terwijl ik voorts vermoed, dat beiden het ook eens zijn met Norman Douglas, die de functie van een gentleman omschreef met: ‘Never be rude unless you mean to be’.
Mij viel toen reeds op, dat Roland Holst zich bewust en opzettelijk afsluit voor bepaalde vormen van de samenleving, voor bepaalde kunstuitingen en voor sommige mensen. Hij ontkent ze niet, maar wil niets met ze te maken hebben, een instelling, die trouwens soms met zoveel woorden omschreven is in zijn proza en natuurlijk voorwaarde was voor de, in zekere zin mystieke concentratie van bijvoorbeeld Een Winter aan Zee.
Deze opzettelijkheid werd mij geheel duidelijk toen we eens met een groot gezelschap aan tafel zaten. Een van mijn vrienden, een romanschrijver, zat naast Roland Holst en wilde, uit een overvol gemoed, een gesprek met hem beginnen over Henry Miller, een schrijver, die Roland Holst naar ik aanneem, vele letterkundige decibels te luid is. Het gesprek werd dan ook vrij bot afgebroken, waarop mijn vriend mij later aanklampte en zei: ‘Zeg, die Roland Holst van jou, dat is een...’ [Nee, dat gáát niet in een verjaardagsstuk]. En of ik nu al aanvoerde, dat hij in de eerste plaats ‘mijn’ Roland Holst niet was en dat er over de tweede aanduiding misschien iets met een derde weg te doen viel, het mocht niet baten en ik geloof dat hij mij nog altijd De Wilde Kim en Onderweg verwijt.
Roland Holst heeft ook wel iets van wat ik een negatief poseur wil noemen, zo iemand, die naar eigen beweren nooit iets leest en geen krant inkijkt, maar die toch altijd terdege weet wat er aan de hand is, als het hem begint te interesseren. Een andere schrijver, die hem bijzonder boos maakt, is de dichter T.S. Eliot. Diens inderdaad zo zelden lyrische en niet altijd diepgaande wijsgerigheid weigert hij bijna overal als poëzie te erkennen, terwijl het in de lijn ligt, dat hij bewondering heeft voor de bard Dylan Thomas, duisterheden inbegrepen. Toch moet er iets zijn in Eliot, waaraan Roland Holst telkens blijft haperen. Hij bekende zelfs eens een commentaar op zijn werk gelezen te hebben! Ik speel wel eens met de gedachte, dat Roland Holst wat de stijl van het