Lust en Gratie. Jaargang 13
(1996-1997)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
‘Alles is zo duister overal’
| |
[pagina 10]
| |
1954
Foto: Berenice Abbott | |
[pagina 11]
| |
Rue Jacob 20, Parijs 21 augustus 1924Beste Natalie Barney, Je ziet het, we zijn er - zelfs aan jouw blauwe briefpapier (ik kan het mijne niet vinden + wil dit naar jou hebben). Je eerste brief heb ik vijf minuten voor we Honfleur verlieten gelezen - die andere met de sleutel kwam vanochtend - hoe aardig, hoe attent, hoe onmogelijk je te bedanken! Maria was hier - ze bracht ons ontbijt boven zonder dat we erom gevraagd hadden - ze liep regelrecht naar jouw kamer + een soort kalme verbazing verscheen op haar gezicht toen ze ons beiden ontdekte in de ronde kamer. Ik dacht dat we in deze kamer je ruimte minder zouden verstoren. Hoe heerlijk is het hier - ik begin mijn ogen nu pas open te doen - ik kan niet kijken als er anderen op de been zijn - feesten et cetera - ik heb het gevoel dat ik een nering voor avondkleding drijf wanneer dames in toilet komen, en dat doen ze wanneer ze de deur uitgaan - nu zie ik de tuin, hoor ik de deuren en ken ik je een beetje beter - nu je me verteld hebt dat het mag, lees ik de boeken, ik zou ze met rust gelaten moeten hebben, brieven et cetera vallen er altijd uit + ik weet hoe het voelt je huis + haard te geven aan een vreemde vrouw - die je zo weinig bekend is, los van de gedrukte bladzijde. Het is een van de aardigste, meest buitengewone complimenten die ik ooit ontvangen heb. [...] Waarom heeft de schone Romaine mijn brief niet beantwoord? Ik heb haar een goed gedicht gestuurd + ze is opperst wreed geweest dat niet te zeggen! [...] Zou je het leuk vinden als ik je een kopie stuur van de Biografie van Julie von Bartmann, mijn toneelstuk - als het terugkomt van mijn vriend in Amerika? Het zal nooit uitgevoerd worden, alleen al vanwege één ding, het meisje Yustava houdt van Julie - vol respect en vol passie - en daar het niet vulgair is, en daar het niet sensueel is - zal het dubbel veroordeeld worden. Ik denk dat het mijn beste werk tot nu toe is. Een groet ook van de jonge, mooie Thelma Wood die opgekruld en geparfumeerd ligt te lezen, beneden op de bank. Natalie Barney, ik ben erg bang dat ik grof ben geweest tegen Mme. Masdros. Ik heb haar niet gebeld, tot een minuut geleden - en toen lag ze in bed en kon niet gestoord worden - ik weet dat het onvergeeflijk is, ik was het van plan. | |
[pagina 12]
| |
Ik bleef het voor me uit schuiven om allerlei redenen - regen - luiheid et cetera + mijn aangeboren angst voor nieuwe mensen! Ik hoop dat zij hetzelfde voelt - zo ja - dan heb ik haar niet beledigd. Voor eeuwig | |
[pagina 13]
| |
Tanger, Marokko 30 mei 1933Lieve Natalie,
Goeie hemel! Ik had niets gehoord over de brand van het luchtschip - ik zie ongeveer eens per week een krant - en dus, je kent me, voelt het bijna alsof ik zelf ook in vlammen ben opgegaan - ik zal geen brieven meer per luchtpost verzenden. Bedankt dat je me mijn rekeningen gestuurd hebt - die arme Peggy zal de volgende zijn die ze ontvangt. [...] Ja, ik heb gehoord van Bradley dat mijn uitgever failliet is - wat het moeilijk maakt B.D. [Bow Down het latere Nightwood] te drukken omdat elke andere uitgever de twaalfhonderd dollar voorschot die ik heb gekregen, zal moeten betalen - en zoals Bradley zegt, dat is veel geld vandaag de dag. Ik kreeg eindelijk een brief van T. [Thelma] die mij nogal neerbuigend in de oren klonk - vertelt onder andere dat ze met me meevoelde omdat ik zozeer ‘mezelf vergat in onbelangrijke zaken’. Wat voor zaken? Ze zegt dat het boek bewijst dat ik haar nooit begrepen heb + het is duidelijk dat ze er niet zo happig op is dat