heid kreeg een plek in haar literaire werk, dat een geheimzinnige sfeer oproept. Tot in de jaren dertig, Dermoût was toen rond de veertig, verbleef zij in Nederlands-Indië. De belangrijkste tijd uit haar leven bracht ze door op het eiland Ambon in de Molukken. Daar, tussen 1910 en 1914, deed ze inspiratie op voor haar roman De tienduizend dingen (1955). Ze was getrouwd met de jurist Isaac Dermoût, met wie ze in Ambon woonde, vlak bij de esplanade, een groot grasveld in het midden van de stad. Aan diezelfde esplanade lagen de tennisbanen en de sociëteit De Eendracht. Maria Dermoût en haar man tennisten beiden, bovendien was hij bestuurslid van de sociëteit. Het beeld van een schrijfster die een teruggetrokken leven leidde, eerst in Indië, naderhand in Nederland, spreekt uit haar werk.
Aan de bron van Maria Dermoûts schrijverschap liggen talloze brieven, het zijn er meer dan honderd, die zij aan de drie tantes van haar echtgenoot schreef, die in Hilversum woonden. Al die brieven zijn handgeschreven, in een zwierige penvoering, keurig op de lijnen. Dermoût haalde niets door en maakte evenmin spelfouten. Alleen de interpunctie liet ze nog wel eens achterwege, maar dat neemt de indruk niet weg van een grote beheersing tijdens het schrijven. Dermoût schreef over gebeurtenissen uit haar leven, over haar kinderen, het leven in Indië. Dat alles bekeken van grote afstand. De Indische samenleving stond ver van haar af. Soms ontmoette zij, buiten de bediendes om, een tijdlang geen mensen.
Twee voor haar doen felle brieven vormen een uitzondering op haar gedistantieerde houding. In de eerste bericht ze over haar teruggetrokken leefstijl; in de tweede stelt ze zich teweer tegen de roddelzucht van de Indische samenleving. In 1910, het jaar van de eerste brief, is haar oudste kind Ettie twee jaar. Het koosnaampje van deze dochter was Muis, de vertaling van het Maleise Tikoes. Maria Dermoût schrijft op 9 november: ‘Muis wordt een beetje te stil en ernstig, vind ik, ze kan zoo stilletjes zitten te kijken en niets zeggen, dat kan ik niet goed hebben. Ze moest meer met kinderen van eigen leeftijd op en neer gaan, maar dat kan niet altijd en ik vind 't dwaas zoo'n jong