| |
| |
| |
Lisa de Rooy
Mohammeds tomaat
is het geen wonder, het is echt waar, ik zweer het op alles wat me lief is, in een tomaat, een tomaat die ik bij Mohammed had gekocht, ik sneed hem in tweeën en daar was het, je kunt komen kijken, nee, niet bij mij thuis, ik ben al twee dagen niet thuis geweest, ik ben bij Aisja, luister nou, het kwam zo, ik was bij Aisja op bezoek, twee dagen terug, om fasoelja voor haar te maken, ik had uien en tomaten gekocht, bij de groenteboer achter mijn huis, Mohammed heet ie, die is zo goedkoop, Soher wees me daarop, die zei: mama, je moet je groenten niet meer bij Ahmed kopen, je moet ze bij Mohammed kopen, die is stukken goedkoper, nou was ik toch al ontevreden over Ahmed, want de mologia die ik daar koop is vaak vochtig, je kent het wel, dan ziet het er boven in de mand vers en groen uit, maar als je het omwoelt, komen er allemaal vochtige bladeren naar boven, dat had ik al een paar keer meegemaakt, dan kwam ik thuis, schudde de mand leeg op een krant en dan kwamen al die vochtige bladeren te voorschijn, zonde, de komkommers zijn ook nooit goed, te dik, en met te veel pitten, ik hou van dunne, lange komkommers, als ze stevig zijn, wat zit je nou te lachen, nou, luister, laatst, ik denk een week geleden, stond ik weer bij die groentestal van Ahmed, ik dacht, het zal me niet weer gebeuren, dus ik woel met mijn hand door de mologia, en ja hoor, komen er weer allemaal vochtige bladeren boven, dus ik roep hem, ik zeg, y'Ahmed, dit is nou al de derde keer dat je me slechte mologia wilt verkopen, wil je een vaste klant kwijtraken, wat denk je, meneer is meteen beledigd, hij geeft me toch een grote mond, echt waar, ik zweer het op alles wat me lief is, dat ik altijd wat te zeuren heb, met die mologia was volgens hem niets aan de hand, o néé, riep ik, ik pakte een handje van die vochtige bladeren en hield ze zo onder zijn neus, noem jij dit vers, zijn vrouw kwam er meteen bij staan om hem te verdedigen, dat is me
een ordinair type, ken je die, ze ziet er altijd zo slonzig uit, ja, die ja, ze zette een keel tegen me op, zomaar midden op straat, iedereen kon het horen, ze maakte me uit voor van alles en nog wat, vreselijk, ik kon wel door de
| |
| |
grond zakken, en dat alleen maar omdat je waar wilt voor je geld, misj kidda, gelukkig kwam mijn buurman van vier hoog langs, je weet wel, die met die zes kinderen, van wie er twee zonen in Europa zitten, zo'n beschaafde man, altijd keurig gekleed, hij doet iets bij de graanfabrieken, iets op kantoor, ik weet het ook niet precies, zijn kinderen kunnen allemaal zo goed leren, ik zeg wel eens tegen Oebeida, had God jóu maar gezegend met net zo'n gezond verstand als die kinderen, wat zou je moeder dan gelukkig zijn geweest, wantwat er van die jongen moet worden, daar lig ik nachten van wakker, dat mag je gerust weten, maar goed, die buurman dus, die heeft de zaak een beetje gesust, en dat was nodig ook, want die vrouw van Ahmed stond op het punt me aan te vliegen, ja, echt waar, en dat om een kilo mologia, ik ben met de buurman naar huis gelopen en heb hem hartelijk bedankt, die mensen, buurman, zei ik, zullen in het hiernamaals hun straf niet ontlopen, zo onvriendelijk als ze zijn, hij beaamde het, en hij raadde me aan mijn mologia voortaan bij een andere groenteboer te halen, zo'n verstandig man, hij heeft mijn boodschappen voor me naar boven gedragen en voor mijn deur gezet, zijn vrouw treft het maar met zo'n man, en zulke kinderen, maar ja, zo is het in het leven, de een krijgt alles terwijl de ander, maar goed, in ieder geval, ik ben dus nooit meer naar die Ahmed gegaan, als ik jou was zou ik er ook niet naar toe gaan, en omdat Soher me over die Mohammed had verteld, ben ik meteen de volgende dag naar hem toegegaan, nou, goedkoop! en een mooie mologia! vers en groen, precies zoals ik het wil, voor geen geld, en zo'n vriendelijke jongen, die Mohammed, ik zei hem dat mijn dochter Soher me over hem had verteld, nou, hij wist meteen over wie ik het had, ach, is dat uw dochter, nou, dat kun je wel zien, net zo mooi als haar moeder, hoe vind je dat, zo'n compliment op mijn leeftijd, nou is die Mohammed zelf ook niet lelijk,