het gedrukt wordt - hoewel ze me niet direct vraagt het te vernietigen - ik geef toe dat sommige stukken ‘vuil’ zijn, maar ik had de hoop dat het boek goed genoeg was - ik ben er nu niet meer zo zeker van omdat Charles het gehele werk naar de prullenbak verwezen heeft - zegt dat het geen plot heeft (wat er niet zo toe doet) maar ook geen vorm - geschreven is in verschillende ‘stijlen’ - niet bijeengehouden wordt + niet zo goed is als Ryder ondanks ‘schitterende passages’. John mocht het minder dan mijn andere werk, alleen jij, Morris + Solita leken er (gedeeltelijk) werkelijk mee ingenomen. Ik zou er niet over aarzelen als ik er maar niet zo onzeker over was, wat komt omdat ik er zo veel van gezien heb; ik heb het zo vaak herschreven + er zo veel meningen over gehoord dat ik het niet meer weet. Ik zou het een jaartje weg moeten leggen (Charles zegt tien jaar) + dan zien wat ik ervan vind. Ik weet zeker dat het T. dan nog meer zal bevreemden dan nu, wat ik niet leuk zal vinden, maar ja: wat vind ik er nu van? Ik heb in geen dagen - tien of twaalf - een regel van Peggy ontvangen, tamelijk vreselijk, want zonder haar kan ik gaan noch staan + ik voel me helemaal niet goed + zou graag naar N.Y. terug willen of welke andere beschaafde plaats dan ook. [...] | |
[pagina 14]
| |
Geen nieuws hier - de ene dag als de andere - mooi weer + zee + boten recht onder mijn raam (ben in een Arabische buurt) + ik wil op iedere boot meevaren! Hoe is Parijs? De dollar omlaag tot negentien hoor ik - sommigen vinden dat een goede zaak - Liefs en stuur me gauw een krabbel, want wanneer ik Peggy heb bereikt, hoop ik hier weg te zijn, rond de vijftiende juni of zo. Djuna | |
[pagina 15]
| |
Waverly Place 111, New York 27 april 1934Natalie lief, Janet Flanner arriveerde hier afgelopen week, zag er een beetje in de war en verrast uit, holde gehaast rond met zakelijke verplichtingen en reist morgen rond middernacht weer af- weet niet eens meer of ik haar benijd - alles is zo duister overal; wanhopig voor mij. Het boek is nu in handen van de vijfde uitgever en gisteravond kwam er iemand van Scribner's op me af en die zei: ‘O ja, auteur van Ryder - weer terug na al die jaren - wel, je bent dood weet je - behoorlijk dood - en Ryder ook of watje ook nog moge schrijven - we willen dat soort spul nu niet - loop in de pas met de tijd of verzuip - natuurlijk zou je mannequin kunnen worden voor zeventien dollar per week, je hebt nog steeds een goed figuur-’ et cetera, et cetera. Ik viel bijna flauw, het is een soort genadeslag, want hij heeft gelijk. Mijn schrijven is absoluut uit de tijd - jullie in Europa kunnen niet weten hoe uit, tenzij jullie alle recente boeken lezen - geschreven door halvegaren en in horrorstijl; handelend in goedkope en bloedige misdaden, verkrachting (gewoontjes en niet eens passioneel) karrevrachten moorden, in een snelle staccato-stijl en zo makkelijk te lezen dat een idioot het boek kon afmaken in de loop van zijn dagelijkse waanzin. Brutaliteit (de toon is eerst gezet door Faulkner en nu door Erskine Caldwell) met een laagje vernis en zonder emotie - en je hebt het recept voor ‘vooruitgang’ in Amerika. Dus daar zit ik dan, afwijzingen aan elke vinger, langzaam zinkend, en zonder hart - onmogelijk een cent te verdienen, en mijn zieke broer en moeder om voor te zorgen, niet in staat om op te staan vanonder de extra last. Ik weet niet wat ik moet doen - dus als iemand mij zou zeggen dat ik dood was, zou ik me realiseren dat dat behoorlijk waar was - alleen het lichaam loopt nog steeds rond. Madame E. Bey heeft de huur voor april en mei niet gestuurd. Dat loopt op, ik betaal de mijne ermee; en nu ook nog de rekeningen voor het appartement die binnenkomen. Wat is ze precies van plan? Denk je dat ze de ruimte zal moeten opgeven? Ik wil het natuurlijk meteen weten-ik heb drie makelaars geschreven om te onderzoeken of zij het voor mij kunnen verkopen - het heeft geen zin me te verbeelden dat ik het appartement aan kan houden als ik weken achtereen nog niet eens | |
