Lust en Gratie. Jaargang 2
(1985)– [tijdschrift] Lust en Gratie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |
Lezeres
| |
[pagina 66]
| |
uiteen. Gaandeweg ontdekten wij bovendien dat het nogal wat uitmaakt vanuit welke positie, met welke ‘bril’ op, je Daly leest. Deze beide gegevens moeten, vonden wij, in onze bespreking tot uiting komen. Daarom hebben wij ervoor gekozen enkele discussiepunten die steeds terugkeerden in onze verhitte gesprekken, te belichten, telkens vanuit een andere positie. De vraag in hoeverre Daly's filosofie elitair is, bekijken wij door de bril van de bijstandsmoeder. Met behulp van Audre Lorde vragen wij ons af of de theorieën van Daly racistisch genoemd moeten worden. De wijze waarop Daly met geschiedenis omgaat bezien wij door de bril van de historica. Haar radicale verwerping van het christendom wordt onder de loep genomen door de ondanks-alles-toch-nog-christen-feminist. En om tenslotte het meest fundamentele strijdterrein van Daly te kunnen betreden, de taal, voorzien wij ons van de bril van de beeld-taal-teken-feminist.Ga naar voetnoot1 Door op deze manier te werk te gaan, hopen wij de lezeres een beeld te geven van de verschillende manieren waarop je Daly kunt lezen. Een éénduidige lezing doet haar werk én de lezeres tekort. Door na te gaan welke draden verder gesponnen kunnen worden en welke moeten worden afgebroken, kun je bovendien voorkomen dat het weefwerk van Daly tot een leer verwordt. | |
ElitairDe bril van de ‘bijstandsmoeder’. Is de filosofie van Daly elitair? In eerste instantie was het mij volstrekt onduidelijk wat het lezen van Daly mij zou kunnen opleveren. Wat heb ik eraan en wat koop ik ervoor, pleeg ik te vragen aan elke theo- of thealogie die mij gepresenteerd wordt. De extatische bevlogenheid van Daly leek mij meer iets voor welgestelde dames met veel tijd voor zichZelf en haar spirituele groei dan voor mij. Ik kan mij de luxe niet permitteren me drukte maken over problemen waar Daly zich mee bezighoudt, dacht ik. Langzamerhand merkte ik echter dat de redenen waarom ik meende mij daar niet druk over te kunnen maken, alles te maken hebben met wat Daly het grote bedrog van het patriarchaat noemt. Op allerlei manieren immers proberen patriarchale instituten zoals de regering, de wetenschap, de media en noem maar op, te voorkomen dat ik inzicht krijg in het verband tussen de gewone alledaagse dingen en het systeem van beleid en beheer dat daarachter zit. Ook voor mij bleek de dubbele bijl die Daly hanteert uiterst bruikbaar te zijn. De ontmaskering die Daly pleegt op het nivo van beelden en | |
[pagina 67]
| |
beeldvorming helpt mij ‘mijn werkelijkheid’ te doorzien: het versluierende gepraat over ‘onze’ krisis waar ‘wij met z'n allen’ offers voor moeten brengen; het gesjoemel met de WWV waaruit voor de zoveelste keer blijkt dat de rechten van vrouwen niets mogen kosten - en als daar dan niet aan te ontkomen valt moeten andere uitkeringsgerechtigden die kosten maar opbrengen. Met behulp van versluierende taal wordt zo permanent een verdeel-en-heers politiek gevoerd waarvan vrouwen de dupe worden en waarvoor vrouwen bovendien verantwoordelijk worden gesteld. Het ‘blaming the victim’-mechanisme. Overigens wordt mij ook steeds duidelijker hoe dit mechanisme onder vrouwen werkt. ‘Bijstandsmoeder’ bijvoorbeeld, is een duidelijk begrip: vrouw met kinderen, minimuminkomen