Maatstaf. Jaargang 23

[p. 77]

De plastic zak

16.2.'75

Beste Martin Ros,

Kortgeleden een prachtboek en nu al weer een brief. Het kan niet op! Maar we hebben indertijd ook een afspraak gemaakt om tot een enigszins vaste medewerking voor Maatstaf te komen. Door allerlei omstandigheden is daar toen niets van gekomen maar nu mijn definitief vertrek naar Frankrijk voor de deur staat, andere literaire bladen ook niets bizonders te bieden hebben, kranten niet in mijn lijn liggen en mijn ervaringen met de weekly's niet om opgewonden over te raken, is het misschien zinvol voor alle partijen om hierover een of ander besluit te nemen. Ik dacht aan bijdragen van rond de 3000 woorden per Maatstafnummer. Wil je me hierover p.o. iets laten weten en wanneer in positieve zin besloten wordt, het maksimum aan honorering? Je

Heere Heeresma

Postbus 10579

Amsterdam

Beste Heere Heeresma,

Dank voor je briefje, eindelijk weer teken van leven in aansluiting op reeds weer van menig zondig jaartje her daterende afspraken. Ik blijf zelf zeker een voorstander van stukken jouwerzijds en de omvang per nummer lijkt me prima maar veel verder dan f 25, - per pagina zouden we waarschijnlijk nooit kunnen gaan en bovendien moet ik je voorstel nu wel gewoon inbrengen in de aanstaande redactievergadering. Dat zal eind deze maand zijn, je hoort meteen als ik er mee rond ben. Als jij me intussen alvast kan laten weten welke je uiterste financiële eisen zijn ben ik ook al weer een stuk wijzer. Dat het toch Frankrijk geworden is verbaast me. Je zult er specifieke redenen voor hebben. Voorts voel ik mezelf soms aanvoerder van een sloperij wat ook voor Theo geldt, kortom, het is verschrikkelijk en moordend druk en bij constant werken voor zoveel uitgeverijen en kranten en tijdschriften tegelijk blijven vrijwel alle eigen projecten waaronder weer zo'n mooie mirbeau-vertaling compleet liggen, wat ook niet leuk is in deze toch al wrede wereld. Wees intussen als altijd verzekerd van mijn beste wensen, hartelijks, Martin Ros

20.2.'75

Ik vrees, beste Martin Ros, dat er misverstanden dreigen te ontstaan omtrent mijn medewerking aan Maatstaf.

Kijk, ik heb met jou en de heer Sontrop indertijd afgesproken dat ik in Maatstaf nieuwe stijl voor zo'n 250 à 300 gulden een geregelde rubriek zou verzorgen onder de titel Heeresma's Corner. Door allerlei en overigens zéér respektabele redenen werd die medewerking vertraagd. Wat ik dus deed was in allereerste instantie een belofte nakomen. Daarnaast speelde de overweging dat ik niet één, twee, drie een ander blad zag waar ik met een rubriek in kon funktioneren. Maar dat zegt natuurlijk niet dat ik Maatstaf ideaal acht voor mijn aktiviteiten i.d. Een eventuele medewerking aan Maatstaf is in ieder geval wél een financieel offer, door mij gebracht want die f 100, - kan ik overal vervijfvoudigen op zijn minst. En dan ga ik er nog maar aan voorbij dat jullie financiële aanbod nú een fraktie is van het aanbod tóen. Nu zou dat allemaal nog wel recht te strijken zijn geweest. Na een jaar zouden jullie immers genoeg tekst hebben om mijn stukken te bundelen en daar verkoop je op je

[p. 78]

sloffen in het jaar van uitgifte weer zo'n 15.000 eksemplaren van. Maar je voorstel dat mijn medewerking eerst weer aan de redaktie dient te worden voorgelegd knalt wat mij betreft definitief de deur in het slot. We verliezen toch niet de verhoudingen en een paar feiten uit het oog? Niet ik word immers noemenswaard beter van Maatstaf maar Maatstaf wordt beter door mij. (het gaat me te ver dit nog nader te benadrukken maar we denken dan bijv. alleen maar even aan de gang van zaken, de groei in abonnementen en losse verkoop van o.a. Soma en pc)

