ster in Zürns proza geïdealiseerde alter ego's. Als op een dag, zoals wordt verhaald, midden in de kindertuin, werkelijk een levensgrote, oeroude Indiaan staat, zijn de kinderen dan ook met stomheid geslagen. Hij blijkt het opperhoofd van de Sioux-indianen te zijn, Big Chief White Horse Eagle, uitgenodigd tijdens zijn verblijf in Berlijn door haar vader. Het meisje staat perplex en is tegelijkertijd opgelucht. De werkelijkheid liet haar fantasie, haar ideaalbeeld, gelukkig volledig intact. Het opperhoofd gedroeg zich precies zoals zij zich altijd in (dag)dromen had voorgesteld.
Het zoeken naar cryptische boodschappen, het zich laten inwijden in raadselachtige tekensystemen of geheimschriften uitte zich ook in Zürns voorliefde voor de kunst van het anagrammen maken. Helaas werd Zürn aangeraden de betovering van de anagrammenkunst te doorbreken. Vlak voordat ze daaraan gehoor geeft, krijgt het een na laatste anagram de titel Unkas, der Letzte der Mohikaner.
Unica Zürn herinnert de rol die Uncas en zijn soortgenoten in haar kindertijd hebben gespeeld en geeft dat vorm. Omdat in Zürns proza de vertelster zo duidelijk aanwezig is, zoals in Katrin, Der Geschichte einer kleinen Schriftstellerin, wekt zij de indruk haar eigen geschiedenis te vertellen. Ook Unica Zürn wilde al op jonge leeftijd schrijfster worden, haar vader hield van reizen en heeft het schrijverschap als beroep gehad en ook heeft zij net als Katrin een blauwe maandag geprobeerd stenografie en typen te leren en verkoos later het onzekere leven van het kunstenaarschap. Bovendien heeft Unica Zürn het verhaal Katrin,... geschreven toen ze op het punt stond haar kunstenaarsvrienden in Berlijn te verruilen voor die in Parijs en zodoende het contact met haar dochtertje Katrin en haar zoontje Christiaan, die bij haar ex-man woonden, te verbreken. Om de cirkel rond te maken kan er worden toegevoegd dat Unica Zürn haar echtgenoot Uncas had genoemd en 's zomers in de tuin samen met haar dochtertje Katrin indiaantje had gespeeld.
Toch lijkt het niet waarschijnlijk dat het kind Unica Zürn, zoals het meisje Katrin, een buurman had die net als Pippi Langkous een paard in huis hield of dat ze ooit het paard Pegasus, de schutsengel der dichters, in haar vaders werkkamer heeft gezien om hem zijn roman in te fluisteren. Unica Zürns werk, zowel haar tekeningen, anagrammen en proza, zijn met elkaar vervlochten en zijn behalve autobiografisch, vooral metaforisch. Zowel in haar leven als in haar werk bouwde Unica Zürn een eigenzinnig universum op