zeer ‘bruine’ critici, zoals Friedrich Sieburg, Günter Blöcker of Georg Ramseger de literaire pagina's van de grootste Westduitse bladen verzorgden of beheersten). Benn's afzweren van de ratio en zijn verheerlijking van het irrationalisme en Jünger's gefixeerd-zijn op de macht, weerspiegelden helaas maar al te precies de instelling van een groot gedeelte van onze gemeenschap, die geenszins “heropgevoed” was...’ In ieder geval was er alle belangstelling voor het nieuwe werk van Ernst Jünger, zoals Strahlungen (1949), Heliopolis - Rückblick auf eine Stadt (1949), Besuch auf Godenbolm (1952), Das Sanduhrbuch (1954), enz. Ik wil graag bekennen dat ik het niet allemaal gelezen heb. Wat mij bij mijn bezoek in Wilflingen opviel, was het feit dat ook de Oosteuropese collega's zeer geïnteresseerd waren in Jünger, misschien met uitzondering van mijn ‘uitzondering’. Er was een heel levendige discussie, er werden over en weer vragen gesteld en voor een enkel ogenblik scheen Tsjechoslowakije even vergeten. Ik kan niet zeggen dat ik zelf overliep van belangstelling. In de tuin liep ik wat met mijn recordertje te spelen, ik wilde zo maar wat stemmen door elkaar opnemen. Op een bepaald ogenblik stond ik tegenover Jünger, die mij vroeg wat ik met dat ding wilde. ‘Een paar vragen stellen,’ zei ik, al had ik eigenlijk niets te vragen. Ik had mij er ook niet op voorbereid. Hier volgt het korte gesprek dat nogal abrupt eindigde:
vraag: Mag ik met een eerste vraag beginnen: Wat doet u nu?
Jünger: Wij staan nu met elkaar in de tuin onder een pruimenboom en wij hebben zojuist al de bloemen en planten bewonderd. Vanmorgen heb ik gewerkt aan een nieuw boek, dat ik thans voorbereid. Het zal overigens nog wel twee jaar duren. Voorlopig heb ik het de werktitel ‘Drogen und Rausch’ gegeven. Eens zien wat het wordt.
vraag: Bent u daarin erg geïnteresseerd? Ik vraag het u daarom, omdat, zoals u misschien weet, ook in Nederland tegenwoordig grote belangstelling bestaat voor lsd. Enige tijd geleden verscheen er een tijdschrift - een literair tijdschrift - met uitsluitend lsd-bijdragen.
Jünger: Dat is mij bekend. Ik heb immers, overigens samen met professor Hofman uit Bazel, die de lsd heeft ontwikkeld, misschien de allereerste experimenten gedaan, in Bazel.
vraag: Kunt u mij daarover iets vertellen?
Jünger: Ik vond het overigens niet zo opwindend als het experiment, dat wij daarvoor met mescaline hebben gedaan. Voor mij was mescaline een soort koningstijger en lsd in vergelijking daarmee een soort huiskat.
vraag: Een papieren tijger misschien?
Jünger: Professor Hofman was echter van mening, dat hij waarschijnlijk een te kleine dosis had genomen, anders had ik wel iets anders kunnen beleven.
vraag: Houdt u zich allang met deze experimenten bezig?
Jünger: Dat wel, maar ik zou willen zeggen, steeds met een tussenruimte van twee, drie jaar. Dergelijke dingen kun je nu eenmaal niet doen als kettingroken.
vraag: En andere middelen, zoals marihuana bijvoorbeeld, vindt u die volstrekt onschuldig?
Jünger: Nee, nee. Dat heb ik nog niet geprobeerd.
vraag: Dat hebt u nog niet geprobeerd?
Jünger: Ik heb er ook een zekere angst voor, omdat het erg ‘exciting’ moet zijn. Marihuana is zoiets als hasjiesj. Dat zou ik niet goed durven.
vraag: Maar gaat u door met deze experimenten?
Jünger: Wanneer de gelegenheid zich daartoe voordoet, ja. Professor Hofman heeft mij zojuist geschreven dat hij weer bezig is een paar kleine verrassingen voor te bereiden. Deze chemici werken tegenwoordig heel erg systematisch. Wat vroeger alleen maar een kwestie van heksen of toeval was, dat staat tegenwoordig in het licht van echte berekening. Het wordt haast griezelig.