en mijn hoofd met migraine, mijn hele zenuwstelsel met slapeloosheid. Ik schrijf je dit omdat ik je niets wijs wil maken.’
In 1971 worstelt ze nog steeds met het boek: ‘Ik werk eraan met grote innerlijke barrières, die zich in uiterlijke omzetten: ik kreeg bijvoorbeeld onlangs een heerlijke klap van de schoorsteen tegen mijn achterhoofd, waar ik vier dagen last van had en die mij het excuus gaven om te lanterfanten en veel te slapen. Want dat lukte mij de laatste weken niet meer, omdat dat verdomde boek mij echt tot in m'n slaap lastig viel. Het werken eraan is immers ook een soort psychoanalyse, want allerlei dingen die terecht allemaal verdrongen zijn komen nu weer naar boven drijven. Wat moet je daarmee, schrijf je het op, neem je er alleen kennis van, of verdring je het opnieuw?’
Kort voor de dood van Brigitte Reimann vertelt Christa Wolf haar welke manier van schrijven haar het liefst is: ‘Het doel van het schrijven is om taal te vinden voor de verandering in je innerlijke landschap. Het gaat erom die verandering op dat moment te betrappen dat zij zich voordoet, nog voor zij zich aan taal gebonden heeft. Die hele leugen van de roman, die weliswaar een conventie is en die goed verkoopt, is een wereld van verschil met hoe veranderingen zich werkelijk voltrekken en hangt mij behoorlijk de keel uit. Wel, dat liet jou indertijd terecht onverschillig; maar op een wat gecompliceerde manier heeft mijn afkeer van clichés met jou te maken. Want in welke aan jou en mij bekende clichés laat zich de verhouding vangen die tussen ons ontstaan is?’
Christa Wolf beschrijft de creatieve en politieke problemen rond haar werk soms heel direct. Maar over haar angsten, de problemen met haar gezin en met de wereld waarin zij leeft, vertelt ze heel weinig. Wat een verschil tussen de vrouwen! Brigitte Reimann is emotioneel, grillig, extatisch, scheldt in haar brieven op haar minnaars, bewondert Christa Wolf, maar hecht op een intrigerende manier toch veel belang aan officiële schrijversbijeenkomsten. Christa Wolf daarentegen is sceptisch en op haar hoede en verwacht niets meer van haar collega's van de schrijversvereniging. Het lijkt wel of Christa Wolf twintig, in plaats van twee jaar ouder is dan haar vriendin. Terwijl Brigitte Reimann luidkeels en vaak humoristisch haar wanhoop en haar doodsangst beschrijft, is Christa Wolf ernstig en houdt zichzelf en de verhouding onder controle. Ze schrijft bijvoorbeeld dat ze expres een klein velletje papier genomen heeft omdat ze geen tijd heeft om Brigitte meer te schrijven, of dat het lezen van een brief van Brigitte haar een uur nachtrust heeft gekost.