lijke homoseksualiteit de onmogelijkheid symboliseert van de ontmoeting tussen de seksen, de onmogelijke liefde tussen man en vrouw. Het verschil tussen de geslachten is onoverbrugbaar en de versmelting tussen man en vrouw is een illusie die door de wetten van de erotiek eeuwenlang wordt verkondigd. Het verlangen naar versmelting blijft onverminderd van kracht, ondanks de onmogelijkheid; het maakt het gevaar uit van de heteroseksuele liefde.
‘Heteroseksualiteit is gevaarlijk,’ zei de Franse schrijfster, ‘daar laat je je in de verleiding brengen om de perfecte dualiteit van het verlangen te bereiken. Er is geen oplossing in de heteroseksualiteit. Man en vrouw zijn niet met elkaar te verzoenen en het is de poging die onmogelijk is en die bij elke liefde herhaald wordt, die er de grootsheid van uitmaakt.’
Heteroseksualiteit, ook voor de Nederlandse schrijfster was die allerminst vanzelfsprekend: ‘Als het niet in de boekjes stond en op de film vertoond werd, om van parken, dijken, zwembaden, bossen, duinpannen, struikgewas en pornografische afbeeldingen nog maar te zwijgen, zou ik nooit op het idee zijn gekomen dat het mogelijk is iemand van de andere sekse te beminnen, althans te begeren. Natuurlijk, de voortplanting en zo... maar wie denkt daar ooit aan, behalve kapelaans en de n.v.s.h.?’
De Nederlandse schrijfster zocht de polariteit tussen man en vrouw niet, zij kende het verlangen de polariteiten te laten versmelten niet. ‘Ik begrijp die liefdesuitbarstingen niet van zachte vrouwen voor grote, sterke mannen en vice versa. Ik verdenk ze van plagiaat, van literatuur leven. Aan het gedifferentieerd gelijke: de grote man en de vrouwelijke knaap, de intellectuele vrouw en het lieve meisje, ontwikkelen wij de begeerte, is het mogelijk iets van het zelf te herkennen, tot zelfkennis en liefde voor de ander te komen. Het werkelijk polaire stoot af, evenals het volmaakt gelijke.’
Plagiaat. Literatuur leven. De Franse schrijfster bedacht dat mannen in de heteroseksuele relatie een passieve rol spelen, een rol die nu eenmaal zelden verheffend is. ‘Ach,’ zuchtte ze, ‘al die mannen die maar afwachten in een heteroseksuele verhouding, alleen, in een hoekje, zonder met hun vrouw te kunnen communiceren, of in salons, of op stranden of in straten, en die dat niet weten, het moeten er miljoenen en miljoenen zijn overal op de wereld. Als deze mannen uit hun rol binnen de heteroseksuele relatie stappen zijn ze niet langer terughoudend.’
De schrijfsters zwegen geruime tijd. De een dacht aan de homoseksuele man als valse minnaar, hij kent slechts een passie, de homoseksualiteit. Hij