| |
| |
| |
Foto: Daniela Bilek
| |
| |
| |
Sabine van den Berg
Voor Renate
10 januari 1998
Binnen het tijdsbestek van twee weken heb ik te horen gekregen: a) dat mijn verhaal ‘Speldenprikken’ in Lust & Gratie nummer 56 wordt geplaatst; b) dat ik welkom ben in de redactie van het tijdschrift; c) dat ik een contract krijg aangeboden voor mijn eerste boek bij uitgeverij Vassallucci.
Uitgever Oscar van Gelderen weet niet dat ik in de redactie kom van Lust & Gratie dat inmiddels wordt uitgegeven door Vassallucci - en hoofdredacteur Truusje van de Kamp van het literaire tijdschrift weet niet dat ik een contract heb getekend bij dezelfde uitgeverij. Ik kan mijn geluk niet op. Ik drink champagne en ga uit eten om het te vieren.
Tijdens een van mijn eerste afspraken met Truusje van de Kamp en Marleen Slob, vertelt Truusje enthousiast dat ze nog iemand heeft gevraagd voor de redactie. Ze noemt de naam: Renate Stoute, en als ik niet meteen met herkenning reageer, voegt ze eraan toe: ‘Vroeger heette zij René Stoute.’
Mijn kaken en hals beginnen onheilspellend te tintelen. ‘Bedoel je,’ vraag ik, ‘dat zij eerst een man was?’
‘Ja,’ antwoordt Truusje luchtig. Ze blijft me aankijken, observerend. Ik weet niet wat ik moet zeggen. De waarheid lijkt me uiteindelijk het best. Ik zeg dat ik het misschien moeilijk zal vinden om die Renate te ontmoeten. Dat ik er tegenop zie om met iemand in een redactie te zitten die transseksueel is. Met iemand die net als mijn vader een vrouw is geworden.
Mijn blijdschap over mijn pas verworven redacteurschap slaat om in angst. Mijn vader, die dertien jaar geleden een vrouw is geworden, heb ik al een paar jaar niet gezien. Mijn moeizame pogingen om een briefwisseling op gang te brengen slaan dood omdat mijn vader (tegenwoordig J. genaamd) niet of nauwelijks antwoordt.
‘Ze wil je graag zien, J. heeft zo veel verdriet dat je haar niet in je leven toelaat,’ zegt mijn moeder, die nog steeds een goed contact
| |
| |
met J. heeft. Ik wil eerst een diepgaande correspondentie met J. voeren. Haar dwingen tot nadenken over wat ik in mijn brieven schrijf. Deze indirecte manier van contact lijkt me beter dan elkaar zien. De kans is groot dat ik me dan weer klein voel, ze schiet namelijk gemakkelijk terug in de ‘vaderrol’. Of dat ik mijn mond houd uit medelijden en me laat afleiden door haar uiterlijk en emoties.
Ik raak in de war als ik hoor dat Renate Stoute twee dochters heeft, van wie er een geen contact meer met haar wil. Maar ook zie ik een mogelijkheid om via Renate mijn vader beter te begrijpen, en zij via mij misschien haar dochter. Ik wil de confrontatie aangaan. Zonder dat ze het weet en voordat ik haar heb ontmoet, fantaseer ik erover om met haar in de toekomst een stuk te schrijven. Zij vanuit de vader en ik vanuit het kind. Ik ben er nog niet aan toe, maar ik weet dat ik haar dat op een dag zal vragen.
| |
15 januari 1998
De junk bedankt niet als ik hem een tientje geef. Zo zenuwachtig ben ik voor mijn ontmoeting met Renate dat ik me zonder morren het geld afhandig laat maken. Ik zet mijn fiets op slot en loop het café binnen.
Ik herken haar direct. Ze zit op een barkruk in een schemerig hoekje tussen de jassen. Dezelfde onzekere blik in haar ogen als mijn vader. Ze is knap, Renate, je kunt zien dat ze een knappe man moet zijn geweest. Het eerste wat me opvalt als ik naast haar sta, is haar geur. Ik ruik J. zoals ze rook toen ze net vrouw was geworden en ik haar nog af en toe zag. Het is de geur van make-up. Net als J. is Renate niet zwaar opgemaakt, heel bescheiden zelfs - het moet de geur van de dekkende crème zijn die zij gebruikt.