hoor, leuke ogen, een beetje ondeugend, je kent dat wel, hoe oud, nou, ik schat een jaar of vijfentwintig, ja, en goed gebouwd, hoor, hij is nog niet getrouwd, maar dat zal niet lang meer duren, denk ik, tegen zo'n jongen zeg je geen nee, hè, of wél, als ik nog jong was geweest... ik koop nu iedere dag bij hem, het is gewoon een plezier om boodschap- | |
| |
pen bij hem te doen, hij heeft mooie komkommers, dun en lang en stevig, precies zoals ik ze hebben wil, als hij ze in mijn mand legt kijkt hij altijd heel verleidelijk, dan schiet ik in de lach, of ik nou wil of niet, dan voel ik mijn wangen blozen, soms doe ik net alsof ik boos op hem word, ik duw hem van me weg, nee, ik snap wel waarom Soher zo graag boodschappen bij hem doet, die heeft toch ook geen leven met die man van haar, wat een chagrijn is dat, altijd somber en ernstig, 't is dat ik hem zelf voor haar heb uitgekozen, maar ja, wist ik veel, hij kwam van een goede familie, en toen hij jonger was, kon hij nog wel eens lachen, maar nu, nee, dan kun je beter zo'n jongen als Mohammed trouwen, jammer dat al mijn dochters al uitgehuwelijkt zijn, welke straat ie zit, vlak achter mijn huis, als je bij mij links af slaat en dan naar rechts, zit ie daar meteen op de hoek, je kunt hem niet missen, het loopt nu storm bij hem, sinds de hele buurt weet dat ik die tomaat daar heb gekocht, zeg maar dat je van mij komt, en doe hem de hartelijke groeten, waar had ik het ook alweer over, o ja, ik had bij Mohammed dus uien en tomaten gekocht voor Aisja, want die heeft zo'n last van haar benen de laatste tijd, de dokter weet ook niet wat het is, ze hebben haar zalf gegeven, maar eerlijk gezegd denk ik niet dat dat werkt, vocht hè, sinds de geboorte van haar vierde zit er veel vocht in die benen, je kunt het zien als je erop drukt met je vinger, daar had jij toch ook zo'n last van, nou goed, de pijn was weer zo erg die dag, ze belde me op om te vragen of ik langs wou komen, ik zei, dan ga ik
eerst wel even langs Mohammed, dan neem ik uien en tomaten voor je mee om fasoelja te maken, maak jij dat nooit met verse tomaten, dat is veel lekkerder, veel meer smaak, vroeger kon ik dat nooit doen, Yahya kreeg altijd pukkeltjes van verse tomaten, dat zei hij tenminste, maar ik geloofde er niks van, hij had gewoon pukkeltjes van zichzelf, dat was de leeftijd, maar hij beweerde dat het van de tomaten kwam, als ik iets maakte met verse tomaten, dan at hij het g niet, nou ja, wat doe je dan, zo at Soher jarenlang geen rijst, ze wilde ê niet dik worden, kind, zei ik, dik word je toch als je straks kinderen krijgt, maar ze had in zo'n modern tijdschrift gelezen dat je van rijst g dik wordt, en ze was alleen maar bezig met afvallen, nou, moet je haar
| |
| |
nu zien, allemaal voor niks geweest, maar ja, als die kinderen eenmaal iets in hun hoofd hebben, je krijgt het er toch niet meer uit, nou goed, ik ben dus naar Mohammed gegaan die dag, en ik heb daar een kilo tomaten en een kilo uien uitgezocht, mooie, rode tomaten waren het, lekker rijp, Mohammed wilde me nog een komkommer aansmeren, maar ik zei, nee, dit is voor mijn dochter, ik kom morgen wel terug voor mezelf, voor je mooie dochter Soher, vroeg hij meteen, met zo'n lachje om zijn mond, nee, zei ik, voor mijn mooie dochter Aisja, hoeveel mooie dochters verberg jij nog voor me, vroeg hij nieuwsgierig, ik zeg, ik heb er vier, maar ze zijn allemaal al voorzien, dat vind je wel jammer zeker, toen kwam ie vlak naast me staan, en hij fluisterde in mijn oor, ik vind het jammer dat de moeder voorzien is, echt waar, hoe vind je zo'n jongen, ik heb hem van me weggeduwd, stel dat er een bekende langs zou komen, hij lachte me uit, je bloost, je bloost, plaagde hij, ach, het is me er een, die Mohammed, maar goed, ik ben naar Aisja gegaan met die tomaten en die uien, ze stond al op het balkon naar me uit te kijken, met die kleine jongen van d'r, dat