Sinds ik, plus minus veertig jaar geleden, mijn ‘papa fume une pipe’ kreeg te leren en sinds ik, iets korter geleden, me voor het eerst in het engels moest verdiepen, hebben de Fransen en Engelsen (gelukkig) vastgehouden aan hun spelling; de heer Sciarone toont zelfs aan dat er - bij de gratie van de geborneerde Académie française - op dit gebied sinds de 17de eeuw in Frankrijk geen hervormingen hebben plaats gevonden.
Sedert ik het aap, noot, mies onder ogen kreeg heb ik daarentegen (ik meen) drie spellingswijzen moeten verteren. Zou ik, pak weg, driehonderd jaar oud zijn, dan had ik als Nederlander, mirabile dictu, geen leven gehad.
Ik vraag mij wel eens af of al deze hervormingen in onze spelling de animo van een buitenlander, die onze taal wil leren, niet aanzienlijk zullen bekoelen. En nu ik het toch over dit, overigens vrij zelden voorkomende, verschijnsel heb: een taal, waarvan de spelling zich uitsluitend naar de uitspraak richt en zich niet ophoudt met grammaticale logica, lijkt mij zeer onbenaderbaar. Het oude grieks moge dan, wellicht, de taalkundige overzichtelijkheid hebben weten te paren aan fonetische perfectie, de uitspraak van het nieuw-grieks leert ons dat deze combinatie niet duurzaam is gebleken.
Henkemans weet inderdaad niet dat ‘sirkus’, historisch gezien, verantwoorder is dan ‘circus’, maar hij wist wél dat circus van het griekse kirkos kan zijn afgeleid, en vindt nu twee keer een c voor twee keer een kappa beslist logischer. Misschien hebben de Romeinen beide c's als k uitgesproken; in ieder geval hebben ze het met twee c's geschreven. Ik vind het voldoende dat we ons bij de latijnse spelling en de nederlandse uitspraak houden.
Wat mij, bij alle doorwrochtheid van Sciarone's betoog, echter een beetje pijnlijk treft, is dat hij mijn verzuchting ‘Een leek over allergie’ toch niet goed gelezen blijkt te hebben. Ik zeg namelijk met zoveel woorden: ‘... houd ik mijn hart vast voor het in deze commissie te verwachten endemisch optreden van wat ik zou willen noemen de c-, q- en x-allergie’, en licht deze bezorgdheid uitvoerig toe. Dat ik