Maatstaf. Jaargang 6(1958-1959)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] J. van Wageningen Rijm van het vergeten Vergeet de schoorstenen, die rookten, Terwijl uw liefsten zijn verbrand, En reik de beulen, die ze stookten, Maar weer getroost de broederhand. Vergeet de hoontaal, die U griefde, De schimp over U heengestort, En schenk de volheid uwer liefde De vijand, die weer makker wordt. Vergeet het bloed der martelaren: De Kerk, verrezen uit hun zaad, Gesloopt is zij in luttel jaren Tot puin, gemeden en gesmaad. Vergeet de honger en de koude, De zwarte klem der duisternis. Nu moeten wij van hen weer houden, Die wèl voeren uit ons gemis. Vergeet de duimschroeven, de zwepen, De vijlen, dringend in het vlees; Uw penning blijkt wel af te schepen De vraag van weduwe en wees. Vergeet de stemmen, bars en snijdend, Van nijd, van moordzucht en bederf, De duizend wanklanken, ontwijdend De waardigheid van 't Hollands erf. [pagina 35] [p. 35] Vergeet de roof, vergeet de rovers Van geld en goed, van mens en dier; Vergeet de slaven en de slovers In klopjacht weggesleept van hier. Vergeet de moedwil ongebreideld, De eigenzin, de eigenbaat; Vergeet de menslijkheid verijdeld Door ruw geweld en vuig verraad. Vergeet wat alles was verboten. Hoever lag dreigement van straf? De tallozen zijn neergeschoten; Geen echo klinkt meer uit hun graf. Vergeet de onwil en de leugen, De woordbreuk en de hinderlaag; Van al dat mag U niets meer heugen; De vijand toen heet vriend vandaag. Vergeet de grijzen en de grünen, Het hakenkruis op 't uniform, De waanzin der onwijze runen, De wartaal der ontspoorde norm. Vergeet het rode Kaïnsteken; Ja, druk hem in de hand de knots, Waarmee hij weer op ons zal wreken Zijn smart over de wrake Gods. Vorige Volgende