vorst van de voorstelling treedt op als oud kind, in de gedaante van een stervende vrouw, opgenomen in een zdekenhuis. Terwijl ze op haar sterfbed op de naderende engel wacht, speelt ze - als in een sarcastische parodie op de mythische gemeenplaats die zegt dat elke stervende voor het sterven nog even gratis naar de film van zijn leven mag - met de beelden die in allerlei gedaanten voor haar verschijnen, haar met hun voorstellingen overweldigen: levende beelden, geschilderde beelden, heiligenbeelden, dingbeelden, geluidsbeelden, beeld-beelden, herinneringsbeelden, spiegelbeelden, fantasiebeelden. In deze rijke beelden- en verbeeldingswereld, deze beeldenrevue, is er één beeld dat de demonische excessiviteit van de verbeeldingskracht het allerbeste uitbeeldt; het vat al de andere beelden als het ware samen. Het is een nogal grillig, anoniem beeld, en bepaald niet beel-dig: een grote vochtplek die plotseling als een beurs waterhoofd, als een monsterlijke kroon boven het hoofd van de vorst is verschenen en die niemand thuis kan brengen, noch de toegesnelde liefdezuster, noch de te hulp geroepen loodgieter.
‘Beelden’ maakt helder duidelijk wat het grote verschil is tussen de allebei als ‘fantastisch’ te boek staande schrijvers Borges en Ocampo. Terwijl het werk van Borges veel meer naar het retorische neigt (het verhaal wordt vanuit het puur intellectuele concept opgebouwd en is daaraan ondergeschikt) helt dat van Ocampo veel meer over naar het poëtische (het verhaal vloeit uit de innerlijke drang en werking van de taal zelf voort, rijst lucide op uit zijn duistere diepte). Beelden die op het ritme - op de ‘swing’ zoals Cortazar in Rayuela zo mooi zegt omhoog komen. De verhalen van Ocampo zijn dan ook in zekere zin heel goed gedichten te noemen, langgerekte prozagedichten, niet-aflatende taalstromen. Door hun fysieke presentatie is hier met recht van een corpus te spreken, van een tekstlichaam. Of om in de lijn van ‘Beelden’ zelf te blijven: van een tekstbeeld, een op zichzelf staand taalplastiek.
Nog wat algemener bezien kunnen we van Silvina Ocampo zeggen dat ze tot die zeldzame schrijvers van de afgelopen eeuw behoort die