Maatstaf. Jaargang 22(1974)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Anton Hermus Gedichten Noordzee Voor Jany wier manie dichten is Schepen, roest en robbengraven voert de zee naar de stranden. Heren strekken nijvre handen, begroeten gebukt haar vondsten. Aan de kim avondt het al wat, de meeuwen schreeuwen breder. Aan mijn voeten strekt de zee zich neder: ik vond haar weder! Ik dring mij diep naar binnen en ervaar gans buiten zinnen verstomd haar willig klimaat. Oh, hart van Scheveningen!, als uw zeeën konden zingen: terstond was ik van de straat. [pagina 9] [p. 9] Stamvader (...) dichter bij de waan Hans Verhagen Traag legt de roos in de navel van het leven haar blaren af. In de speelweide van de dood waaiert men mij toe met zwavel. Neen, ik steek niet de loftrompet noch roer ik daarbij wijd de trom. Neen, ik steek té vaak al over straten en loop me daarbij krom. Slaap bij gindse heidevelden bespoelt zijn doof en droef gemoed. Geen kwellingen doen hem vellen maar zelfs geen sporen laat hij na. Reeds wentel ik de hoge hoed, bekijk de grond en grijp de spa. Windkracht Hemeltjelief! Mien Dammers Gelegen onder een wollen deken hoorde je de wind zijn hagepreken afsteken tegen daken en ruiten. Wat moest het spannen!, daar buiten. Hij zweept en met welk een bravoure! en rolt drachtig de kop; brave boeren brengen rap bij tal het vee onder kap. De storm laat sporen na, stap na stap. Gelijk vet zo stijf staat hij paraat. Straf zwengelt d'ouwe orgelman aan zijn loden rad, maar de wind die praat voor drie, laat vele schepen vergaan aan de einder. De zee gaat onder en hoog daarboven schuilt den donder. [pagina 10] [p. 10] Landschap aan de Lek Hoog huilt de wind om de kantelen. Daar sta 'k verlaten op de Mazijk en 't leven kan me niets meer schelen. De pannen en de akkers van Wijk bij Duurstede worden nat en melig schuift het verstoord haar gordijnen toe. Regenvlagen vlaggen vlug, voordelig door de sloppen; mijn lustoord is moe. In de kruinen der kastanjes kraaien kraaien helse mirakels tot d'opperfazant die zijn franjes te drogen legt. - O wee!: obstakels zwaar aangedikt door de eeuwen staan mij in stilte toe te schreeuwen. Vorige Volgende