voor. Haar streven was Grote Poëzie schrijven en zeker, een taai episch gedicht over het landleven van Zuidoost-Engeland kreeg in 1926 een dikke, allang weer vergeten prijs (en oplage na oplage, tot op de dag van vandaag), maar een cultmonument werd ze pas na haar dood, toen zoon Nigel Nicholson een boekje over haar leven opendeed. Eigenlijk ook een boekje over haar levenslange homoseksuele echtvriend Harold Nicholson, maar freaky Vita had, als gewoonlijk, de hoofdrol. Ze schreef historisch angehauchte romans die net zo sappig lezen als Anna Blaman en ging zelf de historie in als tuinier, herleefde in ‘Vita’, de soepele biografie van Glendinning, herleefde in een stormachtige bbc-verfilming over de stormachtige verhouding met jeugdvriendinnetje Violet Keppel, waardoor half Engeland schande sprak over de bbc en Sackville-West alsnog een mediahype werd, maar ze had de eeuwigheid al bereikt door de tuinen van kasteel Sissinghurst te maken. Tussen het wieden door versleet ze een rij dames, correspondeerde, entertainde, bleef onuitstaanbaar high-society, haalde zijdelings de dubbele eeuwigheid door model te staan voor Virginia Woolfs Orlando en schreef vanaf 1946 veertien jaar lang iedere zondagmorgen een tuincolumn voor The Observer, een klus die ze haatte en derhalve tussen bed en ontbijt klaarde.
Wanneer ik voor de zoveelste keer haar opgewekt koutende stukjes lees, gebundeld tot In de tuin, draagt alle neveninformatie vanzelf bij aan de hebberige roes die ze oproepen, maar het is vooral de dringende suggestie die achter haar tips, schema's en kwistig rondgestrooide Latijnse namen opduikt, de suggestie dat je al bladerend wordt bedolven onder een orgie van geurend, bloeiend, nimmer wegrottend manshoog woekerend groen, terwijl je er gewoon bij kunt blijven liggen. Daarom hou ik van haar. Tuin maken? Peanuts, mevrouw. Rozen achter het gordijn.
Eens raakte Sackville-West, door iets wat ze in een stukje had geschreven, overhoop met de voorzitter van de verzamelde bond van plantjeskwekers, waarna ze per ingezonden brief door een legioen fans weer te paard werd gehesen, zo ook door de toneelschrijfster Enid Bagnold. ‘Wel, u zit dus met een muizeklein probleem, Miss (!) Sackville-West; laat mij u daarvan verlossen. Ik ben uw voortdurende en opgewonden lezer. Ik ben een amateur met gele, met botergele vingers - elke lucifer die u in uw ranke columns afstrijkt, ontsteekt in mij een vreugdevuur van dromen-over-volgend-jaar. Ik neem de wapenen op tegen heer Jackman. Mijn mond valt van hem open! Wanneer u de guirlandes clematis over de bebloemkranste appelboom