Dermoût haar personages zijn voor de vorm Europeanen en Indonesiërs, bazig, moordzuchtig, hartelijk, ijdel of in verdriet, maar eerder zijn het verhaalfiguren, echt waar! ze bestaan bij de gratie van imaginaties en horen zeggen, overgedragen door mythe en legende, van Oost en van West. Ze bewegen zich in een wereld die bestaan heeft op aanwijsbare landtongen en op thuynen, op schepen die eens in de maand kwamen en gingen, op Oostindische, smaragdgroene eilanden, de tempo doeloe. Maar Dermoûts omzien, jaren nadat ze weg was en in Holland woonde, is ver afgedwaald van een politiek-historisch bestaan. De verhalen spelen in een peilloos, tijdeloos zijn, een onvertelde ruimte die Westerlingen wel ‘magisch’ noemen, maar op de eilanden deel is van het dagelijkse bestaan; een on-Hollands leven, waarin alle dualismen met voeten worden getreden; doden en levenden, zienlijke en onzienlijke dingen omringen ons. Dadelijk op de hoek, bij de overgang van buiten- naar binnenbaai, waar de baai op z'n smalst is en op z'n diepst door de zuiging van het getij, wandelde op de kaap zo nu en dan een matroos, een jonge Portugese matroos, die - toen - hier - verdronk; hij had naar huis gewild; hij had zijn naam horen roepen in de verte, Martijn was zijn naam.
Kleindochter! haar taal, de taal waarin Maria Dermoût vertelt, herinnert aan impressionisme, aan hortende spreektaal, veel herhalingen, afgebroken zinnen, ingehouden adempauzes, leestekens op verkeerde plaatsen. Ze wil vertellen over wat ze ziet en hoort, maar zo eenvoudig, zo gereserveerd mogelijk. De tienduizend dingen. Het zijn ze niet alle, de schulpjes en hoorntjes en slekken en qualletjes en zulk schorriemorrie, en niet genoeg. Er blijven nog de verbeeldingen. Gestalten zoals zij uitgebeeld staan in dansen en liederen en vertellingen; verzinsels - zomaar - hoe zou zij ze op kunnen noemen? Al deze dingen, en nog andere, en de hemel erbij, zijn het gisteren van Maria Dermoût.
Wat is het? ‘Dat gelanterfant en gehang met de bedienden hier moet uit zijn, begrepen?’ Een herinnering aan iemand, aan iets dat gebeurde, kan ergens bijna tastbaar blijven hangen - misschien is er nog iemand die er van weet, aan denkt soms. De vrouw dacht terwijl ze voorbij liep, dat zij dit al eens gezien had of gelezen ergens of misschien gedroomd. Maria Dermoûts verhalen zijn nog anders; zonder enig houvast niet meer dan een vraag?
Iets ten zuiden de landengte Passo, waar de prauwen overgetrokken werden naar open zee.
Pamela Pattynama