We maken kennis. De rest van de redactie komt nu ook binnen.
Ik zit naast Renate en praat met haar over schrijven. We zijn allebei met een boek bezig. Ze luistert goed, lijkt belang te hechten aan wat ik zeg. Die avond brengen we door met eten, over Lust & Gratie praten en bingo spelen. De attractie van het café is een travestiet met een torenhoog oranje nylonkapsel, die de bingo-avond leidt.
Renate gaat naar huis ver voor hetbingospel is afgelopen. Schichtig,
| |
| |
met een houding alsof de travestiet haar achterna zal komen om haar te slaan, verlaat ze snel het café. Weer zie ik mijn vader. Renate is net als J. bang voor de provocatie die van travestie uitgaat. Ze wil niet voor travestiet worden aangezien.
J. reageert boos als er over travestieten wordt gesproken, alsof het om lelijke spelbrekers gaat. Renate duikt weg, iets wat J. misschien ook zou doen tijdens zo'n bingo-avond.
| |
19 februari 1998
Ik heb een nieuw verhaal geschreven voor Lust & Gratie. Het heet ‘Spiegels’ en zal in nummer 58 worden gepubliceerd. Voor het eerst heb ik iets geschreven wat met mijn vader te maken heeft. Komt het door mijn ontmoeting met Renate? Ik weet het niet. Wel ben ik bovengemiddeld geïnteresseerd in haar mening. Ik heb mijn verhaal aan alle redactieleden gestuurd. Alleen van Renate krijg ik geen reactie. Dan besluit ik zelf contact met haar op te nemen.
Ze had wel verwacht dat ik zou bellen. En het eerste wat ze vraagt is: ‘Waarom? Waarom heb je dit verhaal geschreven?’ Ik vertel haar over mijn vader. Zij vertelt mij over haar dochter.
Na het gesprek heb ik hoofdpijn. Maar ik ben opgelucht. Renate is een lieve, gevoelige vrouw. Mijn angst en twijfels waren al grotendeels verdwenen na onze eerste ontmoeting. Nu zijn ze dat helemaal.
Er is een begin. Voor het eerst sinds tijden durf ik na te denken over een weerzien met J. De tijd is nog niet daar, besluit ik. Ik moet eerst een boek schrijven.
| |
28 september 1998
Ik ben inmiddels elf weken zwanger. Hetschrijven van mijn boek vordert minder vlot dan ik had verwacht. Na een dag op de redactie van Elle Wonen ben ik zo moe dat ik mijn schrijfavond moet opgeven. In het weekend vecht ik me vrij om me achter mijn computer te kunnen verschansen. Het eerste deel van mijn roman is af. Het boek zal uiteindelijk bestaan uit drie delen die zo in elkaar grijpen dat je ze ook als één verhaal kunt lezen. De kunst is om
| |
| |
dat subtiel te doen. Ik ben nu bezig met het tweede deel. Dat gaat over een meisje dat een complexe relatie heeft met haar blinde vader, een relatie vol schuldgevoel, afhankelijkheid en (dus) manipulatie. De benauwde sfeer van dit verhaal groeit langzaam toe naar een climax.
Over het derde deel heb ik lang nagedacht. Ook daarvoor heb ik nu een goed idee.
| |
7 december 1998
Het tweede deel van mijn boek is af. Ik wil de eerste, complete, ruwe versie van mijn boek afhebben voor ik in april moet bevallen. Mijn buik is enorm. De verloskundige dacht dat ik een tweeling zou krijgen. Na een echo blijk ik in verwachting van één kind. Ik probeer alles waar ik mee bezig ben vol te houden. Mijn werk bij Elle Wonen, het schrijven van mijn boek en de redactie van Lust & Gratie. Ondertussen ben ik ook nog aan het verhuizen. Renate is met de redactie van Lust & Gratie gestopt. Het contact met haar is na onze ontmoeting in het café alleen telefonisch verlopen. Ze heeft een ongeluk met haar scooter gehad. Ze moet rust houden. Lust & Gratie kost haar te veel energie.
