mijn citaat van de regelen onderaan pagina 30 van ‘De Muze’; - b) het toedichten aan Dr. Brandt Corstius van een door mij vermeend incorrect Vondel-citaat; - c) de toeschrijving aan Dr. Brandt Corstius van de ene zinsnede over Petrarca die hij inderdaad raillerend citeert.
De lezer neme nu nogmaals ‘De Muze’ en ‘Studium Generalissimum’ ter hand, en bezige bovendien ‘Goochelen met een boek’.
Bezien wij dit verweer. De geachte opponent zegt, dat hij op een mij thans onbegrijpelijke manier, een grove fout gemaakt heeft. Ik ga niet in op de vraag of dit thans betekent dat het maken van de fout hem destijds niet onbegrijpelijk was. Ik stel er prijs op te verklaren dat ik mijn fouten zeker niet onbegrijpelijk vind, en wel omdat ik mij niet voor onfeilbaar aanzie.
De geachte opponent, wiens ‘fout’ op onbegrijpelijke manier ontstond, heeft voor mijn fouten het volste begrip en tevens een scherp inzicht in de wijze waarop zij samen met vermeende fouten tot stand kwamen. De oorzaken lopen uiteen van gebrek aan begrip, over malicieuze combinaties en bekende debattrucjes tot mompelende waanzin. Van het bezit van dit rijke arsenaal was ik mij niet bewust, noch destijds, noch thans, net zomin als ik mij ervan bewust ben, te hebben beweerd dat mijn geachte opponent niet aan bronnenonderzoek doet. Het ging mij ondermeer om zijn opvatting van bronnenonderzoek, die men nu ten overvloede in dit verweer van hem, helaas, duidelijker voor zich ziet.
Ik constateer verder dat mijn geachte opponent meent dat diverse aantijgingen waaronder mijn drie fouten mij in zijn ogen geheel en al het recht ontnemen enige kritiek te oefenen op de schaarse door hem toegegeven fouten. Zijn laatste alinea is van algemener aard: Zo verspeelde hij zijn recht op kritiek. Goed, ik kan vele standpunten waarderen, en mag ik dan vaststellen dat in mijn ogen Dr. J.C. Brandt Corstius, ook na ‘De Muze’, ook na zijn Pléiade-bijdrage, ook na zijn Prisma-boek, en hopelijk ook in andermans ogen, zijn recht op kritiekuitoefenen tóch niet verspeelt? Integendeel: wij wensen hem veel kritische zin toe.
Want ‘Goochelen met een boek’ spreekt boekdelen. Enkele