[pagina 16]
| |
genoeg geld heb om postzegels te kopen, en dat is letterlijk bedoeld. Ga je naar het Oosten (Madame Whang?) of kom je naar het Westen? Ik zou je zielsgraag willen zien, en razen en schreeuwen, omdat jij tenminste van mijn boek hield - hier niemand, behalve Peter Neago en Helen Westley - ze zijn er gek op, maar daar geen van beiden uitgever is - nou ja, ik kan je zien rondlopen, kalmpjes terwijl je zegt: ‘Nonsens, nonsens, waarom enige aandacht schenken aan wat domme mensen zeggen?’ Waarom? Omdat zij de kopers zijn! [...] Werk aan een toneelstuk - komedie - als ik het althans zo kan houden - ook een nieuw olieverfportret, dit keer van een vrouw die eruitziet als een goddelijke aap. Er wordt verteld dat ik ‘mooi’ ben! Ben zeventien pond afgevallen dus in ieder geval profiteert het figuur, zo niet ook het gezicht. Schrijf me snel, en spoor Madame Bey aan. Snel. Liefs | |
[pagina 17]
| |
Old Church Street 60, Chelsea - Londen 19 oktober 1937Lieve Natalie, Blij een woord van je te ontvangen - hoewel je eenzaam klinkt - uitgerekend jij! Een rijk leven tilt iemand altijd op! Ik erger me omdat Emily weg is + omdat Peggy weggaat - het zou hier tamelijk kil zijn in de winter als ik niet nog twee of drie andere vrienden had. [...] Wat Dolly betreft - wie is haar nieuwe, jongen? Meisje? Ik heb Eliot niet gezien - hij weet niet eens dat ik hier ben - ik kan me pas weer onder de mensen begeven als ik deze ‘studio’ van mij op orde heb + dat zal nog weken duren in het tempo waarin het nu gaat - ik heb alle muren gewassen + een mijl vloer geverfd, maar al mijn Parijse spullen zien er plotseling zo wanhopig sjofel uit - zal wat herstelwerk moeten doen et cetera - Ik zou dolgraag naar Parijs komen - die heerlijke stad - maar dat zal naar alle waarschijnlijkheid voor een poosje niet mogelijk zijn, want ik ben uitgeput + de kosten van 't verhuizen + weer installeren zijn alarmerend - hoewel het hef van je is me onderdak te bieden - misschien in de lente. Goed, wat die gemene dokter betreft - hij zal je waarschijnlijk niet bellen, tenzij je hem vraagt, want hij moet een erg slecht geweten hebben - hij trakteerde me op een hoogst abominabele scène, zo'n vijf dagen voor ik Parijs verliet - zo afschuwelijk dat het mijn komst naar Engeland, beter gezegd de verhuizing en het pakken, bijna ruïneerde. Ik was daarna zo ziek - hij vermoedt waarschijnlijk dat ik het jou verteld heb. Hij was erg dronken (kwam 's avonds binnen rond 23.30 - ik lag te lezen in bed + liet hem alleen binnen omdat ik dacht dat hij een telegram van thuis was - altijd bang dat ik er een krijg). Hij begon zijn zwartgallige solo om 1.30 + en ging door tot 5 uur 's morgens! Ik was toch al erg ziek + nerveus + op blote voeten + in nachtjapon + probeerde uit te vogelen hoe ik van mijn bed kon komen + naar de deur + naar de loge van de conciërge om hulp te halen - ik probeerde het + Dan mepte me in m'n gezicht, sloeg me neer - ik probeerde het een tweede keer - en hij sloeg me weer neer terwijl hij voortdurend de meest gore taal uitsloeg - en dreigde ‘me verrot te slaan’ - echt de meest beangstigende ervaring die ik ooit heb meegemaakt + het ergste was de | |
[pagina 18]
| |