is toch zo'n schat, precies z'n moeder, echt waar, hij begon te lachen toen hij me zag, ach, wat een heerlijkheid, zo'n kind, Aisja mopperde alleen maar op hem, dat ie in de weg liep en zo stout was, ik zei, ga jij maar even liggen met die benen van je, ik neem dat ventje wel op mijn schouder en ga aan de fasoelja beginnen, nou, ik sta dus in dat keukentje van d'r, ze heeft een mooi keukentje hoor, met een echt gasfornuis en een grote ijskast en zo, echt chic, beter dan bij mij, maar ja, die man van d'r zorgt goed voor haar, dat moet gezegd worden, hij is niet knap, maar wel lief, en wat is nou belangrijker, zeg nou zelf, dus, ik zet de bonen op het vuur en begin met uien snijden, dat joch zit lekker in een hoekje bij me, hij babbelt honderduit, en nou komt het, ik pak de tomaten, was ze en begin ze in stukjes
te snijden, ik weet het nog precies, het was de derde tomaat, ik snij hem in twee helften, en wat zie ik, in de rechterhelft staat bismallah en in de linkerhelft illaha illala, het ligt zo voor me, bismillah, illaha illala, in die tomaat, de tomaat van Mohammed, het binnenste vormde die letters, ik laat het mes uit mijn handen vallen, de kleine schrikt ervan, hij begint te
| |
| |
huilen, ik roep heel hard om Aisja, ze komt binnenlopen, ik zeg, kijk! kijk! een boodschap van God! in een tomaat! heb je ooit zo'n wonder meegemaakt, een boodschap van God in een tomaat, dit is voor mij bestemd, dat kan niet anders, God heeft mij die tomaat gegeven, is het geen wonder, we begonnen van geluk gewoon te huilen, allebei, die kleine begreep er niks van, we lieten hem de tomaat zien, wat denk je, hij pakt hem vast en wil hem in zijn mond stoppen, Aisja en ik schreeuwden zo hard dat hij van schrik verstijfde, en ik kon de tomaat uit zijn handje pakken, ik heb hem in een bakje gelegd en dat in de ijskast gezet, afgedekt met foliepapier, de tomaat dan, toen zijn we gaan bidden, mijn schoonzoon Said kwam even later thuis, we vertelden hem het verhaal en lieten de tomaat zien, je had zijn gezicht moeten zien, geschókt was hij, en toen, moet je luisteren, toen is hij de hele wereld af gaan bellen, de televisie, en de kranten, en ze wilden allemaal komen kijken, binnen de kortste keren stond het hele huis vol, mensen met boekjes, die alles opschreven wat ik zei, en mensen met camera's, die me wilden filmen, en iedere keer vertelde ik het verhaal en liet ik de tomaat zien, echt waar, het is echt waar, ga vanavond maar kijken, het komt op het nieuws, en Mohammed ook, want die mensen vroegen, waar heeft u die tomaat vandaan?, ik zei, die heb ik bii Mohammed gekocht, de beste groenteboer van deze wijk, ik heb ze naar Mohammed meegenomen, hij keek stomverbaasd toen hij mij zag met die mensen van de televisie, ik vertelde hem van de tomaat die ik 's middags bij hem had gekocht, en over de goddelijke boodschap die erin stond, hij heeft de naani van God tientallen keren geprezen, hij mocht ook iets voor de camera zeggen, nu is het dus hartstikke druk in zijn winkel, hij kan de tomaten niet aanslepen, zo veel worden er verkocht, maar ik zeg je, van zo'n tomaat bestaat er maar een, en die heb ik, God heeft hem aan mij gezonden, via Mohammed,
maar ik moet nu verder want er komt zo iemand van de radio, het schijnt dat het zelfs in Europa in de krant heeft gestaan, hoe vind je het, ik word nog eens beroemd, die fasoelja heb ik nog wel gemaakt, met de andere tomaten, de tomaat met de goddelijke boodschap gaan B we naar de universiteit brengen, om te kijken of er iets bestaat waar- | |
| |
door hij altijd goed kan blijven, ik weet het ook allemaal niet, hoor, alle mensen uit de buurt komen langs om ernaar te kijken, daarom bel ik je, als je wilt, moet je vandaag even langskomen, nu kun je het nog duidelijk zien, een goddelijke boodschap in een tomaat, is het geen wonder, een wónder is het
fasoelja witte bonen met lamsvlees in tomatensaus |
misj kidda is het niet? |
mologia groene Egyptische bladgroente |
bismillah in de naam van God |
illaha illala er is geen God dan God |
|
|