Ik heb J. een brief geschreven waarin ik vertel dat ik zwanger ben en graag eens een persoonlijke brief van haar zou ontvangen.
| |
15 april 1999
De eerste, complete versie van mijn boek is af! Oscar van Gelderen, de uitgever, en Adriaan Krabbendam, de redacteur, hebben die gelezen en zijn tevreden. Ze zijn bij mij thuis geweest om met mij van gedachten te wisselen over hun bevindingen. Ik heb ons gesprek opgenomen en luister het opnieuw af terwijl ik aantekeningen maak voor na de bevalling. Pas over een maand of vier ga ik verder. Dan zal ik hun opmerkingen en aanwijzingen opnieuw in overweging nemen bij het herschrijven en bijschaven van deze versie. Eerst de bevalling. Ik ben nu zo dik dat ik niet eens kan bukken. Ik loop alleen nog op klompen, want mijn schoenen kan ik niet meer zelf aantrekken.
| |
| |
Ik heb dezelfde brief met twee maanden tussentijd aanj. opgestuurd. Wat ben ik blij dat ik dat heb gedaan. Voor het eerst krijg ik een persoonlijke brief terug. Eindelijk staan er op papier zinnen waaruit blijkt dat ze nadenkt over ons verleden. Maar de toon is gelaten. Juist nu ik denk tot echt contact te komen, lijkt het erop dat J. de hoop laat varen om mij ooit nog eens te zien.
| |
22 augustus 1999
De laatste versie is af. De catalogus waarin mijn boek staat aangekondigd, wordt gedrukt. Het omslag is ontworpen en de titel is ook al bekend: De naam van mijn vader. De verwezenlijking van mijn werk komt steeds dichterbij, straks is er een echt boek. Inmiddels ben ik bevallen van een gezonde zoon.
Ik heb J. verrast met een bezoek op haar verjaardag. Na acht jaar hebben we elkaar weer gezien en kon ik haar voorstellen aan de nieuwe generatie.
| |
14 oktober 1999
Vanavond word ik samen met de schrijvers Chaja Polak, Clark Accord, Lulu Wang en Michel van Rijn verwacht op het Vassallucci-feest, dat zal plaatsvinden in het Frankfurter Hof. Een groot feest, dat sinds het bestaan van Vassallucci elk jaar in Frankfort ter gelegenheid van de Buchmesse wordt gegeven.
Tijdens het diner zit ik tegenover mijn literaire agente Eaura Susijn en verbaas me over haar openhartigheid. Ze is ongeveer even oud als ik. Ze heeft mijn boek al een paar keer gelezen en complimenteert me met de laatste versie. Ze vertelt over de buitenlandse uitgevers die geïnteresseerd zijn en graag het gedeelte willen lezen dat al is vertaald.
Er wordt druk gesproken over het idee van de uitgevers Oscar van Gelderen en Lex Spaans om hun auteurs aan het publiek voor te stellen door ze over een catwalk te laten lopen. Alsof het een modeshow is, zo zullen wij met de titels van onze boeken worden voorgesteld als de collecties van de literaire agenten. Er ontspint zich een serieuze discussie, of we er wel goed aan doen om als auteur mee te werken aan een ‘vleeskeuring’ of ‘parade van stamboekvee’. Nog niet eerder
| |
| |
hebben auteurs als mannequins over een loopplank gelopen. Dit plan is opvallend genoeg om de kranten te halen. Ik ben bang dat ‘de parade’ verkeerd zal worden uitgelegd.
‘Zie het als een grote grap,’ zegt Clark Accord. Hij lacht breed. Ik knik. Hij heeft gelijk. Het is een grote grap. Een slim bedachte, swingende manier om ons aan het publiek voor te stellen.
