hout, waarin zij met het vaak reeds vergramde oogmesje hun kerfsproken snijden. De woorden hiervan zijn door vormen weergegeven van onafgesproken aard: heilbot, drassig, het snikken, Knieswortelsoep en een geluid dat door het stuipen van vele vissen
op een nat dek wordt veroorzaakt, kunnen bij voorbeeld alle worden aangeduid door een stompe komma, doch ook door elk ander teken; en de verhalen gaan onder de oude voelende vingers bij het rond en rond keren van het Kerfsprookstuk in elkander over op een aangename, ontroerende en onontwarbare manier. Het is te waarderen voor blinden, doven en pasgeborenen; en zelfs de baldaden van de jeugd, zoals het aanbrengen van een kiesafdruk, een spijkergat, kunnen niet erger doen dan een verrassende wending aanbrengen in een oud verhaal.
Zo ten minste lees ik een experimenteel te noemen gedicht: min of meer met reumatisch bedoelde vingers over de woorden omlaag glijdend, en zinnen fluisterend die niet voorkomen in de letterlijke tekst.
Als nu deze brief wat kort schijnt, misschien kan men hem dan drukken met hier en daar twee tot vijf woorden per regel, want daartoe zijn ze alle oprecht genoeg gemeend en berekend.
En als het schijnt dat zomin in als tussen de regels een cijfer te vinden is waarin ik mijn waardering voor de Experimentelen en anderen had dienen uit te drukken, dan is dat omdat ik niet weet hoeveel waarde waarde heeft: alles ter wereld is immers van bijzonder groot en ontroerend belang.
Nogmaals, het was ons een bijzonder genoegen U duidelijk te zien bewegen. Vertel s.v.p. de betrokkenen, dat ik speciaal Daisy met plezier zag ademen en dat ik de bloedsomloop in Bert Bakkers wangen met tevredenheid heb gadegeslagen. Het abonnement op Maatstaf zal mij deze herinneringen met dankbaarheid doen knuffelen.
Hartelijke groeten,
Leo