Maatstaf. Jaargang 22(1974)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] C. Buddingh' Ietwat somber gedicht, dat begon als een ode aan de merel In mijn jonge jaren was je een rara avis, dat wil zeggen: men zag je weinig, misschien dat je meer huisde in al dat vanzelfsprekend groen waarin stadjes en dorpen maar stippen waren, enkel bij regenweer strooide je soms uit de top van een iep of de rand van een villadakgoot je fonkelende kraaltjes geluid over klinkers en kolengruis neer. ‘Hoor je de merel?’ zeiden we tegen elkaar, zoals we naar buiten stormden wanneer er een vliegtuig boven de stad kwam: ‘Kijk, kijk, daar gaat het!’ En jouw fluiten had zoiets feestelijks, als het bruisen van de gazeuse in een kogelflesje, maar ook iets heel triests en melancholieks als een zondagmiddag wanneer het voetballen afgelast was. Nu, een halve eeuw later, hebben snelwegen, fabriekscomplexen, woonwijk na woonwijk na woonwijk in al dat groen huisgehouden, als eertijds de Inquisitie in Mexico, maar jij hebt, merkwaardig genoeg, niet de wijk genomen, maar juist bij de mens je toevlucht gezocht: jij schijnt te floreren bij staal en beton, uitlaatgassen en insecticiden. [pagina 26] [p. 26] Ik kom je wel honderd keer per week tegen: in bosjes, in struiken, op televisieantennes, in tuintjes, waar ik soms bijna op je trap - o, natuurlijk schiet je toch op het allerlaatst weg, maar soms denk ik: nog eventjes en je nestelt (bij wijze van spreken dan) in mijn haar! En hoe moet dat dan, vriend - ik bedoel: je bent altijd heel welkom natuurlijk, maar toch niet op de badkamerkraan? En daar komt de aap dan weer levensgroot uit de mouw: we noemen je vriend, zolang jij je op een afstandje houdt - o, er is best een plekje voor je, maar dan in ons hart, niet aan onze tafel: nee, stel je voor: misschien kak je wel in de soep - heus, laten we eerlijk blijven: wij zijn de vorsten en jij wordt getolereerd om je trillers, maar daar blijft het dan ook bij. De mens is, helaas, niet romantisch: ook al zong jij nog tien keer zo fraai als je doet, als je vier of vijfmaal zoveel vlees aan je lijf had, was je waarschijnlijk al lang uitgestorven, of werd je bij miljoenen vetgemest op een merelfarm: zo zie je maar weer: een zanger kan 't best vel over been zijn - misschien dat er dan ook voor hem hier en daar een paar kruimeltjes overschieten. Vorige Volgende