Jan F. de Zanger
Vijf gedichten van Uffe Harder
De Deense dichter Uffe Harder (geb. 1930), die in zijn eigen land ook als vertaler, als tijdschriftredacteur en als verzorger van de literaire rubriek van de radio bekendheid geniet, publiceerde in 1954 zijn eerste bundel gedichten Spraengte Diger / Doorbroken Dijken, waaruit sterk surrealistische trekken spreken: een neiging tot het gebruiken van beelden uit het onderbewuste, waarnaast een scherpe zintuiglijke waarneming van het dagelijks gebeuren opvalt. Op deze wijze wordt de realiteit van twee kanten benaderd: het geziene wordt getransponeerd in een bezielde droomwereld.
Harder gelooft in de bezielende kracht van de poëzie. Hij wil de lezer beïnvloeden, hem doen delen in zijn wereld; hij wil de toekomst naar het heden overbrengen en zijn lezer in die wereld binnenleiden. De retorische kenmerken die bijna altijd samengaan met een dergelijke profetische houding, ontbreken ook in zijn poëzie niet.
In latere publikaties, o.a. Udsigter / Uitzichten (1960), heeft hij de ideeën die in zijn debuut te onderkennen waren, verder ontwikkeld, waarbij vooral de romantische tendentie van zijn dichterschap op de voorgrond treedt.