De ruimte waar het feest zich af zal spelen doet denken aan een zaal in het Amstel Hotel, met kroonluchters en oude meesters aan de muur. De catwalk staat er dan ook als een vreemde indringer. We oefenen ons loopje, lachen om elkaar, er wordt nog wat gerommeld met spots en dan verschijnen de eerste gasten. Binnen een half uur is de ruimte goed gevuld en staan er zeker tweehonderd feestgangers. Laura Susijn voert Chaja Polak en mij rond en stelt ons voor aan buitenlandse uitgevers, schrijvers en agenten. Ik ben werkelijk verbaasd over al die mensen die van mijn boek hebben gehoord. En vooral zo gedetailleerd, alsof ze het al hebben gelezen, terwijl ik thuis nog met de laatste versies bezig ben. Sommigen vragen mij specifiek naar het einde, of naar details waar ze opheldering over willen hebben. Keer op keer vertel ik in het kort waar mijn boek over gaat.
Dan staat Oscar voor me. De tocht over de catwalk gaat beginnen. Hij en Lex kondigen ons één voor één aan, omschrijven alsof het om de laatste mode gaat in een paar regels de inhoud van elk boek. Ze krijgen gelijk. Meteen is duidelijk wie wie is en waar welk boek overgaat. En inderdaad, ‘de parade’ is een grote grap, niets meer dan dat. De stemming van het publiek is enthousiast en iedere schrijver wordt met een groot applaus ontvangen.
| |
17 december 1999
De redactie verloopt voorspoedig. Drie weken achtereen ben ik een paar uur per week op de uitgeverij. Dan zit ik met Adriaan achter zijn computerscherm en houden we vooral discussies over de betekenis van woorden en zinnen.
Stichting Perdu heeft een literaire avond georganiseerd voor debutanten. Ik lees een fragment voor. Als dank mag ik boeken uitzoeken
| |
| |
in de boekhandel. Iets wat ik nog steeds moet doen en waar ik erg naar verlang.
| |
15 januari 2000
De uitnodigingen voor de presentatie zijn de deur uit. Zeker honderd enveloppen heb ik verzonden.
Ik probeer steeds Renate te bellen, maar krijg geen gehoor.
Ik zou haar graag vertellen dat ikj. weer zie. Ook kan ik haar dan persoonlijk vragen of ze op mijn presentatie wil komen, dat doe ik liever dan haar een schriftelijke uitnodiging te sturen.
Ik heb J. gevraagd of zij het eerste exemplaar van mijn boek in ontvangst wil nemen. Dat lijkt me een mooi gebaar en ook een teken dat ik het niet zo slecht meen met mijn vader. Ik denk na over wat ik op dat moment zal zeggen.
‘Dit boek gaat over vaders en dochters. Jullie hebben allemaal op de uitnodiging kunnen lezen waar de drie delen over gaan. Ze zijn niet autobiografisch, maar ik heb wél een heel bijzondere vader. Mijn vader werd veertien jaar geleden namelijk een vrouw. Ik wil dit eerste exemplaar graag aan haar aanbieden.’
| |
28 januari 2000
Mijn boek is uit! Vanavond is het feest. Ikben overweldigd. Zo veel liefde en mooie woorden. Zo moet het zijn als je trouwt. Ik heb de tijd en indrukken willen opzuigen, zo intensief mogelijk willen ervaren. Voor mij was het vergelijkbaar met bevallen, ook daarvan heb ik geen seconde willen missen. Het jubelgevoel toen ik mijn kind in mijn armen kreeg na al dat wachten en harde werken doet denken aan debuteren.
Al die mensen die voor mij komen. Alle dingen die ze voor mij organiseren. Familie en vrienden die ik lang niet heb gezien, ze zijn er allemaal. Ik krijg zo ontzettend veel bloemen en cadeaus dat ik van gekkigheid niet weet waar ik ze moet laten. Op de achtergrond speelt Nenad Banda, de accordeonist van de Noordermarkt.
