de juffrouw dat Pippi de hele etalagepop wel mee mag nemen, waarop Pippi verontwaardigd snuift dat je bij de slager toch ook niet het hele varken krijgt aangesmeerd als je een stukje spek wilt kopen.
Naast haar koffer met geld heeft ze natuurlijk haar bovenmenselijke kracht, zodat ze de politiemannen die haar in het weeshuis willen stoppen maar een paar maal in de lucht hoeft te gooien om ervoor te zorgen dat ze nooit meer terugkomen. Geld, kracht en een anarchistische geest, daarmee garandeert Pippi zichzelf de absolute vrijheid. Met een meewarige blik bekijkt ze Tommy en Anneke, die dat vermogen om precies te doen waar ze zin in hebben, al bijna hebben verloren. Vergeleken bij Pippi zijn Tommy en Anneke kleine volwassenen, die bijvoorbeeld niet eens kunnen genieten van de kadootjes die Pippi uitdeelt ter gelegenheid van haar eigen verjaardag. Als je zelf jarig bent dan gééf je toch geen kadootjes, roepen ze uit. Pippi is telkens weer verbijsterd over al die regels waar Tommy en Anneke steeds mee op de proppen komen. Hoezo mag ik jullie geen kadootjes geven? Staat er ergens in jullie schoolboekjes dat dat verboden is? Is er iets met de tafels van dinges dat maakt dat dat niet kan?
School blijft voor Pippi iets onbegrijpelijks waar je alleen maar onnuttige dingen leert en waar je vrijheid en je fantasie in de kiem worden gesmoord. Waar je een tekening moet maken op een klein vierkantje papier, waarop Pippi's paard toch echt niet past zodat ze verder moet gaan op de vloer en iedereen boos wordt. ‘Ik ga pas naar school als ik wil weten hoe je het woord zeeziek spelt’, zegt Pippi zo nu en dan, maar omdat ze nooit zeeziek is, hoeft ze zich voorlopig niet over de spelling van dat woord druk te maken en als ze ooit zeeziek zou worden, vermoedt ze dat ze wel wat anders te doen heeft dan zeeziek te spellen. De kennis uit de schoolboekjes, die de kinderen tot kleine volwassenen maakt, weegt niet op tegen Pippi's levenservaring, waarmee ze zich uitstekend redt en die haar bovendien meer plezier geeft.
Punt drieënvijftig. Pippi is altijd vrolijk. Ze laat zich niet deprimeren door al die regels en gedragscodes die de mensen om haar heen zo belangrijk vinden. Integendeel, iedere nieuwe regel is voor Pippi een bron van vermaak. Als Pippi ongevraagd op theevisite komt bij het dameskransje van de moeder van Tommy en Anneke, beheerst ze de eerste vijfentwintig minuten het gesprek, totdat de dames haar streng voorhouden dat je niet zomaar iets kunt zeggen, maar dat je met je verhaal moet aansluiten bij het gespreksonderwerp. Het resultaat van zo'n expliciet gestelde regel is dat Pippi met