Lust en Gratie. Jaargang 10(1993)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Drie gedichten Ida Boelhouwer Marionet Welke beweging moet ik maken om je aan te raken, welk beloop is van ons samen, stilte zoek ik maar je zwijgt, die heb je al dus praat ik maar dat doe je ook maar niet met mij, je ziet niet dat ik zorg voor wie wij waren. Van school naar huis en omgekeerd je loopt het liefst met mij, maar dat ze om je lachen en waarom je dan niet met hen gaat dat weet ik niet, je past op mij ik ben nog klein, met lichte stap een zwaargewicht, marionet. [pagina 58] [p. 58] Ik droomde van een hele grote zaal die leeg was in het midden en tussen het publiek geklemd mr die als gewoonlijk babbelde totdat hij mij bemerkte omdat ik danste in de lege vilten vlek en niet alleen was maar in stippelgrijs fluweel lag dat mij feilloos leidde terwijl ik zong, een hoge klank die hoorde bij de dans, ik vond het mooi. De jongeman in stippelgrijs kostuum ook want hij werd nog zachter dan daarvoor. Ik heb je lief zei hij tenslotte en ik ademde gehoorzaam waarop hij verdween, toen danste ik alleen, veel wilder en het enige geluid dat je kon horen. [pagina 59] [p. 59] Het aas Je moet me niet kwalijk nemen dat ik nog beneden ben langs de gele weg lopend. Een rozenhaag woekert om het vollemaansgezicht van de lucht als versierde meisjesharen. In haar ogen weerspiegelen de bergtoppen blauw en puntig en schraal; ik wil liever hier zijn op de gele weg die bij het meisjesgezicht eindigt, want als ik de lucht heb opgehapt zullen de rozen verschrompelen worden de bergen groter. Als ik niet goed op de tijd let zal de arend mijn longen zien. [pagina 60] [p. 60] Vorige Volgende