Lust en Gratie. Jaargang 7
(1990)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
Gedichten
| |
[pagina 32]
| |
Ik heb mijn boze geesten losgelaten
zij kunnen zich mooi verstoppen
achter de roze fontein
van de Lusthof
ik weet toch dat ze er zijn
het is zinloos deze woest golvende zee
van wilde paarden over te steken
de oever zal zijn tanden laten zien
en zijn vingers vol zwavel en zout
de valstrikdromen steken nu al
hun koppen op met versteende graten
en de tijd, de tijd, die
kamt zijn haren van zwart zand
en voedt zich met mijn verlangen naar jou.
| |
[pagina 33]
| |
Er was eens een tijger
die in elkaar gerold lag
op een groot onopgemaakt bed
hij brulde zo hard
dat de gordijnen klapperden
als zeilen op een boot
en drie vliegen die
op hun dagelijkse zaakjes afstevenden
omkwamen door een hartstilstand.
Een fee die voorbij kwam,
geroerd door de sombere schoonheid
van het overweldigend heerschap, zei tegen hem:
‘Doe drie wensen
en zij zullen alle in vervulling gaan,
maar ga eerst languit liggen
zodat ik met zekerheid kan vaststellen
dat je geen papieren tijger bent.’
- ‘Om je de waarheid te zeggen
de hele wereld is getikt
en jij het meest van iedereen’,
antwoordde de tijger
terwijl hij zich loom uitrekte.
‘Maar als je erop staat,
dit zijn mijn twee eerste wensen:
dat ik niet meer op mijn oren word geknuffeld
en dat ze niet meer op mijn rug krabben.
Mijn derde wens,
is dat ik wel eens zou willen weten
hoe een fee smaakt.’
En hij at haar op.
De moraal: beter een tijger op bed
dan een (goede) fee die (een beetje) getikt is.
| |
[pagina 34]
| |
Vandaag heb ik, om mezelf wat af te leiden
van mijn somber getob
besloten om mijn patriciërsneus
mijn chinees-joods-christelijke neus
in de zaken van een ander dan mezelf te steken
en als slachtoffer
heb ik een gevangene in mijn hoofd uitgezocht
stevig achter slot en grendel
in de boeien geslagen
en tot overmaat van ramp ook nog gekneveld.
Stelt u zich eens voor dat die jonge onbezonnen figuur
in mijn plaats gedichten wilde schrijven
waarin hij alleen maar huilde en jammerde
over ongelukkige liefdes
en sprak over ‘Dichter, pak je luit’, enzovoort.
Die hartverscheurende sentimentele kreten
van een blootgelegde ziel
waren allerbelachelijkst
en daarom werd ik genoodzaakt
om hem vast te binden en te knevelen
om te voorkomen dat hij zijn ingewanden
op het papier uit zou storten.
Dergelijke onzin
kan veel kwade gevolgen hebben
voor een serieus dichter als ik,
die trots is op zijn goed recht
en de harde lijn die hij volgt.
| |
[pagina 35]
| |
Tekening: Cruzeiro Seixas. Uit: Le Livre du Tigre
| |
[pagina 36]
| |
Het kastcomplexMocht u ongelukkig zijn,
last hebben van slapeloosheid, angsten,
last hebben van uw hart of drankzucht
mocht u kriegel
of hypochondrisch,
of gedeprimeerd zijn
vanwege uw droomloze periode
en mocht u geloven
dat een vogel in de hand
beter is dan tien in de lucht,
doe dan als ik:
zoek een kast uit
de mijne is anti-vocht
anti-motten
anti-terugblik
bezit het alles-is-me-teveel,
de lucht van de verleden toekomende tijd
en is met matrassen gedempt
voor gevoelige hoofdjes.
Ik ben ook voorzien
van plafondhaakjes
voor mijn overvolle jaszakken
brillen, voorbije liefdes
oude schoenen
voorouderlijk huis
en nog verschillende andere dingen
waarvan ik de naam niet zal uitspreken.
Voor wat betreft de vrijetijdsbesteding
heb ik een hoekje van de zee uitgekozen
de Bibliotheek van Babel
het plein op St. Germain des Prés
om vijf uur 's ochtends
en een bos uit het Plioceen
met een overvloed aan mammoets
en aan neusfanten
zonder het ad hoc klankbord te vergeten
| |
[pagina 37]
| |
gebrul, gekrijs
getrompetter, helemaal in de sfeer.
