satire, en Nightwood heeft diezelfde ondertoon van een plotseling dreigende lachstuip. Maar een satire? Nee, dat is het niet.
Het eerste dat opvalt als je werk van Djuna Barnes najaren weer openslaat, is de beschrijvende kracht ervan. Djuna Barnes was een opmerkelijk begaafd stiliste. Een ander boek dat ik van haar bewaar is Ladies Almanack, niet om die dames, maar om het taalkundige hoogstandje. Het hele ding is geschreven in een volgehouden zeventiende-eeuws Engels, waarin de echo's klinken van Sydney, Sterne en vooral Burton. Nightwood is gevarieerder van toon. Kijk bijvoorbeeld naar die trefzekere laat-romantiek waarin Robin Vote gehuld gaat:
Ze had een verwelkende gratie, als een oud standbeeld in een tuin, dat de weersomstandigheden symboliseert waaronder het heeft geleden, tot het niet meer zozeer werk van mensenhanden is als van wind en regen en de genadeloze terugkeer der seizoenen en, hoewel naar de mens gevormd, een noodlotsftguur is geworden. Dit maakte dat Felix haar aanwezigheid pijnlijk vond en tegelijk als iets gelukzaligs onderging.
Structureel is de passage overbodig, want Robin is al eerder geïntroduceerd. Dubbel-decadent, is zij een pagina of acht daarvoor bewusteloos aangetroffen op een Parijs hotelbed, ruwweg in de vorm van een opengevallen schaar. Dit voorspelt natuurlijk allemaal weinig goeds voor Felix Volkbein die verliefd op haar wordt. Het kortstondige drama van hun huwelijk lijkt hoofdzakelijk bedoeld om verbintenissen te suggereren tussen het Oude Europa en de Nieuwe Wereld, voor zover die laatste tussenoorlogs rondzwierf in de bohème van Parijs. Een grootse romangedachte, maar voor de uitwerking ervan heeft het Djuna Barnes aan de middelen ontbroken. Compositie was niet haar sterkste kant. In het openingshoofdstuk, waarin we uitvoerig kennis nemen van de Weens-aristocratische en Italiaans-joodse achtergronden van de ‘baron’ Felix Volkbein, komt Nightwood nogal stroef op gang en blijft het net iets te lang onduidelijk wat voor gang dat moet worden.
De erg particulier bedachte milieuschetsen omtrent ‘baron’ Felix lopen uit in een soort circus- of theatersfeer, waarin een kleurrijk groepje personages zich aanvankelijk te buiten gaat aan stuurloze dialogen. Uit dat groepje komen drie karakters naar voren: Nora Flood, de ‘baron’ Felix Volkbein en de ‘dokter’ Matthew-Mighty-grain-of-salt-Dante-O'Connor. Met de verschijning van de dokter begint het verhaal focus en tempo