en zonder man. Het is ook een slachtofferbegrip, een rol. De bijstandsmoeder met dolle pret doet de zaak geen goed. Er wordt immers voor haar gevochten en zij moet dit erkennen door steeds weer te laten zien hoe moeilijk haar positie is. Veel vrouwen dragen mij een warm hart toe. Zij hebben echter vaak niet in de gaten dat het niet de warme harten zijn waardoor ik verder kom en overleef. Voor haar wordt de bijstandsmoeder een symbool of beeld waar zij achter kunnen gaan staan. Daardoor wordt versluierd op welke manieren zijzelf bijstand ‘genieten’: maatschappelijk, psychisch en emotioneel, en daarvan afhankelijk zijn. Deze vrouwen helpen mij in feite mijn slachtofferrol zo comfortabel mogelijk te spelen maar niet om eruit te komen. ‘Blaming the victim’ laat zich in dit geval vertalen als: het slachtoffer is niet schuldig maar het moet slachtoffer blijven, als beeld en identificatiemogelijkheid. De dubbele bijl die Daly mij heeft leren hanteren - met één hand meppend naar twee kanten - verschaft mij geen Andere Wereld, wel inzicht, kracht en plezier. | |
Racisme‘De opvatting dat seksisme dé bron is van alle onderdrukking leidt onvermijdelijk tot racisme.’ Kort na het verschijnen van ‘Gyn/Ecology’ schreef Audre Lorde een brief aan Daly. Toen het antwoord daarop uitbleef besloot Lorde hem als open brief te publiceren.Ga naar voetnoot2 Zij spreekt haar erkentelijkheid uit voor de kracht en de inspiratie die het lezen van Daly's werk haar geeft. Zij | |
[pagina 68]
| |
verwijt Daly echter dat zij in ‘Gyn/Ecology’ pretendeert een universele analyse van het sekse-kastesysteem te geven terwijl die analyse in feite ten koste gaat van met-witte vrouwen: slechts in het gedeelte over gruweldaden tegen vrouwenGa naar voetnoot3 komen wij voor, als slachtoffers. Onze ‘Powers of being’, de sterke vrouwen uit onze traditie, onze beelden van Godin noch onze huidige visioenen, worden in het boek ter sprake gebracht. Wij dienen slechts als illustratiemateriaal voor de analyse die Daly, over ons zonder ons, al klaar had. Dat zij het daarbij doet vóórkomen alsof er geen verschil bestaat tussen de onderdrukking van zwarte en witte vrouwen is in flagrante strijd met de feiten. In de Verenigde Staten lopen zwarte vrouwen driemaal zoveel risico om verkracht, vermoord of aangerand te worden als witte vrouwen. Tot zover mijn weergave van de brief van Audre Lorde. Toen ik, met deze kritiek in mijn achterhoofd, ‘Pure Lust’ ter hand nam, was het eerste wat ik deed het register opslaan. Verbijsterd moest ik vaststellen dat Audre Lorde er niet in is te vinden. Doodgezwegen. De pijn die in de open brief was verwoord: ‘As an Afroamerican woman in white patriarchy, I am used to having my archetypal experience distorted and trivialised, but it is terribly painful to feel it being done by a woman whose knowledge so much touches my own’ - genegeerd. Heeft Daly dan niets geleerd? Lezing van ‘Pure Lust’ heeft mij niet van het tegendeel kunnen overtuigen. De grondfout van Daly's denken, namelijk dat seksisme de bron is van alle onderdrukking, is ook in dit boek het uitgangspunt. haar analyse van racisme is dan ook wat bleek uitgevallen. Wél heeft zij meer aandacht voor de positie van zwarte vrouwen, citeert zij meer zwarte schrijfsters en erkent zij zowaar de verantwoordelijkheid van witte vrouwen voor haar bijdrage aan het racisme. Maar zwarte vrouwen blijven fungeren als illustratiemateriaal in een wit betoog dat pretendeert een netwerk van Vriendin-nen te weven. De pijnlijkste illustratie van deze constatering is wel dat de draden die Lorde gesponnen heeft, niet zijn opgepakt maar afgepakt. Over gestolen energie gesproken! | |