Daarbij komt nog iets. In jullie redaktie zit de heer Komrij die dan mede zou oordelen over mijn medewerkerschap. Nu wil ik geen onduidelijkheid laten bestaan over mijn mening omtrent hem. Ik heb Komrij een twee, drie maal ontmoet en een normaal gesprek met hem gevoerd. Hij schrijft daarbij soms frappante gedichten. Als kritikus acht ik hem echter een fluim. Het spijt me. Waar Lehmann in vn mee begon heeft hij tot een hoogtepunt verheven. Maar waarin en waarvan? Daarbij heeft hij mij via mijn werk in vn ronduit beledigd. Onder het motto ‘wie kaatst moet de bal verwachten’ heb ik op de mij favoriete wijze daarop gereageerd. 'sMans ijdelheid doet hem sindsdien azijn pissen. En dat zou over mijn medewerkerschap moeten beslissen? Kom nou! In de wetenschap dat ik tenminste getracht heb onze afspraak na te komen, trek ik dan ook hierbij mijn aanbod tot medewerking aan Maatstaf in. Je

Heere Heeresma

Postbus 10579

Amsterdam

ps Ik heb er geen bezwaar tegen wanneer je heer Sontrop deze brief laat lezen zodat ook hij op de hoogte is van mijn overwegingen.

[p. 79]

De plastic zak
Le salon des refusés

[p. 80]

De plastic zak

Voorlichtingsdienst

MINISTERIE VAN CULTUUR RECREATIE EN MAATSCHAPPELIJK WERK

steenvoordelaan 370 rijswijk (zh) telefoon [phone]

Persbulletin nr. 1595

bericht 30/75

maandag, 17 februari 1975

besteding begrotingsgelden 1974 voor kunstexperimenten

De minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, mr. H.W. van Doorn, heeft in 1974 subsidies voor experimenten op het gebied van de kunsten en kunstzinnige vernieuwingen besteed tot een totaal bedrag van circa f 1.200.000, -. Deze subsidies werden verleend aan de volgende personen en instellingen voor de daarbij vermelde projecten:

Woody van Amen, kopie-reis naar Zwitserland als gemaakt in 1929; Amsterdams Elektries Circus, opbouw experimenteel podium; Stichting Artec, startkosten; W. Breuker, project ‘Anthologie’; T. Burgering, het maken van hoogfrequentmeters die neon kunnen laten branden zonder electroden en snoeren; L. Cahn en M. Rens, project Gasbas (omzetten van gasstroom in hoorbaar signaal); Joop Dam, getijde-mobile (gebedsmolen); mej. J.W. Deurloo, communicatiegericht project mobiel totaaltheater; Loek Dikker, workshop, gericht op het vertrouwd maken van strijkinstrumentalisten met (jazz)improvisatie-tradities en nieuwe vormen van instrument-gebruik en composities; Stichting Eigentijdse Dans, voortzetting meerjarig experimenteel program; L.A. van Gasteren, waarnemingsonderzoek op film; Peter Gentenaar, combinatie van grafiek en plastiek; A. van Herpen, waarneming bewegende punten, lijnen en vlakken; K. Hin, film ‘Roodkapje’; Th. Kley, aero-optica experimenten; Groep Krak, ‘inpak-project’; Kritiese Filmers, audio-visueel totaalprogramma; Ludic City Architects, ontwikkeling van z.g. parapluie-dome; B. Maters, A. van der Mark, K. Flinterman, onderzoek naar ontwikkelingen in de monumentale vormgeving i.v.m. integratie met architectuur en stedebouw; Ileana Melita, uitvoering Songbook van John Cage; O. van der Mieden en J. van Leeuwen, bestudering van relatie tussen keramiek en poppenspel; Reinjan P. Mulder, fotoproject objectief beeld van Nederland (voortzetting experiment); Nederlands Vocaal Ensemble, project ‘componisten-atelier’; Stichting PARA, environments en andere experimentele plannen voor de Haarlemmermeerpoort, Amsterdam; Penta-Theater, balletproject op basis van collectieve improvisatie; Theaterwerkgroep Perspekt, vervolg tweejarig experiment; Plastics Werkplaats Nederland; De Utrechtse Kring, opera ‘Eumelia’; mej. F. Verdonk, leggen van relatie tussen verschillende disciplines en leggen van relatie naar de mensen toe. Verder werden ten laste van het begrotingsartikel voor deze experimenten - waarop in totaal f 1.250.000, - beschikbaar was - honoraria betaald in verband met de voorbereiding van enkele publikaties over experimenten.

De termijn voor indiening van aanvragen voor 1975 is per 1 februari j.l. gesloten.