[Citaat]
Iedereen zal zich wreken, tenzij hij eerloos of vol verachting of vol liefde voor de verongelijker en belediger is.
Wanneer een slachtoffer zich tot de rechterlijke macht wendt, wil hij wraak als particulier: maar tevens, als ongeborneerd, zorgzaam lid van de maatschappij, de wraak van de maatschappij op iemand die haar niet eert. Zo wordt door de gerechtelijke straf zowel de particuliere eer als de maatschappelijke eer hersteld: dat wil zeggen... straf is wraak.
Friedrich Nietzsche, Menselijk al te menselijk, 1886
Ik noem het Christendom één grote vloek, één enorme en wezenlijke perversie, één groot wraak-instinct, waarvoor geen middelen te vilein, te achterbaks, te geniepig en te kleinzielig zijn - ik noem het één grote onuitwisbare smet op het mensdom.
Friedrich Nietzsche. De antichrist, 1888