GeschiedenisDe bril van de ‘historica’: Geschiedenis. Het hoge woord moet er meteen maar uit: Ik vind Daly's boeken gevaarlijk omdat ze principieel a-historisch zijn. Natuurlijk, ik bewonder haar magistrale analyses van het patriarchale denksys- | |
[pagina 69]
| |
auragia, 1953 foto imogen cunningham
| |
[pagina 70]
| |
teem; maar juist omdat ze dat system als volstrekt gesloten en als altijd en overal hetzelfde presenteert, krijgt ook haar analyse het karakter van een gesloten systeem. Immers, enerzijds is er het necrofiele patriarchaat, anderzijds is er de Andere Wereld van bewustgeworden, biofiele feministen. Een dergelijke visie kan niet anders dan de werkelijkheid geweld aandoen. En dat zie je dan ook gebeuren. Daly analyseert de universele structuren van de patriarchale onderdrukking, maar precies daardoor ont-historiseert ze het verschijnsel onderdrukking zelf. De verschillende vormen van onderdrukking, de gradaties daarin, maar ook en vooral de verzetsmomenten die er de eeuwen door zijn geweest, vallen zo buiten haar gezichtsveld. Vrouwen zijn verwijderd uit de geschiedenis, zegt ze in ‘Gyn/Ecology’. Terecht merkt Elisabeth Schüssler Fiorenza in dit verband op dat Daly hier precies doet wat ze het patriarchaat verwijt, namelijk op haar beurt de deelname van vrouwen aan de geschiedenis ontkennen. ‘Vrouwen zijn in de geschiedenis geminacht, beroofd, uitgebuit, gemarteld en gedood, maar niet verwijderd (erased).’ Dat verwijderen gebeurt in de geschiedschrijving en juist daarom moeten vrouwen nu de geschiedenis reconstrueren. In Daly's optiek is geen ruimte voor een dergelijke reconstructie. Schüssler Fiorenza noemt Daly's benadering dan ook androcentrisch: ze laat het patriarchaat, als terrein van ‘non-being’, voor wat het is en creëert een nieuwe, talige wereld die slechts in het bewustzijn van verlichte feministen kan ontstaan.Ga naar voetnoot4 In ‘Pure Lust’ lijkt Daly opnieuw in te zien dat er ook een maatschappelijke context nodig is voor die Andere Wereld. De ‘sisterhood of men’ uit ‘Beyond God the Father’, die in ‘Gyn/Ecology’ verspiritualiseerde tot de ‘Sacred Space of Female Selves’, wordt nu de ‘context van Vriendin-nen’. Maar om daartoe te mogen behoren moet je wel volstrekt gezuiverd zijn/worden van patriarchale smetten. Obsessie voor reinheid, denk ik dan. En noemde Daly dat niet één van de kenmerken van het sado-rituele syndroom? | |
Het christendom.De bril van de ‘ondanks-alles-toch-nog-christen-feminist’: Het christendom. Als er iets is wat ik van Daly geleerd heb, dan is het wel de positieve kracht van woede. ‘Where is your rage,’ donderde Daly de zaal in toen, | |
[pagina 71]
| |
bewegte formation 1965 fotogramm im polarisierten licht marta hoepffner
| |
[pagina 72]
| |