wetenschap dat ik te zwak was om hem buiten te zetten - mijn hart begon zo heftig te slaan, ik zweette + viel bijna flauw. Dus dacht ik werkelijk eventjes dat ik doodging daar in dat bed terwijl ik naar zijn smerigheden luisterde, die ik wel moest aanhoren omdat ik ze niet kon stoppen. Toen braakte hij + wierp zichzelf uiteindelijk bovenop mij en vroeg me of ik ‘van hem hield, of hem op z'n minst respecteerde’, ik weet niet hoe ik de moed had nee te zeggen! Dat ik hem niet aardig vond, noch van hem hield, noch respect voor hem had - ergens begrijp ik het wel - hij kan het niet uitstaan dat ik hem zo goed ken - dat wat hij haat in zichzelf (+ hij haat zichzelf) speelt hij terug naar mij - zei dat ik een smerige schrijver was, nog geen zin voor elkaar kon krijgen - dat hij niet kon begrijpen hoe ik een legende uit niets was geworden. Dat ik een waardeloos kreng was met lesbische vrienden, geen haar beter - dat ik een omlaaggevallen halve gare was die nooit ‘een cent in haar leven verdiend heeft’ behalve ‘door met vuile joden te slapen’. [...] Toen een tirade tegen iedereen die ik ken, inclusief T. natuurlijk - eraan toevoegend dat ik het nog tamelijk goed gedaan had gezien de worm die ik was. Het was werkelijk afgrijselijk - tiran + beest dat-ie is, zat daar met zoveel walging voor zichzelf - ik wist allang dat hij gemeen was + zwak + monsterlijk - maar hij had iets dat ik genoeg wilde om ervan te houden! - Maar werkelijk, had ik geweten welke laatste scène me te wachten stond, dan weet ik niet of ik de moed had gehad ermee door te gaan. Nadat hij ziek werd, even voor hij wegging, zei hij: ‘Waarom gaf je me niet op mijn falie - je had het kunnen doen’ - ik zei: ‘Je weet dat ik op dit moment te ziek ben om met een man te vechten.’ ‘Een man’, lachte hij bitter, ‘een man - ik - van iedereen die hier op aarde rondloopt ben ik het zelf die ik haat - verafschuw - ik wou dat je het gedaan had - ik heb geen kloten!’ Zo zielig -[...]. En de volgende dag - of de dag daarna, dat ben ik vergeten - kwam hij weer + belde aan! Ik het hem niet binnen - hij zei: ‘Okee, schrijf dan naar Danny!!’ Ik heb veel met hem meegemaakt, maar dat was het einde - ik wil hem nooit meer spreken of zien. Ik dacht dat ik al betaald had voor Nightwood maar misschien loopt de boete altijd door. | |
[pagina 19]
| |
Dus je snapt wel dat hij je niet zal bellen, tenzij je het hem vraagt! Ik vertelde het mijn advocaat - die wilde hem vervolgen, maar ik zei nee - laat het met rust - het is gebeurd, het kan niet ongedaan worden gemaakt - maar ik moet zeggen dat ik nog nooit dichter bij een mogelijke moord ben geweest, behalve dan dat hij een lafaard is - maar toch, maar toch, zo dronken dat hij alles had kunnen doen. Ik vertelde het Emily + zij (aardige meid) kreeg het hele verhaal in geuren en kleuren over zich heen + de implicaties. Toen ik uit de trein stapte in Victoria! werd ik opgevangen door twee heren - gelukkig - want ik was te zwak + ik beefde + was zo ziek dat ik twee hele dagen in bed moest liggen - En om de zaak te compliceren (ik moet rampen wel aantrekken) mijn verhuizers waren dronken tegen 14.30, braken verschillende dingen - uiteindelijk moest ik voor ze pakken, hoewel ik ziek in bed had gelegen!! [...] Ik denk dat Parijs voor mij heeft afgedaan door deze scène met Dan + had ik mijn huis niet al verkocht, dan had ik het, hierna, voor niks weg gedaan. Schrijf snel hoe het met je gaat - ik hoop rond 1 november weer terug naar mijn boek te gaan. Liefs | |
[pagina 20]
| |
