Lust en Gratie. Jaargang 10
(1993)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |
[pagina 54]
| |
onze monden van nature
bronnen die water wilden
water zochten
een voordracht, toneel
woorden dronken we
op de thuisreis
in de trein
deden we
verlegen
onze handtas open
de toegangskaart
het programma
vonden de lipstick
bogen naar elkaar over
hoe je dan de boog
van mijn lippen
scharlakenrood
of lichtroze
precies volgde
omlijnde
| |
[pagina 55]
| |
ik herinner me, ongedurige,
de leikleur van de drempels
de paaiende stemmen
zon in glas, sierstenen in water
de zandpaden
zoals het paard daar stond en liep
stond in zichzelf en liep en stond
te hoog voor gras te groot voor bos
buitenmaats zich voegde in
gras en tussen bomen en glanzend
zo schreefje woorden in brieven
tekeningen notebalken vragen
in kwarts in kopergroen, ketste
onzin in tijd, nieuwsgierige,
ik zag je in athene terug
in marmer tussen marmeren beelden
miste de rode vlam van je haar
in de zon, in de schaduw
| |
[pagina 56]
| |
abc
dit weet ik zeker de lente van 1979
zal weer uitbreken zal weer
in hoofden en buiken haar werk doen
de stad zal weer snel en groots
en traag en preuts en rillend uit alle
plooien openvouwen en loslaten en
bewegen tuimelen neerstorten
hakkelen de bruggen open de straten
ondersteboven de lente van
was het 79 liefste of ben ik het jaar
het jaar van het uitbreken
van het losbreken vergeten en
keert het niet weer
en is het vergeten en weet ik dat zeker
|
|