Chaja Polak leest voor uit mijn werk, en Lisa de Rooy en Adriaan Krabbendam hebben een oorkonde gemaakt die ze mij aanbieden bij wijze van diploma.
| |
| |
Thé Lau zingt een lied, waarna hij me mijn boek overhandigt. Het ziet er prachtig uit.
Ik heb metj. besproken hoe de avond zal verlopen. Voor haar moet het enorm spannend zijn om in het openbaar te worden voorgesteld als mijn getransformeerde vader. Toch is ze er wonderbaarlijk rustig onder en loopt ze trots glunderend rond. Mijn moeder bekijkt alles van een afstandje en is zichtbaar blij met onze hereniging.
Ik heb Renate niet meer op tijd kunnen bereiken om haar uit te nodigen. Ze is verhuisd en ik had haar oude telefoonnummer. Door alle drukte rond de presentatie ben ik er niet aan toe gekomen haar nieuwe adres te achterhalen. Ik neem me voor haar op te zoeken als ik het iets rustiger krijg.
| |
4 maart 2000
Of ik publiciteit krijg? Nou en of. Ik ben inmiddels geïnterviewd voor Hervormd Nederland, de regionale kranten en het ncrv-radioprogramma Cappuccino. Er staat een aankondiging op de boekenpagina van Elle, Marie-Claire en Viva.
Hierna volgen interviews in de tijdschriften: Flair, Intermediar, Santé en Surplus. Ik ben uitgenodigd voor het vpro-radioprogramma De Avonden, een radioprogramma van de nps en van Radio Noord Holland. Ook krijg ik zeer positieve recensies in AD, Carp en Vrij Nederland.
| |
11 maart 2000
Martin Simek interviewt me voor zijn radioprogramma Kleur bekennen. Het gesprek neemt een vol uur in beslag. Zoals te verwachten valt overdondert Simek mij met directe, persoonlijke vragen, voornamelijk over mijn vader. Hij vindt het duidelijk veel interessanter dat mijn vader transseksueel is dan dat ik een boek heb geschreven.
Het kost me moeite uit te leggen dat ik mijn roerige tienerjaren als uitgangspunt heb genomen voor mijn boek en dat ik er juist niet voor heb gekozen een autobiografisch feitenverslag te schrijven. Ik heb een overheersende mannetjesputter als vader gehad. Op mijn zestiende werd hij een vrouw. Al die tijd dat hij een man was heeft mijn vader zich een machogedrag aangemeten, om de vrouw in
| |
| |
zichzelf te overschreeuwen. In die tijd was ik tiener en de extreme omstandigheden hebben me gevormd. Daar ben ik blij om.
Ik heb dit boek niet uit wraak geschreven.
In interviews heb ik tot nu toe alleen verteld dat mijn vader een vrouw is geworden omdat dan meteen duidelijk is waarom ‘vaders en dochters’ mijn thema is.
| |
21 maart 2000
Ik heb te lang gewacht. Vanmorgen sloeg ik de Volkskrant open en viel mijn oog op de rouwadvertentie van Renate Stoute. Dat kan niet, dacht ik. Dat is niet dezelfde. Het mag niet. Volkomen ontnuchterd ben ik. De roes van het debuteren is plotseling vervlogen. Renates boek Uit een oude jas vol stenen, dat vlak voor mijn boek uitkwam verscheen, heb ik niet eens gelezen.
Het ergste vind ik het dat ik haar niet meer heb gesproken. Dat ik haar niet meer heb kunnen zeggen dat het tussen mij en J. goed is gekomen. Dat we elkaar weer zien. Dat het goed was dat ik een tijdlang afstand van J. en haar nieuwe leven heb genomen, en eerst voor mezelf en mijn eigen gezin heb gekozen voordat ik de confrontatie met haar en het verleden weer aan zou gaan. Ik ben mijn vader kwijtgeraakt en heb daar iemand anders voor in de plaats gekregen, ik had tijd nodig om dat te accepteren.
Gelukkig was die tijd er voor mij. Ik weet niet of het tussen Renate en haar dochter goed is gekomen voor zij stierf.
|
|