von Winter, bibliothecaris van het Goethe Institut.
Personalia van enkele der medewerkenden: Hans W. Bakx, vertaler en student Duitse taal en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam.
Dr. A.P. Berkhout, germanist te Apeldoorn. Francis Bulhof, docent Department of Germanic Languages aan The University of Texas at Austin.
H.W. von der Dunk, hoogleraar in de geschiedenis van de 20ste eeuw aan de Rijksuniversiteit te Utrecht.
Jaap L. Goedegebuure, wetenschappelijk ambtenaar in dienst van zwo, aan de Rijksuniversiteit in Leiden, maakt deel uit van de redactie die de uitgave van de verzamelde brieven van E. du Perron voorbereidt.
Hans Hom, vertaler te Amsterdam.
C. Soeteman, hoogleraar in de Duitse taalkunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden.
Roswitha Wiegmann, studeert Duitse taal en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Bereidt een dissertatie voor over Thomas Mann als essayist.
M.H. Würzner, lector voor Duitse taal en letterkunde aan de Rijksuniversiteit in Leiden.
Het caricatuur-vignet op pag. 11 is van Barrigne, dat op pag. 19 van Thomas Mann zelf (1889), op pag. 22 van ‘Sten’, op pag. 35 van B.F. Dolbin, op pag. 36 van ‘Wiaz’, op pag. 47 van Orlic, op pag. 52 van Julem, op pag. 77 van Eugen Spiro, op pag. 87 van Gerd Burtchen, op pag. 92 van Th. Th. Heine (met als titel ‘Thomas Mann und sein Sohn Klaus) en op pag. 129 van David Levine.