Maatstaf. Jaargang 21(1973)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Berend Lasseur Gedichten Paard smorgens in de trein als alles nog lijkt te slapen en ik bij toeval bij het raam zit en de witte merrie zie tussen nieuwerkerk en rotterdam waar de trein langzaam rijdt wegens werkzaamheden aan de dijk lijkt zij in mijn matineuze onuitgeslapenheid heel veel op een mooie onbeweeglijke jonge en zeer blanke vrouw - naakt zomaar in het land roerloos bij het hek - die het erg koud heeft op een vroege septembermorgen 199671655 Droom vannacht, dat was de nacht van zeventien op achttien acht gingen we laat naar bed vanmorgen droomde ik heel even van loes meijer die ik zag op straat - ik meen in rotterdam we liepen allebei dezelfde kant op we praatten niet erg veel en ik wist niet of ze het was met sproeten (uitgebleekte) [pagina 31] [p. 31] zo liepen wij, mischien reed ik, en ik wist niet of er iets te zeggen viel of niets ik werd even wakker, zag jou, viel weer in slaap en droomde iets heel anders en dat ben ik weer vergeten 148711510 De dag na de avond het boek ligt nog naast me de fles is leeg bert voeten weer gevonden het bord weer bekeken pieter is weg - hij werkt en voelt ook zijn kater niet meer alleen jij nu nog - ik zag je lopen over het balkon twee asproos je wordt wel weer fit (buitenlucht blijft tenslotte buitenlucht) hoe was het? om half vier gingen we naar bed en half tien sliep ik (vreemde eigenschap) en jij werd even wakker toen ik het bed verliet - de poes kwam binnen en wilde weer weg - ik heb het bord bezien en de krant van gisteravond en die van vanmorgen doorgenomen wat kan ik nog meer willen op zesentwintig acht nu de zon schijnt en er overal wordt gewerkt? 168711443 Vorige Volgende