wanklanken, lachen en schreeuwen overgaan in muziek. ave maris stella. Ik kom. Ik zal koud worden en niets meer nodig hebben. Niet meer uitgespannen tussen hemel en aarde. Zonder te schreeuwen, helemaal stil trouwens. Maar voorlopig moest alles nog doorstaan worden. Ook New York. Hoewel ze er graag, zoals over alle toekomst ineens, met één sprong overheen gegaan was. Maar ze vond geen uitweg en geen lanceerplatform.’
(Das Judasschaf)
De verhalen van Duden zijn passieverhalen, lijdensgeschiedenissen. Door het schrijven gaat het lichaam weer bloeden, gaan de wonden weer open, blijkt de herinnering zich te verenigen met een beeldend vermogen dat alleen in het schrijven toegankelijk is en vorm krijgt. Stigmata. Haar verhalen doen pijn omdat ze de lezer niet de ruimte tot catharsis laten, ze zijn niet aristotelisch, niet dramatisch, ze bieden geen mogelijkheid tot identificatie met dramatische personages noch tot afstand.
Haar teksten moeten misschien meer gelezen worden in de traditie van de ‘poésie maudite’, zoals Rodenko die formuleerde in zijn inleiding tot de bloemlezing Gedoemde dichters. Het was Baudelaire die de catharsistheorie van Aristoteles omdraaide: er is niet éérst het kwaad en vervolgens de kunstenaar die de mens door schoonheid van het kwaad verlost. Nee, de kunstenaar is de hogepriester van het kwaad, hij heeft het kwaad nodig. Bij Baudelaire is de catharsis een staat van genade die al dan niet kan plaatshebben en niets met de creativiteit als zodanig noch met de intentie van de creativiteit te maken heeft. Het creatieve proces is bij de ‘poètes maudits’ wezenlijk destructief, aldus Rodenko, neerwaarts gericht. De dichter moet het licht mijden, het licht dat ruimte, orde, vorm schept; hij moet afdalen naar de onderwereld, naar het schimmenrijk - naar het rijk van de dood maar ook dat van de scheppingskracht.
Misschien kan die afdaling bij Duden begrepen worden als haar poging om onder de continue stroom van kant en klare beelden te kruipen, om het mediapantser te ondermijnen met andere beelden, woekerende beelden die niets verklaren, die niet geruststellen, die niet gestuurd worden; beelden die verhalen van een wereld waarin niets wordt vergeten en niets wordt toegedekt, een wereld waarin het altijd oorlog is, een duistere wereld die haar onbegrepen schaduwen werpt in het alledaagse georganiseerde leven.
Annelies Passchier