Maatstaf. Jaargang 22(1974)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Jan Kal Drie verjaardagsgedichten Ellen's achttiende geboortedag 't Is achttien jaar geleden, lieve Ellen, dat je geboren bent, ja, achttien jaar. Was het maar mogelijk, één keer nog maar, elkaar te zien, of enkel op te bellen. Sinds wij door de ontmoeting met elkaar een nieuwe tijdsrekening gingen tellen, zat ik ons twee het liefste voor te stellen op deze dag als een gelukkig paar. Je zat verstikt in de problematiek en wou gezond worden, niet geestesziek, en vóór de zomer weg uit de kliniek. Was het nou opzet, of dus toch misschien een ongeluk dat jij, Almost Eighteen, je achttiende verjaardag niet zou zien? [pagina 12] [p. 12] 21 Juli 1974 Oma negentig Jarige oma, u bent vanzelfsprekend het middelpunt van de families Kal, Fowler en Hoek. Zeggen wat u betekent is iets wat ik niet eens proberen zal. In 't Psalmboek bij het eendere getal als u nu jaren telt staat het uitstekend: Eer Hij de wereld schiep was God er al, die ons een toevlucht is waar u op rekent. De dagen van de mens zijn zeventig en in geval wij sterk zijn tachtig jaren, maar die van onze Oma negentig. Dat God u nare dingen mag besparen, en soepel van gewricht en levendig van geest u lang voor ons nog mag bewaren. Neeltje dertig Neeltje, ik las je allereerste werk zo'n negen jaar terug, in Bennebroek. 's Zaterdags keek ik in de Dichtershoek of er iets nieuws in stond van Sophie Perk. Vervolgens kwam je schitterende boek onder je eigen naam, een handelsmerk waar je de pest in kreeg, maar waar ik sterk door ben geraakt. Zo ging ik zelf op zoek. Toen ik je trof op Poetry, ach ja, bleek je geboren zestig jaren na mijn grootmoeder, ook een Cornelia. Het maakt me blij dat ik je heb ontmoet naast dichteres nu ook in vlees en bloed: wat je in proza zei deed mij zo goed. Vorige Volgende