tijdens de discussie na haar lezing in Nijmegen (1982), een vrouw haar een te ongenuanceerde kijk op de werkelijkheid verweet. Die woede over alle geperverteerde vormen van onrecht, uitbuiting en onderdrukking die vrouwen worden aangedaan, klinkt door op iedere bladzijde die Daly geschreven heeft. Die woede stelt haar in staat het symbolisch universum dat deze onderdrukking schraagt en sanctioneert, tot op de grond toe af te breken, steen voor steen, beeld voor beeld. Met name de christelijke ideologie wordt zo ontmaskerd als een ideologie van heersende vaders, die hun ego erin bevestigd zien ten koste van de ‘komt laat ons Hem aanbidden’ zingende, vooral vrouwelijke, gelovigen. De christelijke ideologie leert vrouwen zich ‘vrijwillig’ te onderwerpen aan haar geestelijke en lichamelijke verkrachtingen, ja, daar zelfs vreugdevol mee in te stemmen: ‘mij geschiede naar uw woord’. Hoe kun je, als je dit alles gelezen en mee doorzien hebt, je toch-nog-ondanks-alles verbonden voelen met de christelijke traditie? Niet meer met de heersende. Dat is voor mij, dankzij Daly, duidelijker dan ooit. Als ik Daly niet gelezen had, zou ik niet half zoveel woedende pret gehad hebben om, bijvoorbeeld, het bezoek van de paus, om ‘Johannes Paulus, de Pauselijke Grote Moeder, die als de Koningin des Hemels neerdaalt op continent na continent in zijn speciale vliegtuig’ en die ‘functioneert als legitimatie van dit nucleaire tijdperk, niet omdat hij de totale vernietiging propageert maar omdat hij vrouwvijandige ideologieën, mythen, rollen en regels koestert, die de eerbied voor het leven vernietigen’ (‘Pure Lust’, p. 82 en 83). Maar zelfs de christelijke traditie is nooit eenduidig ‘heersend’ geweest. Het christendom is begonnen als een subversieve, staatsgevaarlijke godsdienstige beweging en het is de heersers nooit helemaal gelukt de subversieve kracht ervan te ondermijnen. Het is die subversieve kracht die juist ook vrouwen en andere ‘marginalen’ de eeuwen door geïnspireerd heeft tot verzet tegen onderdrukking, tot kritiek op de machthebbers en de religieuze ideologieën waarmee deze zichzelf legitimeren, en tot het creëren van visioenen van een andere wereld. Ik kies er vooralsnog niet voor de geschiedenis van deze traditie ‘voorbij te gaan’, zoals Daly doet, maar om haar verder te onderzoeken en voort te zetten. Belangrijke redenen hiervoor zijn ook de ontwikkelingen binnen sommige groeperingen van de Women's Spirituality Movement. Hoewel Daly zeker niet met deze groeperingen geïdentificeerd mag worden, is zij desondanks een belangrijke inspiratiebron voor hun. De verheerlijking van ‘het vrouwelijke’ en ‘de natuur’ gaat daar nog al eens | |
[pagina 73]
| |
straßen und kreuze, 1959, fotomontage hannah hoch
| |
[pagina 74]
| |
gepaard met demonisering van ‘het mannelijke’. Het moeizame werk van het analyseren wordt voor het gemak vergeten. Zo kan de woede van vrouwen verworden tot redeloze razernij die reminiscenties oproept aan de Blut-und-Bodentheorieën uit de jaren dertig.Ga naar voetnoot5 (Daly's boeken zijn in sommige groepen dus net zo gevaarlijk als de bijbel in andere.) Om die razernij met kracht te kunnen bestrijden, vormt de woede uit de profetische traditie in de bijbel voor mij nog steeds een onmisbare bron van inspiratie. | |
