Maatstaf. Jaargang 11
(1963-1964)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 931]
| |
UltramontaansHet station in,
de stad uit,
de grens over,
Zwitserland door -
het idee
het idee dat ook ik een oogappel ben
van de Middellandse Zee.
| |
Aan zeeOp doodzijn na zijn wij gestorven.
Wij hebben de wonderen stuk voor stuk bedorven
op blootzijn na.
| |
[pagina 932]
| |
Media vitaIk weet wat het is
zo gezond als een vis te zijn,
maar hoe kan ik oud als ik ben,
oud als ik ben aan het worden,
de angsten van mijn armen afdoen,
de bangheid van mijn benen afgorden?
Hoe raakt een melancoliek
overal rondsnuffelende hond
vaste grond onder zijn voeten
kwijt?
Het wordt mijn tijd.
| |
UiteindelijkOudgediende die ik ben,
in het land der kinderen met twee handen vader
die warm zijn nu ik het doodzijn nog maar nader:
koud laat ik ze achter,
vinger naast vinger,
ader naast ader.
|
|