| |
| |
| |
Uffe Harder
[Gedichten]
Kun om natten
der skyller alt over ende
lade ordenes blomster spraenge sig aabne
lade dem fyge som en regn af gnister
Langt inde maa du ligge skjult
du der sender dig selv ud for vindene
ogsaa i mig koger braendingen
former dem haarde og runde
for at de ikke skal splittes af vinden
for at de ikke skal svaekkes af regnen
| |
| |
| |
Alleen 's nachts
De dijken doorbreken voor de
de bloemen van de woorden open doen springen
om de wereld te bedwelmen
ze doen stuiven als een regen van vonken
Ver binnenin moet je verborgen liggen
jij die jezelf voor de winden uitzendt
zonder jezelf te verliezen
en die niemand kan vinden
ook in mij kookt de branding
opdat de wind ze niet zal splijten
opdat de regen ze niet zal verzwakken
| |
| |
| |
[Kun om natten (vervolg)]
for at jeg ikke selv skal staa nøgen
et aabent maal for alles dolke
| |
| |
| |
[Alleen 's nachts (vervolg)]
opdat ik zelf niet naakt zal staan
een open doel voor ieders dolk
worden mijn sluizen geopend
nederlands van jan f. de zanger
| |
| |
| |
Rejse
Skummet blomstrer paa havet
hør maagerne spotte de efterladtes
Lad deres stemmer bygge reder i ruinerne,
lad deres stemmer staa søgende ved stranden.
Cirkler ingen kan spraenge.
Bølgerne splintres lysende mod skibet
kølvandet slettes bag os.
I havet rummes ingen erindring
| |
| |
| |
Reis
Het schuim bloeit op de zee
zonder zomer zonder winter
vervuld van de lach van de zee
hoor de meeuwen spotten met de roep van
de achtergeblevenen op het strand.
Laat hun stemmen nesten bouwen in de ruïnes,
laat hun stemmen zoekend staan aan het strand.
Huizen waar niemand woont.
Cirkels die niemand doorbreekt.
Woorden die niemand kent.
De golven versplinteren lichtend tegen het schip
het kielzog effent zich achter ons.
De zee bewaart geen herinnering
nederlands van jan f. de zanger
| |
| |
| |
Morgen
1
verdens første fugl synger.
Langsomt breder morgenen sig
og vi fylder lungerne med den;
af sin vej mellem kloderne
2
Store vinde rejser mellem stjernerne,
skyerne driver forbi hinanden
Alting i verden begynder at løbe -
baekke, skygger, reflekser og lyde.
Dyrene kommer ad deres veksler,
alt er svingen, banken og løben.
| |
| |
| |
Ochtend
1
de eerste vogel ter wereld zingt.
Langzaam verbreidt de ochtend zich
en wij vullen onze longen ermee;
kijkend naar de kleuren op het water.
van zijn tocht langs de planeten
treft de straal jouw oog;
ben je met de zon verbonden.
2
Stormen reizen tussen de sterren,
De wereld begint te bewegen -
beken, schaduwen, reflexen en geluiden.
De herten volgen hun wissels,
de zon bestookt de daken.
alles is zwaaien, kloppen en beweging.
nederlands van jan f. de zanger
| |
| |
| |
Vindstille
Til Kurt
i hvert eneste af husene,
i alle gallionsfigurerne,
og i de frønnede bjaelker;
paa øde pletter i skoven,
og i luften i mennesketomme
Vandet er tungt som kviksølv,
til tider befolket af ting
kraengede sine indvolde ud.
| |
| |
| |
Windstilte
Voor Kurt
voortdurend legt de hemel
een onschuldwitte glimlach
op verlaten plekken in het bos,
in straten zonder mensen.
Het water is zwaar als kwikzilver,
in de oogholten van de nacht,
nederlands van jan f. de zanger
| |
| |
| |
Øjne
Som om du ingen øjne havde,
Men først er de bange fugle,
tørre kviste, der knaekker -
saa blir de en strand om natten,
hvor en enlig mand raaber mod havet;
Der er saa mange fjender i verden.
| |
| |
| |
Ogen
Maar eerst zijn het bange vogels,
dan worden zij een nachtelijk strand,
waar een eenzaam man de zee aanroept;
dingen die mij achtervolgen,
vreselijk zonder uitdrukking.
Er zijn zoveel vijanden in de wereld.
nederlands van jan f. de zanger
|
|