Maatstaf. Jaargang 11
(1963-1964)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 769]
| |
A. Middeldorp
| |
[pagina 770]
| |
Een bundel was voor Achterberg een ‘super-gedicht’; vooral in zijn latere werk gaat hij het cyclische karakter van zijn poëzie accentueren. Wij zullen Achterberg niet goed kunnen lezen, als wij niet letten op de samenhangen die er tussen opeenvolgende verzen bestaan. Achterberg begon niet zonder diepere bedoeling aan zijn bundels namen van versvormen te geven: Ode aan Den Haag, Ballade van de Gasfitter, Ballade van de tijd e.a. Zelfs de volgorde van gedichten in een tijdschrift had betekenis voor hem, b.v. Critische Massa en Fall-out, na elkaar in Maatstaf, maart 1961. Het hoogtepunt van het uitdrukkelijk cyclische werk is ongetwijfeld het Spel van de Wilde Jacht, dat ook een spel is met de samenhangen tussen de verzen; steeds springen de vonken over. De relaties die de dichter zelf zo duidelijk in zijn werk heeft aangegeven, mag geen interpreet verwaarlozen; hij mag zeker niet naar externe hulpmiddelen zoeken, zo lang hij die relaties niet zorgvuldig heeft bestudeerd. Wij kunnen slechts gissen, dat Anti-MaterieGa naar voetnoot*, het prachtige vers dat Achterberg naliet, als inleiding tot een nieuwe cyclus was bedoeld. Op mij maakt het zeer sterk die indruk. Misschien is het, nu de andere verzen niet meer geschreven werden, juist zo'n inleiding geworden. |
|