Jan Biezen Een wonderlijk verhaal
Een smal voetpad leidde naar de kleine groep oude huizen omgeven door bomen en struikgewas even buiten de stad. Het tuinhek stond met doorgeroeste scharnieren tegen een zijpaal gezet. Ik baande mij een weg door het hoogopgeschoten onkruid naar het vervallen huis. Alle benedenramen waren met stevige planken dichtgespijkerd. Uiteindelijk na lang kloppen kwamen voetstappen naderbij en verscheen Kees Aalsterman bijgenaamd Rooie Kees in de deuropening.
‘Hallo Kees,’ zei ik zo joviaal mogelijk. ‘Ha, Willem, kom binnen,’ antwoordde hij zuinigjes. Nadat ik binnen was gegaan sloot hij de deur achter mij met een grendel. Haast overal langs de zwartgeschilderde muren stonden boeken opgestapeld. In de woonkamer rookte de kachel in het kunstlicht. Geen straaltje daglicht drong hier door. ‘Ga zitten,’ zei hij op een oude fauteuil wijzend. ‘Ik ben juist bezig de kachel aan te steken.’ Nadat de rook wat was opgetrokken ging ik zitten.
‘Hoe gaat het leven Kees?’ vroeg ik om iets te zeggen. ‘Z'n gangetje! Ach ik leef eigenlijk van de ene in de andere dag. Er gebeurt hier niet veel. Alleen is er onlangs twee keer achter elkaar ingebroken en werd het hele huis doorzocht. De laatste keer werd mijn kleine radio gejat.’ Ik keek rond. Overal lagen gebruiksvoorwerpen verspreid. In een wasbak lagen kranten, brieven, bestek en eetwaren kris kras door elkaar.
‘Wat willen ze hier nu zoeken Kees?’ vroeg ik. Hij haalde zijn schouders op. ‘Niets,’ grijnsde hij. ‘Maar misschien zochten ze informatie over de op handen zijnde mijnwerkersstaking. Je weet wel Willem, die keiharde strijd om de macht over het beest: de anonieme arbeidersmassa,’ zei hij met een harde trek om zijn mond.
‘Zeg, Willem, heb je trek in een kop tee?’ ‘Graag.’ Hij vulde een gedeukte ketel met water, stak het gas aan en zette hem op het gasstel. ‘Wat denk je dat er zal gebeuren Kees?’ ‘Wel, ongetwijfeld breekt deze week nog de grootste mijnwerkersstaking uit die ooit in deze streek is gehouden. Het zal een hardnekkige en langdurige strijd worden. Je kent de problemen: de inflatie holt iedere loonsverbetering weer onmiddellijk uit. Daarnaast hangt het spookbeeld van de mijnsluitingen zonder dat er nieuwe werkgelegenheid in deze streek is voorzien boven de hoofden van de mijnwerkers. Zo'n situatie is rijp voor aktie,’ zei hij zelfzeker.
Toen het water kookte hing hij de teebuiltjes in de koppen en goot er heet water over. Hij gaf mij een kop en ging in de andere fauteuil zitten.
‘Hoe ben je bij dit alles betrokken geraakt, Kees?’ ‘Wel, dat is een lang verhaal, Willem. Jij weet ook hoe raar je leven kan verlopen. Als je iets wil bereiken moet je ervoor vechten. Dat is nu eenmaal zo! Maar vooral met jezelf. Uiteindelijk blijkt alles om macht te gaan,’ zei hij peinzend en na een korte pauze vervolgde hij: ‘Het is al lang geleden dat ik tussen anderen gedrongen in de reusachtige alma mater-aula zat. Het was of de kerkelijke autoriteitenprocessie eindeloos langs ons bleef trekken. Later herinnerde ik het mij steeds als een soort ensoriaanse intocht van Kristus in Brussel. Haast hooghartig bezetten ze hun historische zetels. Het was of er weer een onheilspellend inkwisitie-tribunaal klaarzat voor een meedogenloos auto-da-fé! Zo voelde ik het en zo voel ik het nog steeds.
Toch was ik zeker van mijzelf. Immers voor het eerst in mijn leven stond ik op het punt zelf een beslissing te nemen. Het zelf iets beslissen leek reeds lang in mijzelf verdrongen. Het