hoererij en der gruwelen der aarde.
En de tien hoornen die gij gezien hebt op het beest, die zullen de hoer haten, en zullen ze woest maken en naakt, en zullen haar vlees eten en zullen ze met vuur verbranden.
Want God heeft hen in hun harten gegeven dat zij Zijn mening doen, en dat zij enerlei mening hebben, en dat zij hun koninkrijk aan het beest geven, tot de woorden Gods zullen voleindigd zijn.
En na dezen zag ik een andere Engel, hebbende grote macht, en de aarde is verlicht gewor-
erbij, koos hij een manager en een zaakwaarnemer, en stichtte hij zijn eigen fonoplatenmaatschappij ‘De Jesses Familie’. Revolutie, moord en doodslag, het was vergeten: hij had zijn eigen kleine belachelijke doel bereikt. Hij kwam dan eindelijk in de bank der beschuldigden, maar het leek erop of daar een wereldberoemde star of een internationale politieke figuur zat, met vier vijf mikrofoons bij zich. Zijn haren waren nog steeds even lang, maar de baard had hij laten wegscheren.
Hij leek hierdoor een heel andere te zijn, een Jesses die men niet kende, jeugdiger, maar ook duivelser. Men zag hem hierdoor wat meer in het ware gelaat, dat van een sluwe maar ziekelijke rat.
In de mikrofoons zei hij, onschuldig te zijn. ‘Ik heb niemand gedood, ik heb ook niemand opdracht gegeven te doden. De mensen die u “de familie” noemt, zijn mensen die u niet wilt. Hun ouders hebben hen verstoten en ik heb het beste gedaan wat ik kon doen: ik heb hen opgenomen op mijn vuilnisbelt.’ ‘Mooi gezegd,’ zei de rechter, ‘maar u praat er omheen, u hebt ze op die vuilnisbelt niet opgenomen maar gelokt.’ Hij zweeg en liet even zijn blik over de meisjes gaan, die ginder eveneens naast elkaar op de bank der beschuldigden zaten. Dan ging hij verder met er omheen praten, en met het vooral over zichzelf hebben: ‘Twee derden van mijn leven heb ik in gevangenissen doorgebracht en ik wens niets beters dan voorgoed in de gevangenis te blijven, dat betekent niks voor mij. U hebt mij uit mijn voorgaande gevangenis weggetrapt, terwijl ik er niet om gevraagd had vrijgelaten te worden, want ik hield ervan met mezelf alleen te zijn. Ik kan dit alles moeilijk uitleggen aan mensen die met uw soort hersenen denken, en die niet de gedachtenwereld begrijpen van iemand die nooit mocht denken.’ Hij keek naar de vier vijf mikro's voor zijn neus, en zei: ‘Ik heb mijn leven in de gevangenis doorgebracht, en zonder ouders... Ik heb altijd opgekeken naar de sterkste, als naar een mij onbekende vaderfiguur.’
Zijn zelfbeklag stoppend keek hij nogmaals zijn meisjes aan. En over hen zei hij: ‘Deze kinderen, die met messen op jullie afkomen, zijn jullie eigen kinderen. Ik heb het hun niet geleerd, jullie hebben gezegd hoe slecht jullie kinderen zijn. Jullie maken jullie kinderen tot wat ze zijn.’ En de mikro grijpend die voor de publieke tribune bestemd was, riep hij naar de opeengepakte menigte: ‘Het duurt niet lang meer voordat jullie jezelf doden, omdat jullie allemaal gek zijn.’ Hiermede had hij nu iedereen eens zijn waarheid gezegd, en keerde hij zich tot de rechters. Tot hen zei hij: ‘Voor wat deze meisjes deden zijn jullie verantwoordelijk. Ik geloof dat het hoog tijd is, dat jullie eens over jezelf gaan oordelen.’ Ook al had hij gelijk, het was nogmaals iets typisch voor deze totaal losgeslagen en krankzinnige wereld van Babylon. De moordenaar zat er alsof hij de rechter was, en de rechters hoorden zich beschuldigen alsof zij de moordenaars waren.
Hij had ook met de meisjes in hun cel mogen praten. Ze hadden de rechters te verklaren, dat zij alleen schuldig waren aan de moorden, en dat hij er niets mee te maken had. Dat was een streek, helemaal in zijn karakter van rat, en toch waren de meisjes bereid op zijn verzoek in te gaan. Het betekent, dat zij de doodstraf konden krijgen, en hij vrijuit zou