Maatstaf. Jaargang 11(1963-1964)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 890] [p. 890] J.B. Charles [Gedichten] Acting-out So often so often and always unexpected - maar het feit dat de stroom van mijn aktiviteit een paar keer plotseling haperde had mij moeten waarschuwen. Many times there is a feeling of being locked in which is due to a clever ability to project my conflict into the outside claustrum where the door and the walls weerwand zijn van mijn stem van mijn vuisten and an attempt is undertaken to split good and bad, to find de binnenste bewoner die mijn hart uit wil barsten en hem inpeperen: als tegen de muur geslagen als tegen de deur getrapt moet worden to find the object again zal ik dat zelf doen! [pagina 891] [p. 891] Maar God, laat geen schuld volgen! Integendeel, doe de schuld weg! Dat kan ik zelf niet, en jij bent mijn schepper dus jij bent de schuld, so be so kind as to take it back want anders val ik de Tegenschepper ten buit die ik hierbij attakeer. [pagina 892] [p. 892] Negerbinnenhand Mild, in mijn roze periode. De kleur van negerbinnenhand vuilroze staat nu om ons heen als het naaldbos met lampions van de avond na acting-out. Ik denk ontspannen aan 't beleg van Haarlem: burgers ruggelings aan elkaar gebonden in het Spaarne geschoven in de naam van een heilige maagd in de naam van een roomse koning. En hoe verschrikkelijk ik besef dat deze prent ook is ik zie een paar buitengewone mooie vegen vuil oudroze eroverheen, want Jezus stierf voor onze zonden. O Maria, vol van genade, zijn ooit de dubbele lijken gevonden? [pagina 893] [p. 893] Onze vader Hij ademt en daar is de oceaan. Hij blaast en het land valt droog. Als de geest gaat spatten wemelt de zee van vis, als het oog even blinkt draven kudden over de vlakte. Slapend kreëert hij maden en duizendpoten droomt hij er bij. Maar rusteloos gooit hij zich van de linkerzij op de rechterzij nu de idee aan komt dringen zijn evenbeeld te maken: een kleine god tussen 't andere schepsel. Als dat maar niet verkeerd afloopt. Maar hij is niet bang want hij is God en gedacht is gedaan want hij is God en hij denkt ook: ik zal het ze niet te makkelijk maken, ik bouw een gewetentje in en, o ja, de kanker. Maar als het te zwaar wordt dan kom ik zelf want zij zijn van mij en ik heb ze lief en ik eet desnoods hun gewetens weer op en dan mag die het wil mij aan het kruishout kankeren. Vorige Volgende