De taalDe bril van de ‘beeld-taal-teken-feminist’: De taal als strijdterrein. Ik beschouw Daly als een groot taalkunstenares. Zij wringt taal/woorden uit handen van diegenen die taal gebruiken om werkelijkheid te versluieren en zij eigent zich deze hele rijkdom aan kracht toe. Zij doet dat magistraal. Door de manier waarop zij woorden als dubbele bijl/labrys gebruikt, komt ze voorbij het dilemma van feministen, namelijk dat je sommige woorden niet meer kunt gebruiken om jezelf te benoemen als vrouw omdat zij zo besmet zijn en bijklanken hebben die je helemaal niet op het oog hebt. Daly draait dit proces om. Zij maakt van taal een gebeuren. Ze analyseert heel zorgvuldig alle belletjes/boventonen/bijklanken/ladingen die woorden gekregen hebben en voert ze terug naar de werkelijkheid waarin ze zijn ontstaan. Als een eersteklas spoorzoekster haalt ze uit de kleinste aanwijzingen nog informatie over wat woorden verhullen/onthullen. Heel precies gaat ze te werk. Ze maakt associaties/verbanden zichtbaar en inzichtelijk tot op het diepe nivo waar het patriarchaat zich afspeelt. En dat niet alleen, want dat zou een negatieve spiraal kunnen zijn. Door dit proces heen loutert ze woorden en geeft ze weer kracht. Ze geeft woorden hun ziel terug. Zo bewerkt ze dat vrouwen woorden als haar rijkdom/haar kracht kunnen gebruiken. In de literatuurwetenschap wordt dit proces deconstructie genoemd. Daly de-construeert de wetenschap tot in de wortels. Als filosofe/theologe reikt ze tot de tijd dat filosofie en theologie nog één waren en moeder van alle wetenschappen. Deze hele culturele bagage werkt ze om en nog met plezier ook, om ruimte te maken voor vrouwen.Ga naar voetnoot6 | |
[pagina 75]
| |
Het gevecht dat Daly levert speelt zich vooral af op ideologisch nivo. Waar de ideologie van nu doordrenkt is van westerse/katholieke filosofie, daar is haar strijdterrein. Zij gaat het gevecht aan tot in de diepte waar deze ideologieën in ons dagelijks leven doorgedrongen zijn en doorleefd worden, tot op het niveau waar woorden vlees en bloed zijn geworden. Zij laat zien dat het juist de ideeën, woorden, symbolen, beelden, mythen en riten zijn die de fallische controle van de realiteit voortbrengen en in stand houden. Daly spreekt veel in Metaforen, Grote Woorden, Namen. Zij Durft. Zo ontkracht zij de metaforen waarmee het patriarchaat zijn realiteit beschrijft, verhult en in stand houdt zoals bijvoorbeeld ‘Star Wars’ en ‘Atoomparaplu’. Deze termen worden gebruikt om een al dan niet toekomstige realiteit te beschrijven. Een realiteit die bovendien meer werkelijkheidswaarde, meer waarde, zou hebben dan de feitelijke aardse kwaliteit waarin we leven. Voor Daly is het woord realiteit/werkelijkheid dan ook niets minder dan een ontologisch strijdveld. De zogenaamd belangrijke realiteiten waar het patriarchaat over spreekt, zijn niet reëler en zeker niet minder waar dan de Undinen etc. waar Daly over spreekt. Bovendien leert Daly ons, in tegenstelling tot de dodelijke ‘race’ van ‘onze’ wereld, dat onze aandacht, ons zijn en de bronnen van onze kracht geworteld zijn in de aarde. Daly spreekt autonoom. Zij legitimeert zich niet met behulp van geschiedenis of mythen. Zij kijkt radicaal vanuit vrouwenstandpunt. Zij weeft vrouwen-contexten. Zij noemt dit ‘vrouw-geïdentificeerd zijn’ en zo kijkt, handelt en doet ze ook. Zij gaat er vanuit dat er een vrouwencultuur ís. Zij maakt deze zichtbaar opdat het netwerk van vrouwenbanden uitgebreid kan worden. Zij her-innert vrouwen aan haar kracht en de banden die zij onderling hebben. Zij ‘re-membert’ vrouwenkracht en daarmee geeft ze deze weer handen en voeten. Het filosofisch/theologisch spreken heeft vrouwen eeuwenlang haar ziel ontnomen. Voor mij is Daly iemand die consequent en radicaal aan vrouwen een ziel toekent. |
|