Erg rustgevend.
U moet het echt eens proberen,
vertel me eens hoe het was.
| |
[pagina 38]
| |
Heren reizigers per auto
vertrek van spoor 0
laat uw zorgen niet liggen op het perron
of uw buffet in Regenten Stijl
u wordt verzocht
uw whiskyflessen aan de lijn te houden
we zijn op de plaats van bestemming over 51 dagen en 3 minuten
plaatselijke tijd
heren reizigers per auto
in deze trein zijn alle lichamen
inwisselbaar
het is dus toegestaan
om het oog van uw buurvrouw uit te rukken
en degene die tegenover u zit te onthoofden
mocht dat hoofd u niet aanstaan
blijf op uw plaatsen zitten
behalve als er sprake is van overmacht
AhasverusGa naar voetnoot* of de aartsbisschop van Canterbury
kunnen uw plaats innemen
en u zou voor altijd uit de trein gevlakt worden
als u op plaatsnummer 46 zit
mag u ruilen
met plaatsnummer 64
niemand zal van dat vuurtje rook maken
en de bedrogen echtgenoten kunnen tevreden zijn
het is verboden uit het raam te hangen
uw buren zouden u een duwtje kunnen geven
denkend dat u een of andere rare vogel bent
maar het is toegestaan
de telegraafpalen te tellen
tot duizend of meer
op het moment zijn er meer palen
dan schapen
| |
[pagina 39]
| |
en ze zijn gemakkelijker uit elkaar te houden
heren reizigers
de trein loopt het station binnen
u bent geen tweede keus meer
maar een eerste keus geworden
wilt u voordat u uitstapt even nakijken
of het wel uw eigen hoofd is
dat u op uw schouders draagt
een ongelukje is zo gauw gebeurd
pas op het trapje
hardlopers zijn doodlopers.
Dank voor uw aandacht.
| |
[pagina 40]
| |
... Que esta escrito en los tigres'
| |
[pagina 41]
| |
Neem een groot wit vel
papier en teken er
zorgvuldig een labyrint op.
Voordat u er in gaat doordringen
moet u voor een thermoskan zorgen,
een paar boterhammen,
een buisje aspirines,
sigaretten, een bijbel, enzovoort,
want het is uw eigen Minotaurus
en uw eigen labyrint
waarmee u de strijd gaat aanbinden.
Mijn eigen Minotaurus
was een heel mooie Minotijger
die me aankeek op een manier
dat de rillingen je over de rug lopen.
In die gevaarlijke situatie
herinnerde ik mij Korzybski
en ik zei tegen hem:
ik ben niet bang voor jou,
een kaart is niet het gebied,
een zwaluw maakt nog geen zomer
en de strepen zijn niet de tijger.
Toen hij dat hoorde schoot hij weg
als een pijl en verloor al zijn
zebrastrepen die op een slangennest leken.
En nu ben ik de nieuwe
Minotaurus in mijn eigen labyrint.
Wie zal mij komen bevrijden?
| |
[pagina 42]
| |
Omdat ik me steeds weer stoot
aan jouw muren
voel ik me langzaam maar zeker
een dikke grijze olifant worden
die triest trompettert
in jouw salon,
en die uit onachtzaamheid
het Wedgwood servies van oom Piet stukmaakt,
de K'ang-hi soepterrine van grootmoeder
en het hele Oostindische Compagnie servies
van neef Anton.
Dat is het erge wanneer je
een dikke grijze olifant bent
vereenzaamd en onhandig:
je eigen gewicht in traagheid
kan een heleboel stukmaken,
verlangen, onverschilligheid,
porselein, stilte,
afwezigheid, jou, mij,
maar niet jouw muren.
Mijn dikke olifantenhoofd
gaat onvermoeibaar, stompzinnig door
met er tegenaan te stoten
ad nauseam.
| |
[pagina 43]
| |
Post Hanc DiemMet lege handen
en lege zakken
zonder tijger in de hoed
of duiven in de mouw
loopt de dichter over het toneel
over het strakke koord van de woorden
met lege handen
en lege zakken
zonder tijger in de mouw
of duiven in de hoed
de zaal is leeg
de lampen zijn uit
de musici zijn weg
de dichter is alleen op het strakke koord
en de woorden verdwijnen, als altijd.
Het schouwspel is afgelopen.
Doek.
Vertaling: Désirée Schyns |
|