‘U weet wel wie ik ben!’ riep hij.
‘Jaja,’ zei de koningin.
Ze wilde doorlopen maar de koorden met de wollen bollen bleven vastzitten.
De koningin probeerde zo onopvallend mogelijk los te komen van Kukels kikkerpoot. Kukel hing helemaal voorover.
‘Ik hoor bij u!’ riep hij.
Op dat moment viel het dranghek om.
Kukel belandde languit op de grond en trok de koningin mee in zijn val. Ze stortte bovenop hem en haar hoed rolde van haar hoofd.
‘Oooh!’ riep de menigte geschrokken en er stonden meteen drie fotografen bij om foto's te maken.
De lijfwachten schoten toe en hielpen de koningin met opstaan. Ze zetten het landschap weer op haar hoofd. Kukel voelde hoe er aan zijn kikkerpak werd getrokken. De mensen om hem heen riepen heel hard dingen die hij niet kon verstaan, maar die dreigend klonken. Hij kroop zo gauw hij kon uit het bovenste deel van zijn pak en voor iemand hem tegenhield was hij weggeglipt, tussen twee dranghekken door, tussen een menigte benen door, met gebogen hoofd. Hij hield pas op met vluchten toen hij twee straten van het plein vandaan was.