Lust en Gratie. Jaargang 10(1993)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Regenboog • Judith Herzberg Voor Judith, bij het weggaan Dof in het hoofd, met slome vingers herstel ik nog een keer de lichtbruine enveloppe waarop onder inktkrassen het briefhoofd mind nog te zien is. De voorkant weerspiegelt een hele rij oude poststempels. Ze lijkt te teer om zo ver weg te zenden en ik zou haar gedachteloos doormidden moeten scheuren en een andere moeten zoeken. Maar ik ben moe, kan geen enkele nieuwe beweging of kamer of ding verduren, dus klamp ik me ook hieraan vast alsof je lange gestalte die zich beweegt tegen het regenlicht in een flat in Amsterdam een tijdje kan worden vastgehouden door een handgeschreven etiket of een gehavende enveloppe van je bureau. [pagina 102] [p. 102] Wanneer ik weer ergens anders ben zal ik niet over je praten als over een unieke gebeurtenis of iets moois dat ik heb gezien hoewel het allebei waar is. Ik zal geen verkeerd beeld van je geven door je te prijzen en te beschrijven zoals ik dat met andere dingen zal doen waarvan ik bijna evenveel heb gehouden. Daar in Amsterdam zul je leven zoals ik heb gezien dat je leeft en zoals ik je nooit heb gezien. En ik kan geen vliegtuig vertrouwen dat mijn leven daar in het woelige Amerika naar je toe zal brengen - mijn eigen leven, dat ik leef in de realiteit die ik voor mezelf houd. Niet geletterdheid - het recht mind te lezen - of stemrecht - te kunnen kiezen voor de minste van twee kwaden - waren de grote verdiensten, weet ik nu, wanneer ik denk aan al die vrouwen die zich omwille van ons [pagina 103] [p. 103] lieten bespotten. Maar dat kleine stukje grond, Judith! dat twee vrouwen tot het uiterste van hun zenuwen verliefd op twee mannen - verdeeld in stukjes voor mannen, kinderen, herinneringen zo verschillend en zo uitputtend - de gedachte durven toelaten nu voor het eerst misschien, om van elkaar te houden niet als mede-slachtoffers noch als tijdelijke schaduw van iets beters. Verdeeld als we nog steeds zijn, geliefden, dichteressen, die mannen en kinderen met ons lichaam verwarmen, continu onzeker wat we in het water zullen gooien of wat we zullen opvissen aan de vloedlijn, vaak moe, zoals ik nu moe ben alleen al van de afstand die onze ziel in een dag moet overbruggen - en dan toch hier aan te komen op deze kleine uitloper of landtong en ons nu vrij genoeg te voelen om onze wapens ergens anders achter te laten - dat zijn de geheime vruchten van de revolutie! [pagina 104] [p. 104] dat twee vrouwen elkaar kunnen ontmoeten niet meer als onderdrukten die samen een bitter geheim delen maar als twee ogen in hetzelfde voorhoofd die op hetzelfde moment op de wereld de regenboog kunnen zien. Adrienne Rich Vertaling: Bobbi Linschoten Vorige Volgende