meisje was één scène te veel. Want het was zinloos. Voor het eerst kunnen we de oorlog van heel nabij bekijken, in al zijn macabere details. Dit heeft echter alleen zin als het iets ten goede verandert. Maar er verandert niets. Daarom zijn dit soort reportages pervers geworden. Ze zijn veranderd in pornografie van sterven.’
Altijd en eeuwig wordt er over dezelfde thema's geschreven: liefde, dood, oorlog, vrede, religie, relaties, eenzaamheid, ontworteling. Kortom over de menselijke conditie. Of er iets door verandert, of de mensheid vooruitgang boekt, is een moeilijk te beantwoorden vraag. Immers wij leven individueel maar kort en de geschiedenis die wij kunnen overzien en waarover wij documenten bezitten, is in vergelijking met de ongeschreven geschiedenis van de mensheid en de aarde eveneens erg kort. In de vaak moedeloosmakende realiteit en onder het vaak moedeloosmakende bombardement van schijninformatie, moet de schrijver blijven schrijven. Dat is net zo noodzakelijk als voedsel verbouwen, je werk doen, je huis opruimen, geld verdienen. Schrijven is een vorm van leven en dat kun je positief of negatief, goed of slecht doen.
Drakulić en Ugrešić schrijven met het bloed, het zweet, de tranen, de ontworteling en de eenzaamheid die het leven in oorlogstijd volledig bepalen. Zij kiezen voor het oorlogsgenre van de autobiografische notities om de oorlog in al zijn macabere details te laten zien, maar zonder te vervallen in een pornografie van het sterven. Zij willen zichzelf en de anderen inzicht verschaffen en een echte communicatie tot stand brengen. Zij voeren een strijd op twee fronten: tegen de oorlog en tegen de pervertering van woorden en beelden. Tegen de oorlog die elke nuancering laat verdwijnen, die van je buren een vijand maakt, een oorlog waarin wantrouwen als gifgas wordt verspreid, waarin woorden tot instrument van propaganda zijn gemaakt. Een oorlog die iedereen van binnen aantast.
Ik zit in mijn huis in Amsterdam. Het is stil, dan hoor ik een definitieve golf van gejuich. ‘Ze’ hebben gewonnen, maar dat betekent dat ‘ze’, de anderen, hebben verloren. Spel of realiteit? Vredestijd of toch een beetje oorlog?
Ineke van Mourik