maar eerder een deel van de misdaad was.’
Foucault en zijn studenten beschouwden dit als zo'n bijzondere zaak, dat zij alles wat er nog over Rivière te vinden was bijeenbrachten en met hun aantekeningen over de moordenaar, de medici en de rechters publiceerden als een uiterst curieus boekje (Moi, Pierre Rivière, ayant égorgé ma mère, ma soeur et mon frère... présenté par Michel Foucault, uitgave Gallimard-Julliard, collection Archives). Het geeft een beeld van de bij hun verklaringen van de moord met elkaar vechtende artsen, rechters, advocaten, aanklagers en dorpsbewoners en van Pierre Rivière, die gemoord had om een glorieuze dood te kunnen sterven als de bevrijder van zijn vader.
Nadat Marie Rivière hem had zien wegrennen, was moordenaar Pierre niet volgens zijn aanvankelijke plannen naar de politie gelopen, maar de bossen ingevlucht. Op 5 juli 1835 kon de krant Pilote du Calvados de streekbewoners geruststellend melden: ‘Een zekere Pierre Rivière uit Aunay, dader van de drievoudige moord waarover wij eerder schreven, is eergisteren, twee juli, door de gendarmeriebrigade van Langannerie gearresteerd. Hij was bij zijn arrestatie gewapend met een pijl en boog, twee messen en een pennemesje. Men heeft eveneens een zwavelstokje op hem gevonden.’
Op 9 juli 1835 werd Pierre Rivière voor het eerst verhoord door de rechter van instructie. Eén van de vragen: ‘U wilt uw misdaden excuseren door, het is absurd en goddeloos, te zeggen dat zij u door God zijn opgedragen; geef liever toe dat u, ongelukkigerwijs geboren met een verschrikkelijk karakter, u heeft willen baden in het bloed van uw moeder die u lang haatte, die u vooral haatte sinds zij het voornemen had haar scheiding van uw vader door te zetten.’
Door de procureur-generaal werd de verdachte later gekenschetst als een ‘dromer, met een hevige, wreedaardige en onstuimige verbeelding’, die de moord met voorbedachte rade zou hebben gepleegd. Al jong had hij plezier in het kruisigen van kikkers en jonge vogels. Pierre Rivière zelf werkte van 10 tot 21 juli 1835 aan de schriftelijke uitleg van zijn daad. ‘Ik, Pierre Rivière, moordenaar van mijn moeder, mijn zuster en mijn broer, die bekend wil maken welke aanleidingen mij tot deze daad hebben gebracht, ik heb heel het leven beschreven dat mijn vader en mijn moeder samen hebben geleden tijdens hun huwelijk.’
Zijn ‘Samenvatting van het leed en de smart die mijn moeder van 1813 tot 1835 mijn vader heeft doen ondergaan’, is een gedetailleerde beschrijving van het mislukte huwelijk van zijn ouders. Zijn vader had in 1813 de keuze: of de dienst in of een vrouw zoeken, snel trouwen en vrijstelling krijgen. Hij vond Victoire Brion, die ondanks het weinige enthousiasme van haar ouders bereid was met hem een huwelijk aan te gaan. ‘Mijn vader, die haar zag huilen, dacht bij zichzelf: zij houdt van mij, zij huilt immers.’ Pierre lijkt geobsedeerd te zijn geweest door contracten. Hij beschreef precies alle huwelijks-voorwaarden van zijn ouders en wist zelfs te melden welke goederen zij samen inbrachten. De totale waarde was 400 francs. Hij vertelde wanneer zijn vader voor het eerst met zijn moeder naar bed ging, hoe zijn koele moeder bij haar ouders bleef wonen en hoe zijn vader steeds minder redenen zag om haar te bezoeken. Na haar bevalling van Pierre in 1815 ging Victoire bij haar man wonen, maar zij keerde al spoedig naar haar ouders terug. ‘Zij wilde dat hij zich als knecht verhuurde en dat hij haar ieder jaar zijn verdiensten zou komen brengen om erover te kunnen beschikken zoals zij dat wilde, mijn vader zei dat hij bezigheden thuis had en zich niet als knecht kon verhuren en daarna, toen hij zag hoe zij hem behandelde, besloot hij haar niet meer te gaan zien...’
Uit de enkele ontmoetingen van Pierres ouders werden toch nog drie kinderen geboren. Later, toen de vader door Victoires vele eisen diep in de schulden was geraakt, werd de scheiding definitief en was Pierre het enige kind dat bij zijn vader ging wonen. Hij besloot wraak te nemen voor alles wat zijn vader was aangedaan.