Patchin Place 5, New York 24 oktober 1966Liefste Natalie, Zeker, ik herinner me jouw vertaling van Valéry's Monsieur Teste toen die verscheen in de Dial zeer goed. Marianne Moore was niet de uitgever van de Dial, ze zat tijdelijk in de redactie. Ik heb haar altijd gekend, maar niet intiem; ze woonde tot voor kort in Brooklyn (ik geloof dat ze erg lang geleden boekhandelaar is geweest) en men bewonderde haar altijd om haar diepgang, en ik moet daar van mijn kant een grote bewondering voor haar perfect vakmanschap aan toevoegen! ‘Is onze herinnering een tweede leven?’- mijn God, ik hoop van niet! Niet nog eens! Jouw leven is natuurlijk verbazingwekkend. Met vaste hand, het hart bezet en de geest afgestemd op de overwinning! Wat ik met mijn tijd doe? Maar ik dacht dat we dat allemaal gehad hadden! Zeer zeker heb ik geen ‘kleine vriend’ en als ik er een zag, dan sprong ik in de rivier. Ik leef in complete afzondering. Ik heb geen deurbel en er was een tijd dat ik geen telefoon had. Ik heb tralies voor mijn raam en een politieslot op de voordeur en dit alles niet vanwege een surplus aan wreedheid in mijn natuur, maar simpelweg als een manier om vol te houden. Leven? Nee, volhouden ja. Lichamelijk was ik te ziek en de afschuw voor wat mensen bleken te zijn meer dan zat om er plezier in te hebben iemand te zien ofte spreken. En dus veegde ik de drempel van mijn deur schoon. Soms is het belachelijk, want men houdt ervan met een ander te praten, zo nu en dan, maar alleen als het iemand ‘van jouw slag’ is, en hoe vaak komt die langs? Ik schrijf, of probeer het althans, en uitgerekend poëzie, in een tijd waarin poëzie niet bestaat. Ik heb er niet zoveel plezier in, maar je kunt moeilijk de hele dag + de hele nacht alleen maar zitten en lezen - En dan, daarna, ga ik naar buiten en geef wat uit van jouw heerlijke geld, bedankt, het is een genoegen wat meer touw te hebben. altijd toegenegen Dj. | |
[pagina 21]
| |
NamenregisterBey, Ellen Onderhuurster van Barnes' appartement in Parijs. Bradley, William Uitgever van expafriate-schrijvers. Charles Charles Henry Ford. Trouwe vriend van Barnes met wie ze een korte relatie had na het echec met Thelma Wood. Behoorde net als Barnes tot de expatriate-schrijvers. Dolly Dorothy Wilde. Nicht van Oscar Wilde, een van de geliefden van Natalie Barney. Dan of Danny Daniel Mahoney. Vriend van Barnes die model stond voor dokter Matthew O'Connor in Ryder en Nightwood. Emily Emily Coleman. Schrijfster en vriendin van Barnes. Verbleef vaak met Barnes in Hayford Hall (ook wel Hangover Hall genoemd), het buitenhuis van Peggy Guggenheim in South Devon, Engeland. Flanner, Janet Journaliste, vriendin van Barnes. John John Holms. Geliefde van Peggy Guggenheim. Zijn dood in 1934 deed Barnes meer verdriet dan de dood van haar vader. Daar betrof haar verdriet ‘slechts de dood zelf’. Maria De huishoudster van Natalie Barney in Parijs. Masdros, Mme Vriendin van Natalie Barney. Moore, Marianne Dichteres die bij Barnes om de hoek woonde. Barnes bezocht haar op haar ziekbed begin jaren veertig en sindsdien was Moore de uitzondering voor wie Barnes halt hield op straat om een praatje te maken. Morris Lloyd Morris. Expatriate, groot bewonderaar van Barnes' werk. Neago, Peter Redacteur van Americans Abroad: An Anthology (1932). Barnes had een korte affaire met hem. Peggy Peggy Guggenheim. Ondersteunde vele jonge kunstenaars onder wie Barnes. Gedurende Barnes' laatste jaren in New York voorzag Guggenheim haar van een maandelijks inkomen. Guggenheim bezat een galerie in Londen en later in New York. Ze schreef haar memoires in Out of This Century (1946). Romaine Romaine Brooks. Beeldend kunstenares met wie Barney jarenlang samenleefde. Barnes bewonderde haar pentekeningen. Scribner's Dochter-uitgever van Liveright in New York die zich inzette voor contemporaine schrijvers. Solita Solita Solano. Geliefde van Janet Flanner, vriendin van Barnes. Westley Helen Westley. Vermaard Broadway-actrice in het New York van begin deze eeuw. Wood, Thelma Tien jaar lang de geliefde van Barnes. Stond model voor Robin in Nightwood. |