Maatstaf. Jaargang 23(1975)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Jan Kal Vrijheid en Demokratie gevolgd door De Kunstliefhebber Vrijheid en democratie I Marina zei: ‘Mijn ouders zijn privé heel anders dan ze lijken in publiek. Ze zeggen uit te gaan van het idee dat ze me vrij laten, ook politiek. Je weet, ik stemde niet de vvd. Meteen mijn moeder op bezoek. Paniek! Ze zei: Je hebt toch ons en alles mee? Moet jij afzakken naar die linkse kliek? Ik kreeg totdat ik in de kerstvakantie naar Haarlem ging de tijd voor argumenten om dan goed voorbereid met hun te praten. Nou ja, dat kon ik net zo goed wel laten, want hij denkt toch alleen maar aan z'n centen, Mijn vader, met z'n stomme arrogantie. [pagina 25] [p. 25] II Mijn vader was wel zo ontzettend kwaad, hij bleef maar doorgaan: Jij!? de ppr!’ die mij m'n centen uit de zakken slaat als ze de kans krijgen? Dat gaat te ver! Zeg niet dat ík je nu de weg versper, maar 't is de consequentie van jouw daad dat Juffrouw Radicaal haar maandgeld er met honderd gulden achteruit op gaat. Ja, dat is nu eens iets wat ik beslis, dan kan je ook eens voelen wat dat is. Je bent voor mij een en al ergernis. En Mamma zei: Je kon het toch niet aan, dat je je eigen weg van ons mocht gaan. Je kan nog niet op eigen benen staan.’ III Ik vroeg, toch weer verbaasd: ‘Pik je dat dan?’ Marina zei: ‘Zo ligt dat nu eenmaal. Jij doet steeds of je dat zo gek vindt, Jan. Bij ouders is zoiets toch heel normaal? Mijn vrienden hebben het haast allemaal. Bij een vriendin thuis zeiden ze: Hoe kan iemand nou rood stemmen en helemaal zichzelf weggooien? Kind, waar eet je van? Pappa zei eerst toen hij was uitgedonderd: Ik was het al van plan hoor, die vierhonderd, want dat krijgt iedereen, jij uitgezonderd; maar laatst was de familie bij elkaar bij Pappa's ouders, en toen ging hij daar zichzelf beklagen in het openbaar: [pagina 26] [p. 26] IV Alles krijgt ze van ons, zo lang ze leeft, maar zij behandelt ons als niet goed snik. In plaats van dat ze naar het goede streeft doet ze ons dít aan, en ze geeft geen kik. Zie je nou wel dat je niks om ons geeft, maar ons te schande maakt? Waarom moet ik de enige zijn die zo'n dochter heeft? Maar daar denkt ze niet aan, geen ogenblik. Toen Pappa dat heel zielig had verteld, zeiden mijn neefjes, die van Tante Ger, dat ze nog even iets uit wilden leggen. Ze hadden, wat ze eerst niet durfden zeggen, Geen vvd gestemd, maar ppr. Ach, toen keek Pappie zo teleurgesteld.’ De kunstliefhebber Ze zei: ‘Die oom, die is bankdirecteur. Laatst liet hij in zijn huis een schatting doen. Een beeldje dat ik had gemaakt bleek toen verdrievoudigd in waarde. Willekeur. Hij zei, niet om het mooi maar om de poen, En op de toon van een collectioneur: Ik wil er nog een in m'n interieur. Ik kon niet weigeren met goed fatsoen. Gaat u maar mee, zei ik. Je krijgt zo'n hint dat je wel moet. Mijn oom antwoordde: Kind, zoek zelf maar uit wat je het beste vindt.’ ‘En dan doe jij,’ zei ik, ‘wat je niet zint.’ Marina zei: ‘Omdat je toch nooit wint! Je krijgt maar ruzie, hoe je ook begint.’ Vorige Volgende