Lust en Gratie. Jaargang 17
(2000-2001)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
[pagina 61]
| |
[pagina 62]
| |
De koestering van een kunststukjeDichten is een discipline,
één van de vele olijven
in het bakje van het woordenboekenrestaurant.
De discipline dept het wondje
van de ziel; een doorbloed gedicht
leeft langer, heeft pit als de verse,
groene olijf (in de mond van de geliefde?).
De olijf verdwijnt, de pit komt in een
ander bakje; de ziel verliest druppels bloed.
Maar de discipline blijft als honger
en dorst, al wordt er nooit meer een enkel
woord geschreven.Ga naar voetnoot*
| |
[pagina 63]
| |
Wachten op een versOf je tekent, schrijft, of schildert,
het gaat met de geest en de hand,
alles gaat ook met het oog, maar
het oog is de ingang en de uitgang
van de bioscoop, de glazen deur
met de kaartenknipper, de goedkeurder.
Grote kunst gaat door
het oog van de naald, een enkele
blauwe draad van zee en hemel
wordt daarna uitvergroot, liefgehebt.
|
|